Het einde der tijden

Verdwijnt het aardse leven op de bijzondere datum 21-12-2012? Nee, zeggen zonnefysicus Frans Snik en vulkanoloog Manfred van Bergen, in de pers. Vele ideeën over datgene wat de mensheid rondom deze datum staat te wachten, kunnen op wetenschappelijke wijze ontkracht worden.

Het is een taak van wetenschappers om pseudowetenschap te ontmaskeren, daar zijn de twee Utrechtse onderzoekers het over eens. Vandaar dat ze ook hun medewerking verleenden aan Imco Lanting, journalist van het Parool om met hun expertise te kijken naar verschillende verhalen en artikelen die het einde van de aarde voorspellen. Dit einde wordt opgehangen aan de Mayakalender die loopt tot 21 december 2012.

Manfred van Bergen werd gevraagd naar de voorspelling die zegt dat een enorme eruptie van een supervulkaan het einde der tijden inluidt. Frans Snik moest uitleggen of zware zonnestormen inderdaad voor een hausse aan vernietigende orkanen zullen zorgen en een snelle omkering van de Noord- en Zuidpool.

Beide Utrechtse wetenschappers vonden het leuk om mee te werken. ”De journalist was heel inhoudelijk en heel nieuwsgierig”, zegt zonnefysicus Snik. Bovendien, zegt vulkanoloog Van Bergen is het heel belangrijk om als wetenschapper onzinverhalen te ontmaskeren. “Maar daarbij moeten ook wetenschappers het voorbehoud maken dat niets met 100 procent zekerheid te zeggen is”, aldus Snik. Van Bergen: “Daarom moet je niet alleen antwoorden geven, maar ook vertellen hoe je aan die antwoorden bent gekomen. Je moet altijd zien te voorkomen, dat mensen denken dat je informatie achterhoudt. Je moet duidelijk maken dat je niet sjoemelt.”

Catastrofe

Maar hoeveel waarheid zit er in de onheilstijding van 21 december. “In verschillende scenario’s”, zegt Van Bergen, “wordt geschreven dat de supervulkaan onder het Amerikaanse Yellowstone National Park weer gaat uitbarsten.” In het verre verleden, zo staat in een artikel wat het Parool voorlegde aan Van Bergen, zijn er catastrofale uitbarstingen geweest met een tussenliggende periode van 600.000 tot 700.000 jaar. De laatste keer was 640.000 jaar geleden, dus past het in het rijtje als de vulkaan nu weer zou uitbarsten, zeker omdat de seismische activiteit in 2009 toenam. “Statistische onzin”, zegt Van Bergen in het artikel.

“Geologisch gezien”, zegt Van Bergen nu, “kan er van alles gebeuren dat tot de ondergang van de aarde zou kunnen leiden. In het verleden zijn er ook giga vulkaanuitbarstingen geweest met wereldwijde effecten. Maar er is geen reden om aan te nemen dat al het leven dan sterft. Het zeeleven kan er minder last van hebben bijvoorbeeld. Er kan ook een meteoriet inslaan en dan gaat er ook leven verloren, of het leven verandert daardoor. En er kunnen ook weer nieuwe vormen van leven ontstaan.”

De zonnefysicus zegt dat de zonnestormen en zonnevlammen ook best schade op aarde kunnen aanrichten. “Dat hebben we ook gezien. Als er een heel heftige zonnestorm is en de geladen deeltjes op de aarde afkomen, dan worden die ingevangen door het magnetische veld tussen de Noord- en Zuidpool en voor allerlei verstoringen zorgen. In 1989 hebben we gezien dat Canada drie dagen zonder stroom zat door een zonnestorm. De geladen deeltjes creëerden een overbelasting van het stroomnet zodat transformatorkastjes er één voor één uitklapten.” Maar een dergelijke storm hóeft geen schade aan te richten. “We kunnen wel waarnemen dat er een storm komt en we weten dat het drie dagen duurt voor de deeltjes de aarde kunnen raken, maar het kan zo maar gebeuren dat de deeltjes de aarde missen. Dat kunnen we dus niet perfect voorspellen. De eerste storm na een lange periode van zonnerust, was op 14 februari van dit jaar. Daar besteedde de NOS aandacht aan, omdat die op de aarde afkwam. Uiteindelijk hebben we er niets van gemerkt omdat de aarde net werd gemist.”

