UU-hoogleraar Beatrice de Graaf voorzitter Nationale Wetenschapsagenda

Beatrice de Graaf, geflankeerd door staatssecretaris Sander Dekker (links) en Alexander Rinnooy Kan en minister Jet Bussemaker (rechts)

De Utrechtse historica Beatrice de Graaf en UvA-universiteitshoogleraar Alexander Rinnooy Kan zijn benoemd als voorzitters van de Nationale Wetenschapsagenda.

Het tweetal gaat leiding geven aan gesprekken tussen wetenschappelijke instellingen, het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties die moeten leiden tot een breed gedragen onderzoeksagenda voor Nederland. Dat maakten de ministeries van OCW en Economie vrijdag bekend. De agenda is een uitwerking van de wetenschapsvisie die de ministeries in november naar buiten brachten.

Beatrice de Graaf keerde eerder dit jaar vanuit Leiden terug naar de UU om hoogleraar Internationale Betrekkingen te worden. Eerder studeerde zij Duits en Geschiedenis in Utrecht en promoveerde ze aan de UU. Door tv-optredens, onder meer bij De Wereld Draait Door, geniet De Graaf grote publieke bekendheid als terrorismedeskundige .

In het persbericht zegt staatssecretaris Dekker: “Beatrice de Graaf draagt vanuit haar wetenschappelijke expertise op een verfrissende manier bij aan het maatschappelijke debat en speelt op een begrijpelijke manier in op de zorgen in de samenleving.”

De afgelopen maanden uiten verschillende wetenschappers en studenten hun zorgen over de groeiende bemoeienis van buitenstaanders met de onderzoeksprioriteiten van universiteiten. In haar column in NRC Handelsblad was De Graaf zelf ook kritisch over alle pleidooien voor maatschappelijk nut van wetenschap.

In het persbericht zegt De Graaf nu: “Alles wat in de Nationale Wetenschapsagenda komt is belangrijk, maar niet alles wat belangrijk is komt in de agenda. De agenda moet de ruimte blijven bieden aan verbeelding en aan creatieve dwarsdenkers.”

Advertentie