Universiteit Utrecht doet niet mee aan experiment studentpromovendi

De UU ziet net als de universiteiten van Nijmegen, Eindhoven en Tilburg af van deelname aan het experiment om promovendi een studiebeurs te geven in plaats van een salaris. Andere universiteiten beraden zich nog.

De Universiteit Utrecht sluit zich vooralsnog niet aan bij het aangekondigde experiment van minister Bussemaker om de komende acht jaar zo’n 2000 promovendi als bursaal te laten promoveren.

De UU zegt geïnteresseerd te zijn in “vernieuwing en differentiatie” van het promotiestelsel, maar vindt tegelijkertijd dat er nog te veel onduidelijkheden zijn. Zo is het volgens de universiteit nog maar de vraag of ook de belastingdienst van mening zal zijn dat een bursaal geen werknemer is. “We wachten de experimenten met student-promovendi dan ook met belangstelling af”, zo staat in een persverklaring te lezen. 

Dat de Rijksuniversiteit Groningen het aangekondigde experiment van minister Bussemaker omarmt, viel te verwachten. De RUG verloor in 2009 een rechtszaak die de vakbond had aangespannen tegen een Gronings project met student-promovendi. “Het project liep fantastisch”, zegt Lou de Leij, dean van de Groningen Graduate Schools. “Het was oorspronkelijk opgezet voor buitenlandse promovendi die een beurs konden krijgen, maar er maakten later ook veel Nederlanders gebruik van. Er kwamen meer promotieplaatsen beschikbaar omdat ze een derde minder kostten.”

Maar de rechter haalde een streep door het project, omdat de promovendi eigenlijk werknemers zouden zijn waarvoor sociale premies en belasting betaald moesten worden. De universiteit ging in hoger beroep, en kreeg in 2013 alsnog gelijk. Ze zou nu dus gewoon weer student-promovendi kunnen aannemen, maar kiest desondanks voor deelname aan het experiment van Bussemaker, als de randvoorwaarden tenminste goed zijn. “Dat is toch de koninklijke weg.”

Ook Wageningen Universiteit had eerder problemen met de Belastingdienst. “Als het experiment daarvoor een oplossing kan bieden, doen we graag mee”, zegt een woordvoerder.

Van de drie technische universiteiten wil vooralsnog alleen de Universiteit Twente intekenen. Met de studentpromovendi verwacht ze meer buitenlands bèta-talent te kunnen aantrekken. Delft bestudeert de plannen nog, maar de TU Eindhoven is kritisch. Die ziet vooralsnog geen aanleiding, knelpunten of noodzaak om het huidige stelsel actief te gaan wijzigen. “Wij kennen geen wervingsproblemen of andere zaken die aanleiding kunnen geven om hier aan mee te doen.”

De Erasmus Universiteit Rotterdam vindt het experiment interessant, maar wijst erop dat het huidige systeem promovendi meer zekerheid biedt en dat zij nu ook onderwijs moeten geven. Daarmee bouwen ze volgens de EUR belangrijke vaardigheden op die ze als studentpromovendus zullen missen.

Ook andere universiteiten beraden zich nog. Rector Luc Soete van Maastricht maant in universiteitsblad Observant tot voorzichtigheid. “Ons stelsel is vrij uniek in de wereld en een sterk punt. Het maakt ons aantrekkelijk voor jong buitenlands talent.”

De Universiteit van Tilburg is nog kritischer en moet goed bestuderen “of we dit überhaupt willen. Voor Nederlandse promovendi gaan we hier vooralsnog geen gebruik van maken”, aldus een woordvoerder.

Die slag om de arm maakt de Radboud Universiteit Nijmegen niet. Die liet aan Vox online weten dat dat ze haar promovendi als werknemers ziet en niet als studenten.

Advertentie