Wilde verhalen

Beiden geven toe dat ze in een vakgebied zitten dat uitnodigt tot wilde verhalen. Kijk er de rampenfilms maar op na. Van Bergen: “Ik bekijk ze wel, omdat ik nieuwsgierig ben. Bovendien krijg ik er ook wel eens vragen over van studenten. Dan willen ze weten wat er klopt. Dat is dan de goede zaak van dit type films."

“Maar je hebt natuurlijk goede en slechte films. Er is er één waarin Los Angeles wordt getroffen door een vulkaanuitbarsting. In die film worden alle mogelijke vulkanische verschijnselen in beeld gebracht. Dat is gewoon leuk, maar interessant is wat er allemaal komt kijken bij een ramp en hoe je je daar op kan voorbereiden. Ook als geoloog of vulkanoloog. Dan hoeft zo’n film niet per se inhoudelijk te kloppen. Maar soms zegt de titel van een film al genoeg over de inhoud. Zo is er het filmdrama Krakatau, East of Java. De Krakatau ligt ten westen van Java. Tja, dan hoef ik de film eigenlijk al niet meer te zien.

“Ja”, zegt ook Snik: “Als een film een schadelijk beeld van de wetenschap of wetenschappers geeft, haak ik af. Ik vind het altijd wel mooi als een film de interesse van de kijker weet te wekken voor de wetenschap. Iedereen loopt natuurlijk met de vraag rond waar ons leven vandaan komt en of er leven elders is. Die fascinatie zit denk ik wel bij iedereen. De film Contact met Jody Foster geeft – tot het moment dat ze contact met buitenaards leven krijgt – een vrij realistisch beeld van hoe het er aan toe gaat bij de radiotelescopen in New Mexico. Het is dan ook geschreven door een sterrenkundige.”

Het meest fan zijn de twee van de wetenschappelijke BBC-documentaire. Daarmee wek je echt interesse voor de wetenschap. De BBC geeft er ook veel geld aan uit. “Jammer dat dat in Nederland niet kan, maar in Groot Brittanië heb je natuurlijk meer wetenschappers. Bovendien bewijzen de kijkcijfers dat mensen er ook naar willen kijken.”

Leven op Mars

De vraag wat de twee wetenschappers gemeen hebben, krijgt een interessante wending. Beide zijn op zoek naar de ontstaansgeschiedenis van de aarde, de verklaring voor leven. Snik: “Waar Manfred naar beneden kijkt als hij op een vulkaan staat, kijken wij omhoog. Maar we houden ons allebei bezig met gesteenten.” Van Bergen: “De twee wetenschappen raken elkaar behoorlijk. Op andere planeten zijn er ook vulkanen. Mars heeft er bijvoorbeeld veel van gehad. Dat maakt de kans groter dat er leven is geweest.”

Hij gaat binnenkort met een nieuw onderzoeksproject beginnen. “We gaan bepaalde mineralen die op het oppervlak van Mars zijn gevonden onderzoeken. We weten welke omstandigheden op aarde er nodig zijn om die mineralen te vormen, één daarvan is dat er een interactie tussen water en gesteente in de buurt van vulkanen moet zijn geweest. Dat kunnen we proberen te vertalen naar waarnemingen die gedaan zijn op het oppervlak van Mars. Wij kunnen met de kennis die we van de aarde hebben, kijken naar andere planeten.”

Frans Snik hoort het met verbazing aan. “Wij onderzoeken ook mineralen van Mars. Dat doen we samen met China en SRON. Daar moeten we dan maar contact over houden.”

Ze denken nog lang hun werk te kunnen doen, want ze verwachten niet dat een natuurramp hen het werken onmogelijk zal maken. “Er kunnen altijd rampen gebeuren”, zegt Van Bergen, “maar de kans dat je wordt aangereden als je de weg oversteekt is nog altijd groter dan dat je getroffen wordt door een natuurramp. Tegen een natuurramp kun je je wapenen door voorzorgsmaatregelen te nemen.”

Zelfs Snik die net te horen heeft gekregen dat zijn Sterrenkundig Instituut, het op een na oudste van Nederland, moet verdwijnen uit Utrecht, verwacht zijn onderzoek elders voort te kunnen zetten. “Maar ik kan wel met 100 procent zekerheid voorspellen wanneer het leven op aarde ophoudt. Over vijf miljard jaar zwelt de zon op en zullen alle planeten in ons stelsel worden opgeslokt en als alle brandstof van de zon dan op is, gaat de zon als een nachtkaarsje uit.”

Advertentie