Studenten willen best orgaandonor worden

Studenten zijn vaker dan andere jongeren bereid om organen af te staan als ze overlijden.

Een kwart van de Nederlandse bevolking heeft toestemming gegeven voor orgaandonatie: als ze overlijden, mogen hun organen worden gebruikt voor patiënten die bijvoorbeeld een nieuwe nier nodig hebben.

Onder studenten zijn er niet zo veel orgaandonoren, maar dat komt volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek vooral doordat ze nog jong zijn: naar verhouding zijn studenten echter vaker donor dan andere jongeren.

Als je corrigeert voor hun leeftijd, afkomst, geloofsovertuiging en andere eigenschappen, dan laten studenten zich juist bijzonder vaak als donor registreren: 55 procent vaker dan bijvoorbeeld de doorsnee werknemer van een particulier bedrijf, aldus het CBS.

Hoogopgeleiden laten zich meer dan twee keer zo vaak als donor registreren dan laagopgeleiden. Wie een hoger inkomen heeft, is eveneens iets vaker geneigd om orgaandonor te worden.

Er is in Nederland nog altijd een flink tekort aan orgaandonoren. In 2014 stonden meer dan duizend mensen op de wachtlijst voor een transplantatie. De onderzoekers van het CBS wijzen op de mogelijkheid om mensen tot een keuze te dwingen, bijvoorbeeld als ze hun rijbewijs halen.

Ook zou Nederland voor het principe van ‘nee, tenzij’ kunnen kiezen: iedereen is automatisch donor, tenzij men zich als niet-donor laat registreren. Dat zou tot een toename van het aantal donoren kunnen leiden.

“Bij een ongewijzigd systeem zal vooral een stijging van het opleidingsniveau en de afname van religieuze betrokkenheid een impuls kunnen geven aan de bereidheid om organen ter beschikking te stellen aan anderen.”

Advertentie