Ik ga het hier niet hebben over wat grote lekkages kunnen betekenen voor een gebouw waarin duizenden boeken worden opgeslagen. Ook niet over hoe stom het is dat een plek waarin stilte vereist is de akoestiek van een zwembad heeft, luchtschachten die geluid door het gehele gebouw verplaatsen, gebrek aan werkruimte of zoiets simpels als het ontbreken van schone toiletten.

Nee, ik ga het hebben over geld en beleid. De twee verhouden zich tot elkaar ongeveer als een dronken man tot zijn pik: de een bepaalt waar de ander heen gaat. In het geval van de UBB is het beleid duidelijk, op de site van de Universiteit valt een PDF bestandje te downloaden waarin twee redenen worden opgegeven voor het overgaan tot het bouwen van een nieuwe (en het afschaffen van de oude) bibliotheek. Deze redenen zijn 1) "Het verhogen van het prestige van de Universiteit Utrecht" 2) "Het verbeteren van de informatievoorziening." Beide zijn belangrijk voor zowel de Universiteit als haar studenten, daar de ene nieuwe aanwas van studenten, en dus nieuw geld, garandeert en de ander ervoor zorgt dat studenten optimaal hun werk kunnen doen. Prima beleid, zou je dus zeggen. 
Toch ontbreekt hier een belangrijk punt: het verzorgen van een goede studieomgeving voor studenten. Zoals al blijkt uit het artikel van Els Knaapen (Hakkenherrie in de Festivalbieb, 8 april jl) is in het ontwerp de balans doorgeschoten naar vorm, in plaats van functie. Dit valt goed te rijmen met het eerste en belangrijkste beleidspunt voor de nieuwe bieb, "het verhogen van het prestige van de Universiteit." Want inderdaad, de Universiteit organiseert lustig rondleidingen aan middelbare scholieren en allerlei andere geïnteresseerden, waarin ze laten zien wat voor een prachtig gebouw ze hebben neergezet. Dat dat soort rondleidingen nog verder afbreuk doen aan het toch al slechte studieklimaat in het gebouw (essays over Nietzsche schrijven gaat nu eenmaal minder lekker als er naast je een groep van twintig man op een unieke dakconstructie gewezen wordt), zie ik als symptomatisch voor het beleid van de Universiteit: prestige is belangrijker dan de studenten.
Ik onderschrijf het belang van prestige voor een Universiteit, maar in dit geval lijkt het alsof de beleidsmakers doel en middel met elkaar
verwarren. Prestige bereik je niet met het neerzetten van mooie gebouwen, maar door studenten met goede studieresultaten, baanbrekend onderzoek verrichten en alumni die het ver schoppen. Het bieden van goede studiefaciliteiten kan daarin een belangrijke rol spelen, maar juist op dat punt faalt de Universiteit dus.
Dat brengt ons bij "het verbeteren van de informatievoorziening" , de andere reden van overgaan tot een miljoenenproject in hetzelfde jaar dat de Universiteit verregaande bezuinigen heeft aangekondigd. Hoewel het lekker klinkt, komt niet duidelijk naar voren hoe de Universiteit dit doel wil realiseren. Wel is het duidelijk dat de letterenstudenten hun eigen werkplek kwijt zijn en het in de UBB drukker is dan het ooit was in de oude letterenbieb, daar deze nu met de gehele Universiteit gedeeld wordt. Ook is een groot gedeelte van de collectie naar de Uithof verplaatst en, niet alleen, zoals in het beleidsplan staat, de bijzondere collectie. Ik verbaas me erover dat ik voor boeken van schrijvers als Samuel Beckett en Norman Mailer, toch geen onbekende namen, een aanvraag moet doen bij het depot op de Uithof. Vanzelfsprekend is hier een wachttijd aan verbonden en dat staat, lijkt mij, haaks op "het verbeteren van informatievoorziening." Zeker als je bedenkt dat ik deze boeken vroeger gewoon uit de kast kon pakken. 
Inmiddels is de Universiteit bezig de oude bieb om te bouwen tot nieuwe juridische bibliotheek. Ik kan er nog niet veel over zeggen hoe die wordt, maar tot dusver biedt het beleid van de Universiteit weinig reden tot vertrouwen. Kijkend naar de krampachtige focus op prestige in plaats van studiefaciliteiten, lijkt het me niet onwaarschijnlijk dat ook hier weer een prijzig, architectonisch hoogstandje wordt neergezet, waar de studenten uiteindelijk slechter van worden. Uit ervaring weet ik dat dronken mannen maar heel moeilijk van hun fouten leren, de vraag is nu of dat ook voor beleidsmakers geldt.