De wereld anno 2010

Volvo voor een spotprijs verkocht aan Chinezen. Wie had dat een paar jaar geleden voorspeld? Leuk of niet leuk, dat is de vraag niet. Een ding is zeker, dit is nu onze werkelijkheid. Vluchten kan niet meer.

We kunnen ons niet veilig achter de dijken terugtrekken, de canon verplicht stellen en de kop in het zand steken. We zullen de leeuw recht in de ogen moeten zien: het wordt nooit meer zoals het vroeger was.
Als we onze welvaart willen behouden zullen we ervoor moeten zorgen dat we de grondstof voor onze economie goed op orde hebben. Die grondstof bestaat niet uit aardgas, steenkolen of geestgronden. De grondstof voor onze economie is: goed geschoolde mensen. Nu al, en straks nog meer.

Uit die wetenschap kunnen we vele prioriteiten afleiden voor toekomstig beleid.

Nederland moet een plek zijn waar het voor internationaal talent goed toeven is. Voor het eigen talent, en voor buitenlands talent.

Goed en veilig wonen is dus belangrijk. Ook voor starters op de woningmarkt. Ook voor kenniswerkers en andere mobiele zzp ers. Goede –ook internationale, ook tweetalige- scholen voor je kinderen, zodat ook die hun talenten optimaal ontplooien. Goede zorgarrangementen , zodat je niet tussen je 25e en 35e permanent overspannen van voorschoolse naar naschoolse opvang rennen moet. En zodat we het dubieuze record van de oudste moeders ter wereld van ons af gaan schudden.

Onderwijs dat niet alleen de zaken uit het verleden zorgvuldig en efficiënt overdraagt, maar dat goed aangesloten is op de buitenwereld. Als dat betekent dat spelenderwijs Engels geleerd moet worden op jonge leeftijd, dan doen we dat gewoon. En als we een tweedeling zien ontstaan naar sociale herkomst, dan bestrijden we die met alles wat in ons is. We kunnen immers geen talent verloren laten gaan.

We zorgen er ook voor dat studenten met regelmaat een frisse neus elders halen. Of dat nu joint degrees zijn, internationale stages of gemeenschappelijke projecten, het doet er allemaal niet toe. Als ze maar ervaringen opdoen die maken dat ze de nieuwe wereld niet eng vinden, maar er een uitdaging in zien. Zodat ze hun talent inzetten om die nieuwe wereld duurzamer en eerlijker te maken dan de wereld die ze van hun ouders erven.

In de afgelopen 50 jaar was de internationalisering van ons onderwijs voornamelijk gericht op het opbouwen elders van de benodigde onderwijs- en kennis capaciteit.

Daarna ontdekten we de betalende buitenlandse student.

Nu pas beginnen we ons te realiseren hoe belangrijk het is dat onze eigen studenten de boot niet missen, hun talen spreken, en korter of langer in het buitenland verblijven. Internationalisering kruipt meer en meer de kern van het curriculum binnen.

Dat betekent dus nieuwe eisen aan accreditatie en nieuwe eisen aan docenten.

Tot nu toe proberen we de tamelijk honkvaste Nederlandse studenten in beweging te krijgen met “wil weg”acties.

Die campagnes krijgen binnenkort echter steun uit onverwachte hoek. De landen die we eerst hielpen met het opzetten van hun universiteiten en met het opleiden van hun studenten, beginnen de zaak inmiddels goed op orde te krijgen. En komen nu grondstoffen hier halen. “Kom studeren in de nieuwe wereld van China, India, of Brazilie”. “We hebben straks misschien ook nog wel ook wel een interessante baan voor je.”

Oeps!

Hoeveel tijd hebben we eigenlijk nog om ons huis op orde te krijgen?

Vraag eens hoe ze daar bij Volvo in Zweden tegenaan kijken.

Advertentie