Het is woensdagavond. De klok slaat acht. Ik kijk nerveus op mijn horloge, mijn telefoon en vervolgens op mijn laptop. Het is echt acht uur geweest. Het is al best laat. Zou er nog iemand bellen? Ze hadden het toch beloofd?

Een paar dagen geleden, op maandag, was ik in Berlijn, op de zeshonderdste huis- en kamerbezichtiging. De kamer die ik probeerde te bekijken was vlakbij de Alexanderplatz. En ik dacht, dat is heel makkelijk te vinden. Maar er is iets leuks dat de Duitsers doen met hun straatnummering. In plaats van logisch (even aan de ene kant en oneven aan de andere), hebben zij er een kunst van gemaakt zo onlogisch mogelijk te nummeren.

Als je aan een straatkant voor nummer 15 staat, kan je er donder op zeggen dat het huis recht voor je neus aan de andere kant nummer 375 of 89 is. Geen pijl op te trekken. Meestal nummeren ze door per straatkant en heb je dus alle nummers van 1 tot en met 50 aan de ene straatkant en 50 tot en met 100 aan de andere.
In ieder geval, laat het duidelijk zijn, dat je met een scherpe geest niet per definitie ver komt als je naar een huisnummer zoekt in Berlijn.
Enfin, het duurde dan ook even vooraleer ik nummer 81 gevonden had. Een groot flatgebouw (zoals de enige bebouwing die de omgeving van de Alexanderplatz rijk is).

Na de dertigste bezichtiging heb je een soortement van automatische piloot ontwikkeld. Je denkt pas na, als je weer buiten staat. Ik stond dus ook heerlijk hersenloos op het nummertje te duwen, stapte een lift in en op verdieping nummer negen weer uit. Ik moest nog een klein stukje met de trap en daar kom ik een jongen tegen.
"Ganz da oben!" roept hij me met een wijzende hand toe. Ik slik, want ik krijg de indruk dat hij (en de jongen waar hij samen mee de trap af loopt) allebei al zijn wezen kijken.
En daar hou ik nooit zo van. Ogenschijnlijk veel concurrentie. Daar word ik te agressief van. Niet in de zin dat ik mensen fysieke pijn ga doen, maar dan kan ik wat wanhopig overkomen in normale casuele gesprekken. Zelfs op pijnlijke momenten het leukste willen zeggen om maar zo leuk mogelijk over te komen met een dreun van "kies mij!" in mijn achterhoofd.

Maar ik kon nu nog onmogelijk de trap weer afrennen, want ik had de twee Mitbewohner al gezien. Ze zitten in de keuken. En deze twee blijken precies de twee te zijn die weg verhuizen. Geen toekomstige nieuwe medebewoners dus. Desalniettemin ontstaat er een gesprek dat ik niet typisch zou noemen voor hospiteersessies (WG-castings noemen die sexy Duitsers het). Na tien minuten is duidelijk dat een van mijn toekomstige medebewoners waarschijnlijk biseksueel is, dat hij date met een steward en dat de huidige gehele bewonerverzameling niet vies is van een homofeestje (wat ook heus heel moeilijk is in Berlijn, maar helaas, ik ken ze!). Logischerwijze bied ik dan ook maar op dat mijn eigen seksuele geaardheid niet geheel hetero is, waarop de jongen in het gezelschap in een geheel lockere politieke correctheidsmonoloog vervalt waarmee hij duidelijk wil maken dat ze écht heel makkelijk en easy-going zijn.
Ze hadden zelfs een poster van Irrenhouse (mijn meest geliefde maandelijkse feest in Berlijn) op de deur. En na het gesprek zei de jongen dat ik eigenlijk de kamer wel gewoon meteen mocht hebben.

Kijk! Zó hoort het dus te gaan! Ik kon mijn blijheid moeilijk inhouden. Maar, zei Jonas (zo heette hij), hij moest het nog wel even doorspreken met de anderen. Hij zou me morgen of overmorgen dan bellen.

En het is woensdagavond en ik word helemaal gek van spanning. Ik was al zó blij met de kamer en nu word ik maar niet gebeld. Paranoia slaat toe. Werkt mijn telefoon wel? Heb ik wel het goede nummer opgegeven?

Uit pure wanhoop begin ik mijn was maar te doen. De tijd tikt langzaam door en ik begin gefrustreerd te raken. De trap af, naar het wasmachinehok. Wat me er alleen maar aan herinnert dat ik hier graag niet meer wil wonen en niet naar buiten wil hoeven te lopen om mijn was te doen.

En dan is het bijna tien uur en gaat mijn telefoon. Als een eekhoorn on ectasy kijk ik wild om me heen. Ik hoor het geluid, maar WAAR is mijn telefoon? Ik draai drie keer om mijn as heen en nog steeds kan ik het geluid niet lokaliseren.
Dan realiseer ik me dat mijn telefoon in mijn kontzak zit. Ik neem op.

Het is de Kamer. En ze hebben het er nog met elkaar over gehad. En ik heb de kamer! Ik kan wel gillen. Mijn ticket weg uit Potsdam en naar Berlijn! Eindelijk!
Het meisje aan de telefoon is de vriendin van de jongen wie de eigenaar van het appartement is, maar die er al lang niet meer woont. Ze vertelt dat er voor de vierde kamer (er verhuizen namelijk twee weg) binnenkort een WG-casting gehouden wordt, waar ik dan natuurlijk herzlich für eingeladen word. En ze zegt dat ik heel leuk klink aan te telefoon.

En twee uur later belt mijn Duitser ook nog eens op. Zo heb je niks, en zo heb je een nieuw Berliner adres en een verse date voor de volgende avond in Schöneberg. Besneeuwde bergtoppen en lawines van dalen.
Alleen vind ik het wel lekker op die zonnige bergtop. Ik denk dat ik hier een chaletje bouw en er even blijf zitten.


http://roospleonasmes.blogspot.com