Intellectuele dinges

De zonovergoten werkkamer van decaan Henk Kummeling van de Rebofaculteit. Terwijl de beminnelijke leidsman van de Utrechtse juristen zich met een zorgelijk gezicht over het tekort op zijn begroting buigt, reikt een secretaresse hem een notitie aan met de jongste bachelorrendementen. Dan komt collegevoorzitter Yvonne van Rooy de kamer binnen.

 

“Dag Yvonne. Wat voert je vanuit De Uithof naar de verre binnenstad? Niets dan goeds, mag ik hopen?”

“Ik kom je verblijden met een visionair idee, Henk. Maar vertel me eerst eens hoe het er bij jullie voor staat. Heeft die numerus fixus een beetje geholpen?”

“Die heeft geweldig geholpen. Eerst stonden we op de wal en nu staan we in de sloot.”

“Hoe bedoel je?”

“Het idee was toch dat er door de numerus fixus minder maar wel meer gemotiveerde studenten naar Utrecht zouden komen? Nou, dat eerste doel hebben we glansrijk gehaald.”

“Ja ja, maar gemotiveerd zijn ze nog steeds niet?”

“Breek me de bek niet open. Alleen met die lui van het Law College valt te praten, maar de anderen willen allemaal jurist worden. Alsof wij een beroepsopleiding zijn. Ik begrijp er niets van, maar het is er met geen stok uit te rammen.”

“Ja ja, daar hadden we in mijn tijd ook al last van. Maar toen was er nog geen hbo-rechten. Waarom stuur je ze daar niet heen. Daar is het toch voor?”

“Jij hebt makkelijk praten, maar ze hebben allemaal zo’n papiertje van het vwo bij zich, zodat we weten dat ze niet kunnen spellen. Dus weigeren kan ik ze niet. Maar zei je niet iets over een visionair idee?”

“Precies, Henk. Als we van die hele opleiding van jou nou eens één groot Law College zouden maken.”

“Meen je dat, Yvonne? Dat zou geweldig zijn.”

“Stel je voor, studenten die na een werkweek van 64 uur klagen dat ze zo weinig te doen hebben, die je midden in de nacht uit bed bellen om met je te discussiëren over het verschil tussen ‘law’ en ‘justice’.”

“Midden in de nacht?”

“Kom op Henk, academische vorming is niet voor watjes. Stel je voor, studenten die geen jurist maar intellectueel willen worden.”

“Maar Yvonne, kan dat wel met zoveel studenten?”

“Natuurlijk niet. Daarom moet de numerus fixus flink aangescherpt. Al die lui die jurist willen worden, hup, naar de overkant van de Leuvenlaan met ze. Dan houd jij een overzichtelijk clubje gemotiveerde studenten over.”

 

Yvonne van Rooy is de deur nog niet uit of collegelid Hans Amman komt de kamer binnen.

 

“Zo Kummeling, dat ziet er niet best uit, hè?”

“Wat ziet er niet best uit?”

“Nou, wat dacht je? Die jaarrekening van je, natuurlijk. Behalve bij de bèta’s heb ik nergens zulke rottige cijfers gezien als hier.”

“Tja, het zat even wat tegen met de numerus fixus. Er zijn wat minder studenten binnengekomen dan we gedacht hadden.”

“Ja ja, zo’n idee had ik al. En wat denken we daaraan te gaan doen, Kummeling?”

“Nou, ik had het er net met Yvonne over en het leek ons uit intellectueel oogpunt een goed idee om de numerus fixus aan te scherpen.”

“Aanscherpen? Loslaten zal je bedoelen. D’r moet geld in het laatje, jongen, en snel een beetje.”

“Maar dan komen ze weer met zijn honderden tegelijk bij ons binnenrollen.”

“Nou, mooi toch? Hoe meer hoe beter. En dan jaag jij ze met een noodgang door de studie. Moet kunnen, want wat stelt rechten nou helemaal voor? En zodra ze hun diploma hebben, kunnen we cashen.”

“Maar hoe moet het dan met de intellectuele vorming? Yvonne zei net nog dat ze die zo belangrijk vindt. En jullie hebben als college toch eenheid van beleid?”

“Natuurlijk hebben we eenheid van beleid, Kummeling. Ik vind intellectuele dinges ook heel belangrijk. Maar soms moet je gewoon even praktisch zijn. En wees maar niet bang, ik kan je verzekeren dat Yvonne het op dit punt volledig met me eens is.”

Tags: schreef

Advertentie