Uw UU gevoel: te gevoelig?

Een universiteit moet een bruisend nest zijn met pittige meningen en open discussie; Vol mensen met een gevoel voor ‘onze zaak’. Een universiteit mag nooit vervallen tot een club angsthazen.

Op de Universiteit van Tokio is het nagenoeg onmogelijk om professor te worden als je niet aan hun Todai bent opgeleid. Op Harvard krijgen de van andere universiteiten aangetrokken hoogleraren alsnog een ‘Honorary Master Degree’ uitgereikt – een Harvard degree wel te verstaan - want ook daar zijn ze er van overtuigd dat de besten eigenlijk alleen uit het eigen H’vad nest kunnen komen.

Dit is uiteraard een achterhaalde filosofie, nu vooral nog traditie, maar er zit wel iets in dat nog steeds van belang is. Een universiteit draait namelijk vooral op het wij gevoel! Hebben medewerkers dat gevoel niet, dan wordt het niets. Dat weten ze op Harvard, dat weten ze op Todai!

Voor een universiteit is het dus een halszaak om ervoor te zorgen dat de medewerkers en studenten voelen dat zij een gewaardeerd onderdeel uitmaken van het geheel. Ze moeten weten en voelen dat ze een verschil kunnen maken, mee doen, en vooral ook mee mogen denken. Het is een simpele psychologische wetmatigheid dat mensen vooral energie krijgen als hun acties effect sorteren. Het alternatief is dat medewerkers veranderen in passievellingen, zoals de bekende hondjes die geleerd hulpeloos hun onvermijdbare stroomstoten afwachten.

De volgende vraag is dan: Wie is de universiteit? Wie moet ervoor zorgen dat medewerkers en studenten het wij gevoel krijgen? Het antwoord is simpel. Het is niet het CvB, niet de U- of een andere raad en niet de decanen. Wij zijn het allemaal! Met de invoering van de MUB - waar de M voor modernisering staat, maar door velen gebruikt als een vrijbrief voor ouderwets autoritair bestuur - is het idee ontstaan dat er op de universiteit maar een paar mensen zijn die weten wat goed voor wetenschap, onderwijs en hun mensen is. Natuurlijk zijn er mensen die het voortouw moeten nemen, maar iedereen weet dat meer meningen vaak een betere maken. En dus moet er een infrastructuur zijn die het mogelijk maakt om goed naar elkaar te luisteren. Met het resultaat dat er dan op basis van inhoudelijke argumenten besluiten genomen worden die een breed draagvlak hebben.

Dat is echter zelfs aan onze eigen UU niet de praktijk. Een concreet voorbeeld: Ik hoor al tijden van de hogere echelons dat we het belang van focusgebieden moeten benadrukken, terecht, maar ik zie tegelijkertijd dat op andere niveaus groepen in mijn focusgebied – Neuroscience & Cognition – worden opgeheven. Niemand kan, wil, mag of durft te vertellen wat nu de redenen zijn dat de stekker er uit getrokken wordt. Dubbel wrang is dat het juist die groepen betreft die zich volgens het alom beleden wetenschappelijke evangelie multidisciplinair organiseerden en succesvol zijn volgens mensen die daar verstand van hebben; denk aan KNAW visitaties. Er is momenteel een heleboel therapie, maar zonder een deskundige diagnose. Als er überhaupt al een diagnose is gesteld! Zelf vermoed ik hobbyisme van bepaalde bestuurders die wetenschap niet zo goed begrijpen...

Het ergste is evenwel de afwezigheid van kritiek, support of andere bemoeienissen door de mensen die de universiteit maken, kortom wij: de staf en de studenten. Ik hoor ze in de wandelgangen, in informele besprekingen, bij recepties, aan de bar. Maar er gebeurt weinig. Iedereen is ervan overtuigd dat het zo niet goed gaat, maar vooral benieuwd naar ‘wat de rector’ gaat doen. Het doet me denken aan een reclame uit de jaren zeventig van de vorige eeuw. Een galmend ‘Kan ik daar wat aan doen, kan ik daar wat aan doen...etc’ gevolgd door beelden van een huis dat in brand stond. Waar is het UU gevoel? Waar zijn de raden? Waar zijn wij? Er dreigt een angstcultuur waar de eigen positie belangrijker wordt dan collegialiteit en de toekomst van onze universiteit.

Maar uiteindelijk is angst de slechtste raadgever. Een universiteit kan alleen top blijven als de medewerkers en studenten het Utrechtse wij-gevoel hebben. Je moet je mening laten horen en onrecht aan de kaak stellen. Angst voor repercussies mag een universiteit niet binnen sluipen. En je moet maar denken; een bestuurder kan in de MUB context dan wel veel macht hebben, dat heeft een generaal ook. Maar als de soldaten blijven staan als de generaal ten aanval roept, staat ook hij machteloos.

Advertentie