Utrecht Universiteit, verbreek banden met Israëlische universiteiten

Sinds februari 2021 kunnen studenten van de faculteit Recht, Economie en Bestuurskunde op uitwisseling naar de Hebrew University of Jerusalem. Studenten van de faculteit Sociale Wetenschappen kunnen op uitwisseling naar Reichmann University (voorheen het Interdisciplinary Center Herzliya). Universiteitsbreed kunnen studenten een semester besteden aan Haifa University. Deze uitwisselingsafspraken houden in dat er elk jaar studenten van de Universiteit Utrecht aan Israëlische universiteiten kunnen studeren, en studenten van Israëlische universiteiten in Utrecht. Deze uitwisselingen maken deel uit van het algemeen initiatief van de UU om onderzoeks- en onderwijssamenwerkingen aan te gaan met buitenlandse universiteiten, waaronder in Israël. Volgens de “richtlijn formaliseren partnerschappen”  van de faculteit Recht, Economie en Bestuurskunde zijn deze samenwerkingen bedoeld om de carrièreperspectieven van studenten en personeel te stimuleren.

Het doel van de UU’s samenwerking met Israëlische universiteiten is duidelijk om kansen te bieden tot leren en groeien, alswel uitwisseling van cultuur en ervaring. Maar wat zijn de ethische en politieke implicaties van zulke samenwerkingen? Wat betekent het daadwerkelijk om deel te nemen aan onderwijs op universiteiten in Israël, een koloniale staat wiens wrede beleid tegen Palestijnen onlangs door Human Rights Watch als vorm van apartheid en vervolging is aangemerkt?

Israëls apartheidsmisdaden
In mei van 2021 voerde het Israëlische leger genadeloos bombardementen uit op Gaza waarbij het meer dan 200 mensen doodde, 2000 verwondde, en de huizen en het levensonderhoud van duizenden families verwoestte. Deze aanvallen dienden om een bevolking te verpletteren die al door Israëlisch beleid voedsel, water en elektriciteit tekort komen. Ondertussen bestormde zwaarbewapende Israëlische politie Palestijnse wijken, waar ze invallen en arrestaties deden, en met geweld Palestijnse families verdrongen. Ze werden hierin bijgestaan door boze menigtes kolonisten.

Dit geweld is niet nieuw. Israëlisch geschiedkundige Ilan Pappé toont aan hoe Israëlisch politie-, burger- en militair geweld tegen de Palestijnse bevolking – gecombineerd met de etnische zuivering, bezetting en kolonisatie van Palestijns grondgebied – een integraal deel uitmaken van het koloniale project van de staat Israël. De onteigening van Palestijns land en leven door landroof en de  verwijdering van Palestijnse gemeenschappen en hun vervanging voor Joodse gemeenschappen is al vanaf voor diens stichting in 1948 de ononderbroken modus operandi van het Israëlisch staatsproject. Sinds 1967 heeft Israël meer Palestijns gebied bezet en geannexeerd in Gaza en de Westelijke Jordaanoever, inclusief Oost-Jeruzalem. Sinds 2007 heeft het Gaza verdere illegale zee-, land- en luchtblokkades opgelegd.

Poster: Meera Sethi, Visit Palestine - Zaraffeh, 2010,

Elk facet van Palestijnse leven wordt beheersd door Israël, op diens grondgebied én in de Bezette Palestijnse Gebieden. De door de staat gesanctioneerde kolonisatie van de Bezette Gebieden deelt het gebied waarin Palestijnen leven op in steeds meer van elkaar afgesneden eilandjes, gescheiden door exclusief Joodse nederzettingen (illegaal onder internationaal humanitair recht). In Palestijnse steden vordert kolonisatie buurt na buurt, straat na straat, en huis na huis. Bij dit proces is een beleid van gedwongen uitzettingen en de sloop van huizen gemoeid. De recentse voorbeelden hiervan zijn Sheikh Jarrah en Silwan.

Daarnaast past Israël militair-ruimtelijke technologie toe zoals muren, barrières, checkpoints, blokkades, surveillance vanuit de lucht en wegversperringen. Deze technologieën functioneren volgens architect en onderzoeker Eyal Weizman als een systeem van koloniale bedwinging en scheiding van bevolkingsgroepen. Israëlische beheersing gaat nog dieper dan dat: het heeft de controle over de toegang tot basale middelen als geld, water, elektriciteit, medicijnen en bouwmaterialen, naast andere essentiële goederen die cruciaal zijn voor Palestijnen om te kunnen leven.

