Utrecht wil mensenrechtenstad zijn

Burgemeester Wolfsen dineert met een homostel nadat zij in hun buurt zijn weggetreiterd.

Utrecht profileert zich als mensenrechtenstad. Dat bleek tijdens het eerste stadsdebat van Studium Generale. Amsterdam zet juist in op het stimuleren van hoffelijkheid.

De gemeente Utrecht wil zich actief profileren als mensenrechtenstad. Dat zei Barbara Oomen, hoogleraar in Utrecht en dean van de Roosevelt Academy in Middelburg tijdens de eerste van drie stadsdebatten die Studium Generale in samenwerking met de gemeente Utrecht organiseert.

Oomen is door de gemeente betrokken bij dit streven en zal ook onderzoek doen naar de mensenrechten in Utrecht. De recente oprichting van het College voor de Rechten van de Mens in Utrecht is een teken van dit streven. Volgens Oomen maakt de gemeente intern de mensenrechten in de stad wel belangrijk, maar durft ze nog niet sterk met het profiel naar buiten te komen. Volgens haar is het tijd voor een coming out. “Het lijkt of de stad wel aandacht wil voor mensenrechten, maar er niet mee naar buiten wil komen.”

Oomen is blij met het initiatief van de stad. Mensenrechten zijn niet iets wat ver weg speelt, ook in Utrecht worden die rechten geschonden. Ze noemde moeiteloos een aantal voorbeelden: kinderen die niet geaccepteerd worden op een school, vrouwen die tot prostitutie gedwongen worden, gehandicapten die de bibliotheek niet in kunnen. Het zijn in haar ogen allemaal schendingen van de mensenrechten.

Stavros Zouridis, hoogleraar recht en bestuur uit Tilburg, zette wel een kanttekening bij het Utrechtse initiatief. De gemeente schuurt volgens hem zelf regelmatig langs de grens van de mensenrechten. Als voorbeeld noemt hij de gebrekkige reactie van de gemeente Utrecht bij het treiteren van het homostel. En ook het zogenaamde ‘weekendarrangement’ waarbij oproerkraaiers in het uitgaansleven zonder vorm van proces een weekend worden vastgezet. “Dan schuurt de lokale overheid langs de grens van de mensenrechten”, constateert hij.

Bovendien vraagt Zouridis zich af of de juridische benadering van moraal de beste oplossing is. Je kijkt niet hoe mensen met elkaar omgaan, maar richt je op de rechten waar mensen minimaal een beroep op kunnen doen.

Dan is de manier die de Amsterdamse wethouder Andrée van Es heeft gekozen om de stad leefbaarder te maken effectiever, vindt Zouridis. De gemeente Amsterdam stimuleert de bewoners om met acties de hoffelijkheid in de stad stimuleren. Dat kan met een bierviltenactie waarbij kroegen opgeroepen worden het pand zachtjes te verlaten, het organiseren van een sportevenement in de buurt, of het stimuleren dat mensen elkaar aanspreken als er iets fouts gebeurt. “Maar de Amsterdamse methode werkt alleen als de overheid ook echt wil ingrijpen en als er echt iets verkeerds gebeurt", zegt Zouridis.

Tijdens het debat presenteerde Studium Generale een webapplicatie gemaakt in samenwerking met SETUP. Mensen konden bij het stadsdebat een korte vragenlijst invullen en kregen dan terug hoe hoffelijk ze eigenlijk zijn. Ook voor de komende stadsdebatten over sport en sociaal ondernemerschap is een app ontwikkeld.

Advertentie