Met het afschaffen van de doorstroommaster is het geen vanzelfsprekendheid meer voor studenten om na het behalen van een bachelorsdiploma direct door te stromen naar een (aansluitende) masteropleiding. De betreffende opleiding selecteert voortaan al haar studenten die een master willen volgen en vereist daarbij dat zij ten minste voldoende kennis en vaardigheden op het niveau van een universitaire bachelor hebben, waarbij wordt gekeken naar onder andere talent, motivatie en academisch denk- en werkniveau.

De raad sprak haar zorgen uit over het aantal studenten dat ten gevolge van de selectie geen masterprogramma meer zou kunnen volgen en vroeg daarom om een monitoring van deze studenten. Het College van bestuur stemde hiermee in. Daarnaast kwamen de raad en het College overeen dat studenten vroegtijdig geïnformeerd worden over de selectie, bijvoorbeeld tijdens de introductie, het tutoraat of bij de mastervoorlichting. Tenslotte heeft het College bevestigd dat de kosten die de selectie met zich meebrengt, niet op de student worden verhaald. Na deze toezeggingen heeft de raad met vertrouwen haar instemming gegeven.