Raad van State had kritiek op ‘uitdelen’ basisbeursmiljoenen

Foto: Raad van State

Het afschaffen van de basisbeurs in 2015 levert de schatkist honderden miljoenen euro’s per jaar op. Van dat geld zouden studenten beter onderwijs krijgen, was de belofte. Instellingen moesten in zogeheten ‘kwaliteitsplannen’ precies omschrijven hoe zij dat met hun deel van het geld voor elkaar zouden krijgen.

Maar dat bleek lastiger dan gedacht: in de eerste beoordelingsronde kwam bijna de helft van die plannen niet door de zeef van onderwijskeurmeester NVAO. Een jaar later brak de coronapandemie uit, terwijl meerdere instellingen nog middenin hun herkansing zaten.

Kwaliteitsplannen
Om hen in crisistijd niet met financiële onzekerheid te belasten, besloot de minister een jaar geleden om alle universiteiten en hogescholen in 2021 hun deel van de beloofde basisbeursmiljoenen te geven – ook zonder goedgekeurd kwaliteitsplan. Dat was in 2019 en 2020 ook al gebeurd, toen de plannen nog gemaakt moesten worden.

Het besluit van de minister deed de VVD steigeren. Toenmalig onderwijswoordvoerder Dennis Wiersma opperde een soort boete: wie in 2021 nog geen goed kwaliteitsplan had, zou een deel van het geld moeten terugbetalen. Hij diende een motie in samen met GroenLinks – ook een van de partijen die aan de basis stonden van het nieuwe leenstelsel.

Toch strandde de ‘Wiersma-boete’ in de Tweede Kamer. Het hoger onderwijs had het in crisistijd al zwaar genoeg, vonden de minister en verreweg de meeste partijen.

Menselijke fout
Maar nu blijkt dat ook de Raad van State kritisch was over het idee om de basisbeursmiljoenen in 2021 alvast uit te keren. Het ministerie had de Raad daarover in juli 2020 om een advies gevraagd. Dat advies is op 12 augustus door de Raad vastgesteld, maar toen niet door het ministerie van OCW met de Tweede Kamer gedeeld. Het is pas deze week gepubliceerd in de Staatscourant, ontdekte ScienceGuide.

Was er opzet in het spel? Nee, zegt een woordvoerder van het ministerie. Adviezen van de Raad van State over een algemene maatregel van bestuur gaan volgens hem nooit naar de Tweede Kamer. Ze worden pas openbaar nadat de maatregel is vastgesteld en bekendgemaakt.

Dat het advies nu zo laat is gepubliceerd, wijt hij aan een menselijke fout. “Het is vergeten in alle drukte en hectiek rondom het aanvragen van deze spoedmaatregel in coronatijd. Iets anders kunnen we er niet van maken en we lopen er ook niet voor weg: dit advies hadden we eerder moeten publiceren.”

Uit het zicht
Het advies is sceptisch over de plannen van de minister. Welke prikkel hebben instellingen straks nog om hun kwaliteit te verbeteren, als het geld zomaar wordt uitgekeerd, vroeg de Raad van State zich af. Ontstaat daardoor niet het risico dat dit doel “uit het zicht raakt”?

Voor het argument van ‘plotselinge’ financiële onzekerheid in 2021 blijkt de Raad ook ongevoelig. De hele herkansingsprocedure zou immers sowieso lang duren, staat te lezen in het advies. Instellingen die moeten herkansen zouden waarschijnlijk ook zonder de corona-uitbraak met “de genoemde financiële onzekerheid voor 2021” zijn geconfronteerd.

Minister Van Engelshoven zag het anders, schreef ze op 26 augustus in een (destijds evenmin openbaar gemaakte) reactie. Door het geld alvast toe te kennen konden instellingen die moesten herkansen “de ingezette trajecten ter verbetering van de kwaliteit van het hoger onderwijs voortzetten”. Bovendien zou de coronacrisis al genoeg extra kosten met zich meebrengen.

Advertentie