De afgelopen periode heeft de U-raad met het college van bestuur (CvB) gesproken over het collegegeld voor een tweede aansluitende master aan de UU. Het CvB stelde voor dat iedereen die twee masters achter elkaar doet voor de tweede master geen instellingstarief (wat €15.000 of meer betreft) hoeft te betalen maar het “gewoon” tarief. Dit geldt alleen voor studenten die twee masters achtereenvolgend aan de UU doen.

De universiteitsraad was erg blij met deze mogelijkheid. Aangezien studenten nu niet meer het afronden van hun eerste master hoeven uit te stellen, worden de rendementscijfers ook niet beïnvloed door deze studenten.

De universiteitsraad ziet echter niet alleen maar voordelen aan dit plan. Omdat het doen van een tweede master nu administratief makkelijker wordt gemaakt, kan dit betekenen dat ook meer studenten hier gebruik van gaan maken. De master moet echter door het desbetreffende departement zelf betaald worden, omdat de overheid hier geen subsidie meer voor geeft. Mochten hier teveel studenten gebruik van gaan maken, dan kan dit een grote kostenpost worden voor de universiteit.

Bij de behandeling heeft de U-raad ook aan het college gevraagd om te kijken naar de studenten die een tweede bachelor volgen, en of hier niet een soort zelfde regeling toegepast kan worden.  Het college gaf als antwoord dat dit op veel minder grote schaal gebeurde, en er daarom nog niet naar gekeken hoeft te worden.