Deze discriminerende praktijken zijn slechts een klein deel van de vele waar Palestijnen dagelijks mee te maken hebben onder koloniale Israëlische bezetting. Een recent rapport van Human Rights Watch toont hoe de Israëlische autoriteiten systematisch een etnisch Joodse groep bevoorrechten over een Palestijnse door wetten door te voeren die Israëlische controle van demografie, grond en politieke macht verzekeren. Het koloniseren van land onder bezetting en etnisch zuiveren zijn illegaal onder internationaal humanitair recht. Desondanks voert Israël deze praktijken nu al langer dan 70 jaar. Palestijnen noemen dit al jaren apartheid. Recentelijk bevestigden Human Rights Watch en Israëlische mensenrechtenorganisatie B’Tselem dat het geweld, de systematische discriminatie en de onteigening die Israël begaat inderdaad kwalificeert als apartheid onder internationaal recht. Eerder dit jaar kondigde het Internationaal Strafhof in Den Haag aan dat het een onderzoek doorzet naar oorlogsmisdaden in de Bezette Gebieden, een onderzoek waaraan Israël overigens weigert mee te werken.

Israëlische universiteiten
Israëlische universiteiten, waaronder die waarmee Utrecht studenten uitwisselt en onderzoek heeft gedaan, werken mee aan het ontwikkelen, onderhouden, implementeren en innoveren van Israël’s beleid van militaire bezetting, apartheid en etnische zuivering. Israëlische universiteiten bieden namelijk militair onderwijs en geavanceerd onderzoek naar de nieuwste militaire technologie. Sinds 2018 is Haifa University de trotse nieuwe thuisbasis van de academie waar de Israëlische militaire elite wordt opgeleid. Veel afgestudeerden vinden werk in Israëls booming wapen- en surveillanceindustrieën. Michael Federmann hoofd van Elbit Systems, Israëls grootste private wapenconcern, is voorzitter van het College van Bestuur van de Hebrew University of Jerusalem. Verder bezit de Hebrew University verscheidene gebouwen op bezet Palestijns gebied in Oost Jeruzalem, heeft het proactief pogingen gesteund om Palestijnse families uit hun huizen te zetten, faciliteert het een Israëlische militaire academie, en laat het Israëlische politie gebruik maken van de daken van de universiteit om Palestijnen in Oost Jeruzalem te surveilleren.

Daarnaast ondersteunen en leiden Israëlische universiteiten de ondernemers, marketeers en ambassadeurs op die Israëls reputatie onderhouden als kenniseconomie en hub voor academische, technologische en creatieve excellentie en innovatie. Israëlische universiteiten werken dus mee aan het beeld dat wordt geschetst van Israël als enige liberale democratie in het Midden Oosten en als een veilige haven voor LGBTQIA+ personen. Dit dient ertoe Israëls systematische mensenrechtenschendingen te verbloemen en te pink-washen.

Overigens is het ware gezicht van Israëls kenniseconomie niet moeilijk te vinden: Elbit Systems maakt openlijk reclame voor diens wapentechnologieën als “battle-proven”. Ontwikkeld voor oorlog en getest op Palestijnen worden Israëlische productien óf direct verkocht op de internationale wapen- en beveiligingsmarkt óf aangepast en verkocht aan big tech of consumenten.

De internationale academische gemeenschap wordt zich er steeds bewuster van dat Israël een apartheidsstaat is en dat diens centra van kennisproductie meewerken aan het in stand houden van permanente bezetting en apartheid. Activisme van studenten en werknemers voor Palestina aan onder meer Amerikaanse, Britse en Zuid Afrikaanse universiteiten hebben zich in dit opzicht luid en duidelijk uitgesproken.

In het Nederlands hoger onderwijs spraken vele academici en leerkrachten in het hoger onderwijs afgelopen mei hun steun uit voor collectieve actie tegen Israëlische bezetting en apartheid. Een ongehoorde golf van solidariteit voor de Palestijnse zaak, ook al blijven woorden en actie van onderwijsinstellingen uit. Het Utrecht University Graduate Gender Program publiceerde een solidariteitsverklaring en oproep voor collectieve actie die is ondertekend door meer dan 50 Nederlandse en tientallen Europese en internationale academische groepen en maatschappelijke organisaties. Circa 600 individuele academici aan Nederlandse onderwijsinstellingen ondertekenden een andere solidariteitsverklaring en steunen de oproep tot het boycotten van medeplichtige Israëlische universiteiten. Veel academici, studenten, en werknemers aan Nederlandse universiteiten beseffen zich dat de tijd van stilte voorbij is. Ze sluiten zich aan bij de Palestijnse oproep tot een academische en culturele boycot en erkennen dat dit een legitieme vorm van geweldloos verzet is.

