Partijen op ramkoers in Maagdenhuisdebat

Regeringspartij VVD houdt vol dat de schade van de Maagdenhuisbezetting op de actievoerders moet worden verhaald. De minister moet zich daarvoor inspannen, stelt de partij met steun van de CDA, PVV en SGP.

Zes weken geleden maakte de ME een einde aan de bezetting van het Maagdenhuis. De Universiteit van Amsterdam schat de kosten op een half miljoen euro maar de precieze schade is nog altijd niet duidelijk, bleek gisteren tijdens een Kamerdebat naar aanleiding van die bezetting.

De Kamer viel uiteen in twee kampen, met de SP aan de ene kant die de actievoerders consequent "bevrijders van het Maagdenhuis" noemde, en de PVV aan de andere kant die het had over "asociale uitkeringstrekkers" en "aanranders van de wet".

"Bestuurders bestrijd je via de medezeggenschapsraad, via het openbare debat, in radioprogramma’s", aldus PVV-Kamerlid Harm Beertema. "Ik heb 34 jaar van mijn leven besteed aan het bestrijden van bestuurders, maar ik heb me nooit gewend tot illegale middelen."

Schade verhalen op actievoerders
Ook VVD-Kamerlid Pieter Duisenberg had geen goed woord over voor de bezetting en eiste van onderwijsminister Jet Bussemaker dat ze de schade aan het Maagdenhuis zou verhalen op de actievoerders. Ze zou de UvA op zijn minst moeten stimuleren dat te doen, vindt hij.

“U kunt dat niet van mij vragen”, reageerde de minister. “Dat is aan de Universiteit van Amsterdam. De instelling moet de afweging maken of alles moet worden ingezet om dwangsommen te eisen of dat dit zo veel nadelige effecten heeft op de rust van de universiteit, dat het beter is om dit niet te doen.”

“Ik hoor nu eerlijk gezegd dat de minister gewoon wegkijkt en dat vind ik geen zorgvuldige manier van omgaan met belastinggeld”, reageerde Michel Rog van het CDA fel. “In dit geval is er tot twee keer toe door een rechter een uitspraak gedaan, er is een bevel tot ontruiming gegeven en de krakers bleven toch zitten.”

Toekomst kleine talen, rendementsdenken
Behalve over de bezetting, debatteerde de Kamer gisteravond ook over de toekomst van de kleine talen en het ‘rendementsdenken’ in het hoger onderwijs. Zo geïrriteerd als de Kamerleden vaak op elkaar reageerden, met verwijten over “verslaving aan regeltjes”, “elitair geleuter” en een ongekend felle confrontatie tussen PVV en D66 , zo onverstoorbaar bleef de minister.

Meer regels zijn niet altijd de oplossing, hield ze de Kamer voor. Neem bijvoorbeeld het D66-plan dat altijd een hoogleraar het college van bestuur moet leiden. “Kijk naar de UvA: daar zaten vier hoogleraren in het CvB, maar het is daar bij uitstek niet goed gegaan.”

“Elk systeem dat we bedenken kan altijd perverse prikkels met zich meebrengen”, concludeerde de minister. “Het gaat er vooral om hoe instellingen met zo’n systeem omgaan en hoezeer ze de medezeggenschap bij beslissingen betrekken.” Vandaar dat Bussemaker al langer plannen heeft om, zoals veel Kamerleden wensen, de medezeggenschapsraden en de opleidingscommissies meer macht te geven. Maar ze wilde er nog niet veel over kwijt. Binnenkort stuurt ze een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer.

Verder was ze het uitdrukkelijk eens met Beertema van de PVV, die in weerwil van alle kritiek op het rendementsdenken ook wees op wat er de laatste decennia bereikt is: “Dit is het eindpunt van het emancipatietraject voor die groepen die er vroeger helemaal niet aan te pas kwamen”, hield hij zijn collega’s voor. “Het is de verwerkelijking van het verheffingsideaal. Dat zien we nu vertaald in die enorme aantallen studenten die jaarlijks in- en uitstromen. Dat is een weergaloos succes, maar tegelijkertijd kent dat succes een prijs. Die prijs heet: rendementsdenken. Zonder een zekere mate van rendementsdenken kunnen we niet meer.”

Advertentie