Vrijheid op Robbeneiland

Robbeneiland is een rare plek met prachtige vergezichten, een wrede geschiedenis en nog altijd een eigen stadje. Een oud-politiek gevangene verzorgt een deel van de rondleiding die ik daar krijg. Hij spreekt staccato over het leven in de cellencomplexen. We zien de plekken waar leprapatiënten en vrijheidsstrijders hun leven leefden.

In de groep valt een oudere man met paarse stropdas me al gauw op. Ik complimenteer hem met zijn pak. Hij glimlacht. “Is het een bijzondere dag voor u”, durf ik te vragen. Hij knikt. “Mijn broer en oom hebben hier gevangen gezeten”, vertelt de man, die een pastoor blijkt. “Ik hoop hun namen hier te vinden.” Samen bekijken we foto’s en lezen onderschriften op zoek naar zijn eigen achternaam. We turen tevergeefs, daar waar de cel van oud-president Nelson Mandela niet te missen is.

Volgend jaar zijn er verkiezingen in Zuid-Afrika. Politieke spanningen lijken 20 jaar na de ontmanteling van apartheid, toe te nemen. Alhoewel de transitie naar democratie verbazingwekkend vreedzaam was, zijn er nog immer smeulende conflicten; worstelingen en frustraties over geld, land en lichamen. “De nieuwe leiders beloofden Zuid-Afrika’s welvaart te zullen verdelen, maar ze verrijken zichzelf. Ze drijven onze jeugd de criminaliteit in”, aldus de pastoor.

De man is vandaag mijn personificatie van hoop en vrees, zoals hij me trots de foto’s toont van een kledinginzameling die hij onlangs met zijn kerk heeft georganiseerd. Met dezelfde mobiel filmt hij alle bezoekers op de boot die ons over de hoge golven terugbrengt naar het vasteland. “Just smile if you don’t want to be recorded”.

De vraag die zich opdringt als je nadenkt over de geschiedenis van dit land is: wat doe je als je mensen niet mag – of als je jezelf misschien meer mag?

Als je machtig bent, zijn er verschillende mogelijkheden. Je kunt proberen de anderen te leren kennen, te verbeteren, te genezen of wellicht te beschermen. Maar als je territorium dat toelaat kun je ook afstand van hen doen, letterlijk, door een oceaan tussen jezelf en de ander te laten golven. Dat is de geschiedenis die Robbeneiland vertelt: van angst voor ziektes, meningsverschillen en menselijkheid.

De pastoor wisselt telefoonnummers uit met onze gids, die een cel met zijn broer blijkt te hebben gedeeld. Maar in zijn prachtige pak blijft de man met de paarse stropdas zoeken naar afgedrukte aanknopingspunten, gefrustreerd over het verzwijgen van zijn familieverhaal.

Die les komt hard bij me binnen: daar waar herinnerd wordt, wordt vergeten – verloren verhalen van mensen en momenten die niet bijdragen aan de dominante definitie van een gemeenschappelijke geschiedenis. En de definitie van ‘gemeenschap’, van ‘ons’ en van ‘de ander’? Dat is en blijft mensenwerk, zo leert een blik op Robbeneiland en het Zuid-Afrika van nu.

Advertentie