Veel donoren wijzen onderzoek met hun organen af

Dertigduizend orgaandonoren willen niet dat hun organen voor wetenschappelijk onderzoek worden gebruikt. Misschien zouden het er meer zijn, als donoren al bij registratie de keuze kregen.

Het is Nationale Donorweek. Allerlei bekende en minder bekende Nederlanders brengen het belang van donorregistratie onder de aandacht. Als je zelf overlijdt, kan jouw hart het leven van een hartpatiënt redden. Het is belangrijk om te laten weten of artsen na je dood je organen mogen transplanteren.

Bij registratie kunnen nieuwe donoren uitzonderingen maken. Sommigen willen liever niet dat iemand hun ogen krijgt, anderen willen hun huid niet afstaan enzovoorts. Een klein deel van de donoren maakt bezwaar tegen het gebruik van de organen voor wetenschappelijk onderzoek naar transplantatie. Het zijn er 30.000 van de 3,4 miljoen.

Het komt zelden voor, maar soms is een orgaan al uitgenomen en blijkt het toch niet geschikt voor transplantatie. Dan kunnen artsen het gebruiken om wetenschappelijk onderzoek naar transplantatie te verrichten.

Op de website van het donorregister is deze informatie een beetje weggestopt. Het staat niet in de hoofdtekst over donorregistratie, maar wel in de uitgebreidere folder en bij de informatie over het registreren zelf.

Bezwaar maken tegen het wetenschappelijk gebruik van organen gaat nog per post, terwijl de rest van de registratie digitaal kan. Ook het uitzonderen van bepaalde organen gebeurt met een muisklik.

Hoe klein het groepje donoren ook is dat bezwaar maakt tegen wetenschappelijk gebruik van zijn organen, hun aandeel groeit wel. Momenteel heeft 0,9 procent een voorbehoud gemaakt, terwijl dat in eerdere jaren een tiende lager was. In sommige jaren maakte slechts 0,2 procent van de nieuwe donoren bezwaar.

Overigens is orgaandonatie iets heel anders dan het lichaam nalaten aan de wetenschap. Wie zijn lichaam na zijn dood aan de wetenschap wil schenken, moet zich bij een academisch ziekenhuis laten registreren. 

Advertentie