Minder euroscepsis na studiereis Brussel

Een groep eerstejaars studenten bestuurs- en organisatiewetenschap bracht vorige week een bezoek aan Brussel. Jochem Hoogenboom beschrijft zijn observaties.

Het had veel weg van een schoolreisje. Om stipt 7 uur in de ochtend vertrok de bus vanuit het Moreelsepark en wie te laat was had pech. Letterlijk een buslading studenten bestuurs- en organisatiewetenschap (B&O) maakte zich op voor een dagje Brussel.

Het moge duidelijk zijn dat Brussel niet plaats van bestemming was vanwege het Belgische bier of het historische stadscentrum (waar gelukkig wel van genoten werd tussen de bedrijven door) maar vanwege alle Europese levendigheid in de stad.

EU-sceptici vieren hoogtij
Veel van de meereizende studenten (waaronder ikzelf) waren nog nooit op bezoek geweest bij een Europese instelling in Brussel. Met welke verwachtingen reis je dan af? De publieke opinie is – zacht gezegd – wantrouwend tegenover het Europese gebeuren. EU0sceptici vieren hoogtij. Zo sierde dinsdag 19 april de titel ‘Rot toch op met je Europa’ de voorpagina van nrc.next. Voor ons B&O’ers is ‘Europa’ een grote potentiële werkgever. Werd het een zoektocht naar de nuance van Brussel?

Ook in Brussel zijn er EU-sceptici en wij spraken er een: Daniël van der Stoep van de Partij Voor de Vrijheid (PVV). De publiekelijke relatieperikelen van deze non-attached europarlementariër laten we maar even buitenwegen. Nadat de vriendelijke Duitse host die zojuist een promotiepraatje over Europa had gehouden behendig de is deur uitgewerkt brandt Van der Stoep los.

PVV-retoriek
“Even over mijzelf: ik ben 30 jaar, studeerde internationaal en Europees recht, heb binnen de PVV als beleidsmedewerker gewerkt voor de portefeuille van Hero Brinkman en werk nu met plezier een aantal maanden hier voor het Europees Parlement.” Vraag uit de zaal. “U zegt hier enige maanden met plezier te werken, maar zo leuk vinden jullie PVV’ers Europa toch niet?” De toon is gezet. Van der Stoep hanteert inmiddels bekend in de oren klinkende PVV-retoriek om duidelijk te maken dat het toch echt anders zit dan de gevestigde elite ons doet geloven.

Intrigerend zijn de inkijkjes in de afwegingen die je als scepticus te midden van het systeem hebt te maken. Voorstemmen als het gaat om sympathieke voorstellen (bijvoorbeeld op gebied van mensenrechten) terwijl je eigenlijk niet vindt dat Europa dat hoort te regelen. Je niet aansluiten bij een fractie omdat “amendementen hoe dan ook toch niet aangenomen worden” en banden met islamitische staten onderhouden vanwege de olie.

Wantrouwen
Soms lijkt het wantrouwen door te schieten in een bijna naïeve ‘als het maar geen Europa heet’-houding. Er zullen in een globaliserende wereld namelijk altijd grensoverschrijdende thema’s bestaan. Hoe inefficiënt je de EU ook kunt vinden, nieuwe bestuurslagen creëren om die thema’s aan te pakken zal in alle gevallen vele malen tijd-, geld- en energierovender zijn.

De PVV goodiebag is in de pocket. Op naar het Huis van de Nederlandse Provincies (HNP). Een lobbyorganisatie die de belangen van Nederlandse provincies (soms gezamenlijk, soms afzonderlijk) onder de aandacht probeert te brengen. De belangrijkste wetgevende macht van de EU is de Europese Commissie (EC) waar dan ook de meeste lobbypijlen op gericht worden.

Lobbyisten
De Europese democratie zit enigszins anders in elkaar dan de Nederlandse: lobbyisten zijn een enorm belangrijke factor in alle fasen van het wetgevingsproces. In Brussel strijden zo’n 15.000 lobbyisten voor de belangen van provincies, bedrijven, rokers, het milieu, et cetera (bron: HNP). Hoezeer de EU vaak wordt afgeschilderd als bureaucratisch systeem zijn er voor de EC ‘slechts’ 23.000 ambtenaren werkzaam (bron). Ter vergelijking: het Nederlandse Rijk telt er 124.000 (bron).

Die 23.000 commissieambtenaren zijn dus continu op zoek naar informatie. Die kan worden verschaft door lobbyisten. Ook zijn lobbygroeperingen nuttig voor ‘marktonderzoek’: een wet tegen het licht houden bij een lobbygroep die bijvoorbeeld de helft van een bedrijfstak vertegenwoordigt geeft een goed beeld van hoe de wet ‘in de markt’ ligt.

Tata Steel
Wanneer trek je als lobbyist voor het HNP de champagne open? Dat kan één tekstregel in een wetsvoorstel van de commissie zijn. Om een voorbeeld te geven: de provincie Noord-Holland voerde een actieve lobby bij de commissie inzake de CO2 emissierechten om ‘hun’ Tata Steel (voorheen Corus, een belangrijke werkgever in de regio IJmuiden) te sparen.

Van een vergaand sceptische houding naar champagne voor één regel in een wetsvoorstel. Eerste reacties van veel B&O’ers was dat die ene regel toch wel een heel karig resultaat is van maanden inspanning. Echter: de meeste veranderingen in de wereldgeschiedenis zijn niet over één nacht ijs gegaan. Wanneer alle lobbyisten en parlementariërs zouden denken dat ze niets betekenden en de koffers inpakten zou de Europese democratie platgelegd worden. Het is de kunst onszelf te beschouwen als (weliswaar piepkleine) radertjes in de wereldgeschiedenis.

Minder eurosceptisch
Ja, de EU kan veel efficiënter. Net als het hoger onderwijs en de Nederlandse rijksoverheid, om maar een dwarsstraat te noemen. Maar ik ging een stukje minder eurosceptisch uit Brussel.

Een grote taak voor Europa ligt op het gebied van communicatie. Europa is in de ogen van veel burgers een zichzelf in stand houdend circus van politieke en bestuurlijke elite. En dat terwijl er in Brussel (en Straatsburg, tja Straatsburg…) beslissingen worden genomen over aangelegenheden die zich bij onze voordeuren en achter onze beeldschermen afspelen. Bijvoorbeeld voor zo’n Huis van de Nederlandse Provincies ligt daar een schone taak. Zeg wat je doet en doe wat je zegt. Hoe dan ook: parlementariërs zullen verwelken, wetsvoorstellen vergaan, maar de EU: die zal altijd blijven bestaan.

Advertentie