Poster, Amer Shomali, Visit Palestine - Shomali, 2009

Universiteit Utrecht, verbreek banden met medeplichtige Israëlische universiteiten
De Universiteit Utrecht is er trots op dat het “werkt aan een betere wereld”. Maar in wat voor “betere wereld” wisselen we onze studenten uit en gaan we partnerschappen aan met universiteiten die zijn gebouwd op apartheid en het onteigenen van mensen?

Het is niet te verantwoorden dat de Universiteit Utrecht en diens faculteiten, studenten, kennis, en fondsen uitwisselt met instituties die een onlosmakelijk deel uitmaken van de systematische schending van mensenrechten in Palestina. Daarom moet de Universiteit Utrecht Israëlische universiteiten boycotten net zoals Nederlandse universiteiten Zuid Afrikaanse universiteiten boycotten gedurende de jaren tachtig. De boycot van het Zuid-Afrikaanse apartheidssysteem zou moeten worden gezien als cruciale precedent voor het mobiliseren van een boycott op Israëlische apartheid. De effectieve internationale boycot van Zuid Afrika laat zien dat het bestrijden van apartheid erom vraagt dat de internationale gemeenschap niet alleen een economische maar ook een culturele en academische boycot implementeert.

Het is hoog tijd dat de Universiteit Utrecht gehoor geeft aan de oproep van de Palestijnse federatie van vakbonden voor universteitsprofessoren en -medewerkers en alle Palestijnse studentenbonden tot een institutionele boycot van alle medeplichtige Israëlische universiteiten. De academische boycot maakt deel uit van de roep van Palestijnse maatschappelijke organisaties om “Boycott, Divestment and Sanctions”.

BDS is een uitgebreide internationale oproep om boycots,  en sancties in gang te zetten tegen Israël en Israëlische instellingen, organisaties, en bedrijven die meewerken aan apartheid. Het is een geweldloos middel om economische, culturele en academische druk te zetten op Israël om zo internationaal recht en Palestijnse mensenrechten af te dwingen. Universiteit Utrecht moet op elke manier mogelijk weerstand bieden tegen systematische schending van rechten, allereerst door deelname aan die schendingen te stoppen.

Een veelvoorkomende tegenwerping van mensen die geloven dat universiteiten centra voor vrije kennisuitwisseling zijn die ten alle koste beschermd moet worden, is dat de boycot van Israëlische universiteiten schade doet aan het recht op academische vrijheid. Echter, de belangrijke vraag is: wie wordt beschermd door dit recht en wie wordt ervan uitgesloten? Israël sloot tussen 1987 en 1993, tijdens de eerste Intifada, alle Palestijnse universiteiten. Tijdens Israëlische militaire operaties zijn Palestijnse scholen binnengevallen, in Gaza zijn zelfs VN-scholen herhaaldelijk gebombardeerd. Palestijnse academici en studenten zijn gearresteerd op campusen op basis van hun academische werk. Daarnaast heeft het Israëlische leger zich het recht toegeeigend om de aanmeldingen van Palestijnse studenten te weigeren ookal voldoen ze aan alle toelatingseisen. Ook rapporteert het Institute for Middle East Understanding dat Palestijnse studenten wordt verboden om onderwerpen te studeren die “tegen Israël gebruikt kunnen worden”.

Wanneer Israël gewelddadig de rechten van Palestijnen schendt, waaronder het recht op academische vrijheid, blijven we dan samenwerken met de Israëlische universiteiten die medeplichtig zijn aan dit onrecht? Of verbreken we de banden en dragen bij aan de Palestijnse roep om rechtvaardigheid, zoals we dat met succes deden in het geval van Zuid Afrika? Daarom richt de boycot zich Israëlische universiteiten en andere instituties die medeplichtig zijn aan schendingen van internationaal recht en mensenrechten. De boycot doelt niet als zodanig op individuele Israëlische of andere academici. Sterker nog, vele Israëlis hebben hun steun uitgesproken voor de boycot en voor de rechten van Palestijnen.

We roepen de faculteit Recht, Economie en Bestuurskunde en de faculteit Sociale Wetenschappen op te stoppen met studentenuitwisseling en wetenschappelijke samenwerking met, respectievlijk, Hebrew University of Jerusalem en Reichmann University. Ook roepen we alle andere faculteiten en de Universiteit Utrecht in het geheel op om alle verbanden te verbreken met Haifa University, en ervoor te zorgen dat er geen verdere studentenuitwisseling of academische samenwerking plaatsvindt tussen Universiteit Utrecht en medeplichtige Israëlische universiteiten. We moedigen mede-studenten en mede-werknemers aan om samen te komen, deelname aan Israëls apartheidsregime te weigeren, en om in volle solidariteit te staan met het Palestijnse volk in hun recht op zelfbeschikking.

Advertentie