Van student naar burgertrut

Van bachelorstudent naar masterstudent naar….. Anne Rietveld zit in de laatste fase van haar masteropleiding en vraagt zich af: ‘wat nu’. In een paar blogs volgt DUB haar worsteling naar het leven na de studie. 

Als je aan het studentenleven begint, doorloop je een aantal stappen voordat je je als serieuze ‘burger’ in het werkende leven begeeft. Na het behalen van mijn bachelor Rechtsgeleerdheid in februari 2014, was de volgende stap: het opleuken van mijn CV en het opdoen van praktijkervaring. Toen ik deze stap vol trots had volbracht was de volgende stap, de keuze voor een master, een kat in het bakkie.

Er is echter ook leven ná de master. Een jaar gaat snel voorbij, dus toen ik dit jaar met veel plezier en, voor mijn gevoel, in sneltreinvaart mijn mastervakken voor Recht van de gezondheidszorg afrondde, kreeg ik dan ook een lichte paniekaanval. Wat ga ik doen na mijn master? Wordt het werken of toch nóg een master? Wordt het een jaartje reizen voor het geval ik aan de lopende band afgewezen wordt? Ben ik niet te jong om mij nu al aan het burgerleven over te geven? Deze stap noem ik ook wel de identiteitscrisis.

Alhoewel ik niet zeker weet of iedere masterstudent deze identiteitscrisis doormaakt, wil ik de worstelende student nu alvast een hart onder de riem steken: er is licht aan het einde van deze donkere tunnel. Het kan een kwestie zijn van de hond uitlaten, een babbeltje met je buurtbewoners maken, een aantal keer laten vallen welke master je doet en BAM...een halfjaar later word je gebeld met de vraag of je aan de slag kan als jurist. Je stamelt nog dat je een stage moet afronden en nog aan je scriptie moet beginnen, maar ik kan je verzekeren dat met een dergelijk verzoek je identiteitscrisis als sneeuw voor de zon is verdwenen.

Ik raad je aan dat fijne gevoel zo lang mogelijk vast te houden, want na mijn eerste week bevond ik mij in de ‘verdrink’-fase. Ik weet nog hoe een practicum docent dit jaar vertelde dat niet-juristen verwachten dat een jurist altijd alles weet. En hoe je er dan als jurist achter komt, dat je eigenlijk vrijwel niets weet. Aldus werd ik in mijn eerste weken overladen met vragen over overeenkomsten, die ik tijdens mijn bachelor of master nog nooit heb moeten beoordelen.

Toen vervolgens een collega tijdens een bespreking de opmerking maakte “maar van belastingrecht weet jij natuurlijk alles af” kon ik ook alleen maar schaapachtig knikken. Ik heb in de afgelopen weken al een aantal keer Universiteit Utrecht vervloekt: waarom is belastingrecht in godsnaam geen verplicht vak tijdens de bachelor? Ik heb de neiging moeten onderdrukken een ellenlange mail te sturen waarin ik uiteenzet wat allemaal nog in het curriculum opgenomen dient te worden om een beetje fatsoenlijk voorbereid te zijn op het werkende leven. Daarnaast vervloek ik natuurlijk ook mijn eigen ambities: waarom niet iets meer interesse in ons belastingstelsel, Anne?

Ik leer langzaam zwemmen in het werkende leven. Het gevoel hebben dat je verdrinkt, maakt volgens mij dat je nog sneller leert. Je slaapt misschien nauwelijks, omdat je zo nerveus bent voor een bespreking de volgende dag en bang bent dat er vragen worden gesteld waarvoor je eigenlijk eerst de betreffende Wikipedia-pagina had moeten lezen, maar niemand heeft natuurlijk ook gezegd dat het burgerleven makkelijk zou zijn.

Advertentie