Ideeën mogen, veranderingen niet.

Nadat Tim Woensdregt en ik een paar kritische onderwijsdocumentaires hadden gemaakt over het eenzijdige rationalistische onderwijs op de universiteit, mochten wij op veel verschillende onderwijscongressen langs komen. Daar viel ons op dat er wel degelijk nagedacht wordt over vernieuwing van het wetenschappelijk onderwijs. Maar er verandert weinig.

Ideeën over cursussen, waarin studenten kennis moeten vertalen naar een documentaire, passeerden de discussietafels. Docenten, beleidsmedewerkers en andere onderwijsgeïnteresseerden voelden wel de prikkeling en de potentie om buiten de wetenschappelijke grenzen te kijken hoe onderwijs betekenisvoller kan zijn. De vraag is natuurlijk of deze mooie ideeën ooit worden omgezet in beleid. Na vijf jaar op verschillende universiteiten te hebben gestudeerd en mee te hebben gediscussieerd over het te voeren beleid, is mijn idee van niet: de universiteit houdt veel te graag vast aan de oude westerse normen en principes.

Al vanaf de verlichting is onze maatschappij sterk gericht op ons rationeel denkvermogen. Niet onze ervaring, maar juist ons vermogen om de wereld los te laten werd de manier om de wereld te analyseren, te ‘overzien’ en zelfs te voorspellen. Het rationalisme heeft in deze zin veel voor ons kunnen betekenen. Naast een zekere geestelijke structuur die we met ons abstractievermogen konden aanbrengen, werd de onzekere wereld een stuk beter te verklaren en te voorspellen. Het huidige onderwijssysteem hecht dan ook nog steeds veel waarde aan ons rationeel denkvermogen. Zo moeten kinderen nu in Nederland al op zesjarige leeftijd rekenen en dus abstract leren na te denken. Maar vooral het wetenschappelijk onderwijs op de universiteit stimuleert ons vanuit een rationele bril naar de wereld te kijken, door bij elke vorm van studie een hoog abstractieniveau in te nemen.

Zoals bleek uit de brainstormsessies op de verschillende onderwijscongressen, is men het er echter steeds vaker over eens dat de universiteit niet moet blijven steken in eenzijdig rationalistisch onderwijs. Zo bestaat het idee dat de universiteit ook cursussen zou moeten aanbieden, waarin een combinatie tussen theorie en praktijk wordt gemaakt. Deze ideeën over onderwijs passen goed bij de visie van Eckart Tolle, docent en schrijver van het beroemde boek ‘The Power of The Now’. Hij stelt dat de westerse maatschappij is doorgeschoten in het waarderen en trainen van ons rationeel denkvermogen. Door de wereld steeds vanuit een abstract niveau te onderzoeken en te bespreken, zijn we vergeten waarvan we ook al weer abstraheerden: de wereld zelf. De theorieën en modellen op de universiteit bieden ons wel overzicht en verklaringen, maar kunnen ons ook te ver distantiëren van de wereld waarin we staan. Eckart Tolle waarschuwt in zijn lezing ons dan ook om niet nog harder te gaan ‘nadenken’, wat problemen niet zal oplossen maar juist zal verergeren. Voor het onderwijs op de universiteit betekent dit dus dat we niet moeten blijven hangen in abstractie, maar binnen het onderwijsprogramma ook ruimte moeten bieden voor de praktijk, intuïties en creativiteit.

Hoewel de universiteit ruimte biedt voor deze nieuwe ideeën, zoals op onderwijscongressen of hier op het onafhankelijke platform van de universiteit, lijkt het haar eenzijdig rationalistisch onderwijs echter niet zo snel te willen veranderen. Nu er flink bezuinigd moet worden, zijn het juist de onderdelen die nog het meeste contact met de dagelijkse praktijk hebben, zoals de papieren editie van het Ublad, die het veld moeten ruimen. Wil de universiteit echter aantrekkelijk en verruimend onderwijs aanbieden, dan moet het niet blijven hangen in ideeën maar concrete veranderingen door gaan voeren. Het lijkt er echter nu op dat in tijden van bezuinigingen de universiteit teruggrijpt naar de oude roots, wat naar mijn idee zorgt voor een verarming van het onderwijs.

 

 

Advertentie