Hoe krijg je meer beta’s?

Als je meer scholieren voor de betaopleiding wil strikken, moeten ze meer tijd krijgen om een profielkeuze te maken. Dat werkt volgens Peter Selten van Algemene Sociale Wetenschappen beter dan een blits filmpje of scheikundebeurzen.

Vorige week was er de nodige ophef over een spotje van de Europese Commissie dat meisjes wilde verleiden een bètaopleiding te kiezen. We zagen typetjes met lipstick, jurkjes en hoge hakken tegen de achtergrond van erlenmeyers en bunzenbranders. Het filmpje heeft voor zoveel ophef gezorgd dat het offline is gehaald.

Dezelfde week zag ik ook een item in het NOS-journaal over de Topsector Chemiebeurs die vijf grote chemische bedrijven beschikbaar hebben gesteld aan vijf scholieren. Zij krijgen drie jaar lang elk vijfhonderd euro per maand om hun studie scheikunde te doen. Het item toonde vier van de vijf scholieren die deze beurs hebben gekregen en toevallig zat ik er samen met mijn zoon en een paar vrienden, allemaal 4 VWO, naar te kijken. De winnaars van de beurs beantwoordden in alle opzichten aan het stereotype van de bètastudent: nerderiger dan nerd, wat nog eens versterkt werd door de witte jassen en onflatteuze laboratoriumbrillen. Het commentaar bij ons in de huiskamer was dus niet van de lucht. ‘Daar wil je toch niet bijhoren’, was nog een van de vriendelijkste opmerkingen. En ook de gedachte aan die 500 euro per maand sloeg bij de heren niet aan: ‘uitslovers!’.

Wat werkt dan wel om scholieren voor bèta te laten kiezen? We weten dat groepsdruk een belangrijke rol speelt bij de keuzeprocessen van adolescenten en dat imago daarin een belangrijke rol speelt. Zo’n glamourfilmpje werkt dus alleen als je het vergezeld laat gaan van verplichte cosmetica- en kledingadviezen voor de leraressen scheikunde en natuurkunde.

Het probleem ligt waarschijnlijk dieper. De meerderheid van de politieke partijen pleit in zijn partijprogramma voor verhoging van de leeftijdsgrens op de verkoop van alcoholhoudende drank naar 18 jaar. Het motief is dat jongere kinderen niet in staat zijn om de risico’s van alcoholgebruik te overzien en een verantwoorde keuze te maken. Toch verwachten we dat diezelfde kinderen al op 15-jarige leeftijd wel in staat zijn een verantwoorde profielkeuze te maken, die allesbepalend is voor de rest van hun carrière. Want terugkomen op je keuze en switchen naar een ander profiel kan alleen op straffe van zitten blijven en dat betekent op veel middelbare scholen bijna automatisch dat je in een lager schooltype wordt geplaatst. Twijfelende derdeklassers kiezen dus misschien maar het zekere voor het onzekere, al dan niet onder druk van hun ouders: waarom zou je een moeilijk profiel kiezen als het niet hoeft en als je niet zeker weet of je het wel aankunt?

Je kunt je ook afvragen of vijftienjarigen wel over de competenties beschikken die NT-vakken verwachten, zoals abstract denken en metacognitie. Natuurlijk heb je die vaardigheden ook nodig bij andere vakken, maar voor een goed begrip van met name Wiskunde B en D en Natuurkunde zijn ze onmisbaar. Al het hersenonderzoek van de laatste jaren heeft aangetoond dat juist de ontwikkeling van deze cognitieve vaardigheden pas in de loop van de adolescentie op gang komt en doorloopt tot het 22e, 23e levensjaar, zeker bij jongens. Als je iets niet snapt, is het ook moeilijk om er interesse voor op te brengen en gemotiveerd te blijven.

Wordt het daarom niet eens tijd om analoog aan het alcoholbeleid serieus na te denken over de leeftijdsgrenzen in het onderwijsstelsel? Geef laatbloeiers een kans! Stel de keuze voor profielen een jaar uit of maak die op zijn minst flexibeler. Ik voorspel dat dat tot betere resultaten zal leiden dan financiële prikkels of campagnes die de verkeerde toon aanslaan.

Advertentie