Het profiel van informatiekunde

De zonovergoten werkkamer van Hans Stoof in het Bestuursgebouw. Terwijl de rector-magnificus van een van de dertien scherpst geprofileerde Nederlandse universiteiten zijn bureau leegruimt, brengt een secretaresse hem een mail van de decaan van de bètafaculteit. Dan komt zijn opvolger Bert van der Zwaan de kamer binnen voor de wekelijkse inwerksessie.

“Ha die Hans. Wat heb je daar?”

“O, niets bijzonders, een briefje van Gerrit van Meer over informatiekunde. Ik heb je toch verteld dat we op zoek zijn naar een plek voor die lui bij een van de andere faculteiten? Nou, het schijnt dat we beet hebben.”

“Je meent het. Weet je toevallig ook bij welke faculteit?”

“Geen idee, al gaan er inmiddels wel de nodige geruchten. Het wordt in ieder geval niet de faculteit Geowetenschappen, ha ha.”

“Nee, haal je de koekoek, wat zouden wij als aardwetenschappers met informatiekunde moeten? Ik zou liever de ICT terug hebben uit het ICT-servicecentrum, maar ik heb begrepen dat dat een persoonlijke hobby van mijn aanstaande collega Hans Amman is. Dus dat zal wel lastig worden.”

“Zet dat maar uit je hoofd, Bert. Hans is er helemaal gek mee, met die servicecentra. Verder zegt hij af en toe best iets zinnigs, maar sinds hij in een of ander managementboek heeft gelezen dat servicecentra goed zijn voor de organisatie, komt er op dat punt geen verstandig woord meer uit hem.”

“Dat had ik al begrepen, ja. Maar goed, we hadden het over informatiekunde. Kun je me in het kader van ons inwerktraject nog eens precies uitleggen hoe het daarmee zit, want eerlijk gezegd begrijp ik er geen bal van.”

“O, maar het is heel eenvoudig, hoor. Mijn goede vriend Van Ree, die ik had gevraagd om de Augiasstal rond het Princetonplein een beetje te reinigen, vindt dat informatiekunde niet past binnen het profiel van een bètafaculteit. Dus moet het weg.”

“Vind jij dat zelf ook?”

“Uiteraard vind ik dat ook.”

“Maar waarom, Hans?”

“Waarom? Omdat Van Ree het vindt, natuurlijk. Ik heb hem niet voor niets gevraagd om orde op zaken te stellen. Van Ree weet echt wel waarover hij het heeft.”

“Goh, ik heb altijd gedacht dat informatica en informatiekunde elkaar juist op een heel natuurlijke manier aanvulden. Zat informatiekunde vroeger trouwens niet bij Geesteswetenschappen?”

“Ja, maar daar zat het op een heel rare plek. Moet je je voorstellen, die snelle computerjongens tussen al die vage alfa’s. Nee, informatiekunde paste absoluut niet binnen het profiel van Geesteswetenschappen. Het moest daar echt weg.”

“Maar waarom is het dan naar Bètawetenschappen verhuisd, als het daar ook niet past?”

“Heel simpel. Dat wisten we toen nog niet. Op dat moment dachten we nog dat er geen betere omgeving voor informatiekunde was dan een bètaomgeving. We hadden de indruk dat informatica en informatiekunde elkaar op een heel natuurlijke manier aanvulden. Dat vonden ze daar zelf trouwens ook.”

“Tot Van Ree met zijn messcherpe analyse duidelijk maakte dat ze zich ernstig vergisten.”

“Precies, Bert. Heel nuttig, iemand die onbevangen en niet gehinderd door enige voorkennis naar de dingen kijkt. Hij heeft mij echt de ogen geopend.”

“Maar als informatiekunde dus eigenlijk nergens echt goed bij past, waarom hef je die handel dan niet gewoon op?”

“Informatiekunde opheffen? Ben je helemaal van lotje getikt? Die groep draait als een tierelier, jongen. Ze verdienen geld als water en de studenten zijn niet aan te slepen. Nee, we moeten die lui ten koste van alles binnenboord zien te houden.”

“Ja ja, dus als ik het goed begrijp willen jullie een onderdeel behouden dat binnen geen enkele faculteit past. En daar zijn jullie nu een faculteit voor aan het zoeken.”

“Dat heb je scherp gezien, Bert. Ik begin te begrijpen waarom Yvonne je zo graag als volgende rector wilde hebben.”

“Dank je, Hans. Maar stel dat ze inderdaad zo’n faculteit vinden, dan moeten jullie als college dus straks aan de U-raad uitleggen waarom informatiekunde beter bij die faculteit past dan bij Bètawetenschappen. Dat lijkt me geen eenvoudige klus.”

“Sterker nog, ik zou niet weten hoe ik ze dat duidelijk zou moeten maken. Begrijp je nu waarom ik zo blij ben dat de eerstvolgende U-raadsvergadering pas na mijn afscheid wordt gehouden?”

Tags: schreef

Advertentie