Tegenpolen LSVb en VVD organiseren samen discussies over onderwijs

Na de strijd om de basisbeurs hebben de VVD en de Landelijke Studenten Vakbond de vrede getekend, bleek tijdens de discussiebijeenkomst die ze samen organiseerden. Het werd zowaar gezellig.

Ze hadden een prachtige zaal gevonden voor hun Onderwijscafé: de Eerste Kamer. De aanwezigen zaten in de stoelen die normaal gesproken bestemd zijn voor de senatoren en de sprekers namen plaats achter de ministerstafel.

De studenten waren een paar weken eerder ook al in de Eerste Kamer, herinnerde LSVb-vicevoorzitter Ellen Schepens zich. Toen zagen ze vanaf de publieke tribune hoe de senaat akkoord ging met het schrappen van de basisbeurs. “Om hier beneden te zitten hebben we toch echt de VVD nodig”, lachte ze.

Schepens leidde de bijeenkomst samen met VVD-senator Jan Anthonie Bruijn. Het wemelde van de grappen en plaagstootjes over het huwelijk tussen de ‘linkse’ LSVb en de ‘rechtse’ VVD. Alle aanwezigen werden aangemoedigd om over de bijeenkomst te twitteren met de hashtag #LSVVD, symbool van de lieve vrede.

Maar de discussies sneden wel hout. De gasten gingen met elkaar in gesprek over stellingen als “Het is erg dat studenten naar het buitenland vluchten dankzij het leenstelsel”. Sebastiaan den Bak vindt het juist goed als studenten elders gaan studeren. Ooit begonnen als bestuurslid van het Interstedelijk Studenten Overleg is Den Bak nu adjunct-directeur van Neth-ER, de voorpost van het Nederlandse hoger onderwijs in Brussel. Buitenlandervaring is juist heel waardevol voor studenten, stelde hij. Dat erkende zijn opponent Tom Hoven van de LSVb, maar je zou niet financieel gedwongen moeten worden tot een studie in het buitenland.

In een discussie over selectie aan de poort haalde Kamerlid Pieter Duisenberg (VVD) stevig uit. Ons onderwijssysteem is “infantiel en socialistisch”, stelde hij. Onderwijsinstellingen krijgen jaarlijks zo’n zevenduizend euro per student, maar het kan volgens Duisenberg een stuk effectiever. Studenten zouden volgens hem moeten zeggen: “Geef mij dat geld maar, dan bepaal ik zelf wel wat ik ermee doe.” Van hem mogen onderwijsinstellingen gerust selecteren aan de poort, als dat het onderwijs beter maakt. Hij kreeg weinig weerwoord, al wierpen sommige aanwezigen tegen dat studenten zelf het best kunnen inschatten wat hun talenten zijn en hoe ze die kunnen ontwikkelen.

De bijeenkomst werd zelfs nog even nostalgisch toen voormalig onderwijsminister Loek Hermans (VVD) de draad oppikte van een vijftien jaar oude discussie met oud-LSVb’er Jurjen van den Berg. Het ging over de bachelor-masterstructuur. Van den Berg (die via universiteitenvereniging VSNU en vakbond AOb bij Kennisland is terechtgekomen, een club die zich sterk maakt voor onderwijsvernieuwing) vertelde van zijn eerste politieke deceptie, toen de bachelor-masterstructuur werd ingevoerd. Brede bachelors en genoeg tijd voor specialisatie in de master, dat was zijn ideaal. Maar Nederland nam genoegen met korte, eenjarige masters. Van den Berg meende dat Loek Hermans destijds gewoon geen geld genoeg had voor langere masteropleidingen. Dankzij het leenstelsel komt dat geld nu beschikbaar, dus wilde Van den Berg alsnog zijn gelijk halen: “Laat Hermans zijn karwei afmaken!”

“Het is wel aardig dat we dit gevecht nu nog een keer voeren”, vond ook Loek Hermans. Maar hij is nog altijd heel tevreden over de bachelor-masterstructuur die onder zijn bewind is ingevoerd. Het idee was dat studenten makkelijker na hun bachelor konden doorstromen naar een master aan een andere onderwijsinstelling, ook in het buitenland. Toen de opleidingen nog ongedeeld waren, kon dat niet of nauwelijks.

Zo werd het een vrolijke middag waarop oude bekenden elkaar weer zagen en hun netwerk konden bevestigen. Dat minister Bussemaker moest afzeggen, mocht de pret niet drukken. In zijn afsluiting roemde VVD’er Jan Anthonie Bruijn de “fantastische samenwerking” met de LSVb. De studentenvakbond en regeringspartij VVD kunnen blijkbaar prima door één deur.

(Red. DUB: Ook de Utrechtse rector Bert van der Zwaan gaf acte de présence. Hij wees op de administratieve lasten van het huidige toezicht op de kwaliteit in het hoger onderwijs en pleitte ervoor eeen grotere verantwoordelijkheid bij de universiteiten en hogescholen zelf te leggen)

Advertentie