Bij ons op Harv’d (3)

Ik gaf al aan dat topuniversiteiten graag inzetten op postdocs, liever dan op promovendi. In het lab waar ik momenteel verblijf, is dat idee nog sterker uitgewerkt. Hier zit momenteel geen enkele promovendus. Toen ik mijn Harvardcollega vroeg of het hier al net zo moeilijk is om promovendi gefinancierd te krijgen,  was het antwoord dat hij er zoveel kon krijgen als hij wilde, maar dat hij zijn beperkte zit- en labruimte liever besteedt aan postdocs.

Die gedachte heeft mijn collega onlangs kracht bijgezet door een muur te laten plaatsen in zijn eigen werkkamer. Daarmee kreeg hij de fysieke ruimte om nog een postdoc binnen te halen. Overal zitten mensen in hokjes die de Nederlandse ARBO-wet op alle fronten overtreden en niemand die klaagt (zie foto).

Klagen over andere dingen doen ze hier overigens wel. Dan gaat het natuurlijk over centen. Kennelijk is dat eigen aan de mens en hebben de UU en Harvard toch iets gezamenlijks! Harvard heeft, ondanks het gigantische verlies op de aandelenmarkt van een paar jaar geleden, nog een vrolijke 27 miljard dollars (dit is geen schrijffout) in hun portefeuille. 2010 was een lekker jaar op de aandelenmarkt en zo kan Harvard weer een dikke miljard op zijn rekening laten bijschrijven.

Als wij als Harvard willen zijn, dan mogen we in Utrecht wel eens gaan sparen. Of misschien moeten we hele goede vriendjes met Harvard worden, want een druppeltje uit de regenton van Harvard zou alle financiële sores in Utrecht als een druppel op een gloeiende plaat doen verdwijnen. Als ik zo via DUB lees wat er momenteel allemaal in Utrecht gebeurt, hebben we die plaat in ieder geval al op temperatuur.

Deze toch al niet armlastige universiteit profiteert verder van een sociaal cultuurverschijnsel waar wij in Nederland nog aan moeten leren wennen; namelijk dankbaarheid en liefde voor de universiteit die je opgeleid heeft en daarmee medeverantwoordelijk is voor je huidige levensstandaard. Deze liefde wordt uiteraard geuit in de vorm van donaties. Alumni en ‘vrienden van’ (goed gedaan Andre Bolhuis!) storten hier jaarlijks een ruige half miljard dollars in het geldpakhuis van de Oom Dagobert van Harvard.

Dat geldt overigens niet alleen voor Harvard. Landelijk praat je over meer dan 20 miljard euro aan donaties. Harvard geldt ook op dit gebied als één van de grote ontvangers. De eerlijkheid gebiedt te vermelden dat er hier een ander belastingklimaat bestaat; één die dit soort stortingen aanmoedigt. En ook daarom zal het moeilijk zijn om in Nederland als Harvard te worden.

Ondanks deze gigantische reserves op de bankrekening is studeren hier duur. Maar ook dat is geen probleem; studenten zien studeren vooral als een kans en investering voor hun toekomst. Ze betalen meer dan 30.000 dollar per jaar en toch heeft Harvard veel meer aanmeldingen dan ze kunnen plaatsen. Het zal niet als een verrassing komen dat je hier vooral studenten uit de beter gesitueerde klasse ziet.

Niet iedereen is blij met de elitaire samenstelling van de studentenpopulatie. Een tiental jaren geleden hield een emeritus Harvardpresident een hartstochtelijk pleidooi om het collegegeld met de helft te verlagen. Dit om Harvard ook toegankelijk te maken voor de middenklasse. Onze Hans Amman zou het zweet tussen de billen krijgen en Zoete Lieve Gerritje inzetten, maar hier was de oplossing heel simpel. Door jaarlijks met één procent in te teren op de reserves zou deze wens al gerealiseerd kunnen worden. Het is er niet van gekomen, de Dagobert van Harvard bleef, net als zijn vriendje in Duckstad, een krenterig mannetje. 

Wordt vervolgd


 

Advertentie