Bij ons op Harv'd (4)

Ik had al een tijdje medelijden met de mensen in Nederland, maar uiteindelijk is het hier op 20 december ook gaan sneeuwen. Niets bijzonders, gewoon wat flurries die de volgende dag ook weer foetsie waren. De sneeuw was voorspeld, dus ben ik zaterdag jongstleden aan de wandel geslagen om wat foto’s te schieten van Boston bij een nog redelijk blauwe lucht.

En als je dan langs de Charles River loopt dan kun je niet om het bekende hoofdgebouw met de beroemde koepel van het Massachusetts Institute of Technology heen. Bij het zien van deze koepel moet ik altijd denken aan wellicht de beroemdste van de vele ‘dome hacks’ van haar studenten. In 1994 parkeerden ze, zonder dat iemand het zag, een politieauto compleet met zwaailichten op de koepel. De plaatjes gingen de hele wereld over en het duurde enige tijd voordat men begreep hoe deze creatieve studenten dit voor elkaar hadden gespeeld. Er wordt nu nog over gepraat.

Deze universiteit is in de wetenschappelijke volksmond beter bekend als het M.I.T., uitgesproken als EM-AAI-TEE. Er bestaat ook een C.I.T maar de kans is groot dat u daar nooit van heeft gehoord. Toch zijn het M.I.T. en het C.I.T. elkanders grote rivalen en de M.I.T. studenten hebben al vele streken uitgehaald met het andere – even zo beroemde - instituut aan de westkust van de VS (en vice versa). Het C.I.T. is beter bekend onder haar stoere naam CalTech, de afkorting voor het California Institute of Technology. Namen geven kunnen ze hier wel; zolang het maar indrukwekkend klinkt.

Over indrukwekkende namen gesproken, naast het hoofdgebouw van het M.I.T. staat het ‘Walker Memorial’. Klinkt ook goed! Niet zo truttig als ‘gebouw’. Ik had het in mijn vorige bijdragen over huisvesting en de mentaliteit van alumni. In dit gebouw komen deze aspecten samen en dat geeft meteen een groot verschil met Utrecht weer. Valt de Universiteit Utrecht bijkans om als gevolg van de huisvestingslasten en onverantwoorde megalomane bouwhobby’s van bestuurders, hier is dat anders. Een van de redenen staat op de gevel van dit gebouw gebeiteld: “Gift of the alumni of the Massachusetts Institute of Technology, dedicated to the memory of Francis Amasa Walker”. Dat is natuurlijk wel lekker; een gebouw krijgen van je alumni. De voorzitter van onze alumni vereniging, André Bolhuis, is vast niet de enige die ervan droomt. Het is hier zeker niet uniek dat een gebouw gesponsord wordt. Ik heb me laten vertellen dat er bij sommige universiteiten zelfs een wachtlijst bestaat als je een gebouw wilt schenken waaraan jouw naam wordt verbonden.

Na een half uur flink doorstappen kom je aan in het gebied waar Harvard University is gevestigd: Harvard Square en omgeving. Dat staat ook vol met prachtige en minder prachtige gebouwen. William James Hall, het hoge, in de wijde omtrek zichtbare, witte gebouw - zeg maar het ‘Van Unnik’ van Cambridge - is een monster van 15 verdiepingen waar de psychologie is gehuisvest. Het past op het eerste gezicht helemaal niet bij de omringende Harvard gebouwen.  Ik heb veel tijd doorgebracht in dit gebouw dat voor mij thans mooi is van lelijkheid, maar de gemiddelde bezoeker zal dat anders ervaren.

Ik vroeg onlangs aan een van de hoogleraren hoe Harvard ooit voor zo’n ontwerp had kunnen kiezen. Het antwoord was kort en veelzeggend: Er was iemand met een hele grote zak geld die Harvard graag wilde helpen. Het bod was een package deal: De architect van de weldoener had zijn werk al gedaan en Harvard hoefde alleen maar voor de grond te zorgen. Hier gold take it or leave it en op Harvard is zo’n beslissing dan snel genomen. Ik ben er overigens van overtuigd dat we daar in Utrecht ook geen problemen mee zouden hebben. Gelukkig toch een overeenkomst!

Veel gebouwen zijn dus gesponsord door rijke families en alumni. Zo kreeg de beroemde Widener bibliotheek geld van de familie Widener om hun zoon, een Harvard alumnus die bij de ramp met de Titanic overleed, te eren. Maar, ook op Harvard kent men het gezegde Wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd. In veel van de boeken in deze gigantische bieb zit aan de binnenkant van de kaft een mooi velletje papier geplakt met daarop bijvoorbeeld de tekst: Gift by Joseph Janssen class of 1964 of gewoon ‘Gift by...’. Veel alumni en vrienden van Harvard geven geld zodat ze daarvoor boeken kunnen aanschaffen. Psychologisch een slimme zet van Harvard, want het is toch leuk te weten dat je gift voor het komende eeuw op een beroemde boekenplank staat, en ook nog met jouw naam erin. Zelfs na je dood word je nog gewaardeerd door de lezer! Als we, als Utrechtse alumni, zo onze bibliotheek zouden (kunnen) sponsoren, dan komt het misschien toch nog goed.

Dan nog een leuke anekdote over de boeken. Rumour has it, zoals ze dat hier zo mooi zeggen, dat er nog maar één boek van de oorspronkelijke verzameling van John Harvard bestaat. Zijn originele boeken waren ondergebracht in Harvard Hall. Tragischerwijze ging dit gebouw in 1764  met alle boeken in vlammen op. Alle boeken op één na: dat van ene student Ephraim Briggs. Hij had zijn geleende boek niet op tijd ingeleverd. Iets dat op Harvard een doodzonde is omdat iedereen kennis moet kunnen opsnuiven en boeken dus toegankelijk moeten blijven. Toen hij het boek na de brand alsnog inleverde, waren de notabelen uiteraard zeer in hun nopjes, immers er was toch nog een boek uit de collectie van John Harvard gespaard gebleven. Briggs werd uitdrukkelijk bedankt en vervolgens – omdat hij het boek niet op tijd had ingeleverd - alsnog van Harvard gestuurd: “Thank you so much!  By the way, you are expelled!”.

Maar zoals zo vaak, spannende verhalen gaan hun eigen leven leiden en later onderzoek wees uit dat Briggs gewoon is afgestudeerd en dat ze ook hier graag overdrijven.

Wordt vervolgd

Advertentie