‘Op zeilkamp met zorgjongeren is méér dan zeilen’

Elke zomer gaat geneeskundestudent Laura (22) op zeilkamp met jongeren die een medisch, psychisch of sociaal probleem hebben. Ze deelt met DUB haar ervaringen bij zeilstichting Aeolus: ‘De tieners zingen rond het kampvuur. Ze bloeien op, hier worden ze niet beoordeeld.’

“Op zondag kom ik met de vrijwilligers aan in Friesland. We bouwen het kamp op, bespreken hoe we de volgende dag de jongeren ontvangen en hoe we het thema van deze week aanpakken. Het thema is deze keer ‘chic’. De volgende dag ontvangen we de jongeren en na een kort welkomstpraatje gaan we gelijk met ze zeilen, elke zeiler gaat met zo’n vier jongeren op pad en een begeleider vanuit de instelling. Actie is belangrijk, want van tutteren wordt geen tiener blij.”

Aan het woord is Laura (22), vijfdejaars student Geneeskunde en sinds vier jaar begeleider van zeilkampen van de zeilstichting Aeolus. “Met de zeilkampen gaan jongeren mee die een medisch, psychisch of gedragsprobleem hebben. Ze zijn dus wat aparter dan de gemiddelde jongere en dat leidt tot een hoop avontuur. Zo was er een puber mee op kamp die idolaat was van defensie. Hij liep de hele week in legerpak in maatje XL. Steeds als er een gevechtsvliegtuig overvloog, riep hij uit: “Oh, mijn broeders!” Het ging zelfs zo ver dat hij weigerde in een slaapzak te slapen, dat deden militairen immers ook niet. Een andere jongen vond het grappig een plaksnor op te doen. Zomaar. Daar liep hij van ’s ochtends tot ’s avonds mee rond. Dan denk je opeens: ‘ik zit hier op een Fries eiland te kamperen met een puber met een plaksnor. Originele vakantie, toch?’”

“We hijsen na het spel de zeilen weer. We varen door Friesland heen, in de brandende zon. Eenmaal bij de aanlegplaats sjouwen we alles uit de boten en rollen de matjes uit. Sommige jongeren trekken er op uit om hout te halen of gaan we rustig hangen in het gras. Wij overleggen even met de staf: wat gaat er goed, wat minder? De zon schijnt, er volgen wat spelletjes en we beginnen met koken."

Ik begeleid elk jaar één of twee zeilkampen die onze stichting organiseert. Ik heb de functie Zeiler, dit betekent dat ik verantwoordelijk ben voor de boot en voor de jongeren. Mijn doel is de jongeren elke dag een fijne zeiltocht te bezorgen.

“De meeste jongeren zijn ooit met jeugdzorg in aanraking gekomen. Ze wonen veelal in een instelling, omdat ze meer zorg nodig hebben dan hun ouders aankunnen. Verder zijn er minderjarige asielzoekers die meegaan. Alle jongeren gaan gratis mee op ‘doelgroepkampen’, instellingen hoeven alleen te betalen voor zaken zoals het eten. Met Hemelvaart zijn er ‘niet-doelgroepkampen’, die kosten wel geld en zijn voor leerlingen van reguliere scholen. Van hun betaling kunnen wij een deel van de doelgroepkampen in de zomer betalen.”

"Het thema ‘chic’ mag goed uit de verf komen, dus we zetten kaarsjes op tafel en geven de kinderen stropdassen. Na het heerlijke maal spoelen de jongeren de vaat af in slootwater en wassen met koud water af. Niet heel hygiënisch, maar ach, je krijgt er een sterke weerstand van. Wij hebben weer een kort stafmomentje. Niet te lang, want na vijf minuten beginnen de jongeren elkaar weer te duwen.”

“Toegegeven: simpel is het niet, want je hebt te maken met jongeren met behoorlijk wat bagage. Wat doe je als de jongens opeens staan te vechten? Dat gebeurt dagelijks. Of als een jongen die autistisch is, weigert een regenjas aan te doen en daardoor volledig natregent? En als diezelfde jongen later plotseling opstaat en wegrent? Je bent steeds bezig. Dus ja, dat kan pittig zijn. Elk kamp kent dan ook een inzakmomentje, wanneer je het als begeleider niet meer ziet zitten. ‘Ik kan niet meer’.

“Wat ik dan doe? Doorgaan! Ik lucht mijn hart bij de andere begeleiders, zoals tijdens een stafbijeenkomst. Of ik neem een moment voor mijzelf; in mijn eentje in een hoek courgette gaan snijden helpt al. En daarna weer het positieve van alles inzien, dat is het belangrijkste.”

“Tijd voor een renspel: Levend Stratego is vandaag de keuze. We spelen tot het schemert en stoken dan het kampvuur op. Iedereen zit om het knisperende vuur en zingt. Om elf uur gaan de kinderen naar de boten, waar ze onder dektenten in hun slaapzakken kruipen. Het duurt even voordat iedereen slaapt, er klinkt gegiechel en de meisjes gillen om de spinnen."

“Elk kamp verrassen de jongeren me weer aangenaam met hun vindingrijkheid en zelfstandigheid. Zo ook deze zomer. Toen ik bij de boten stond om te kijken of iedereen sliep, zag ik in de boot van de jongens nog licht branden. Ik ritste de tent open en zag drie zoete koppies een zak snoep wegwerken. Twee van hen kende ik als vrij drukke jongens en een als een rustige. De rustige jongen zei met een stevig Achterhoeks accent: ‘Oh, we eten alleen wat snoep, we gaan zo slapen!’. De volgende dag bleek dat hij dat snoep met vooruitziende blik had gekocht, om de drukke jongens ’s avonds stil te krijgen.  Toen ik reageerde dat ik het heel gaaf vond hoe hij dat had opgelost, zei hij: ‘Och ja, elk pondje gaat door het mondje, en zo konden die stuiterballen niet praten!’. Ha ha, dat is toch slim?’

“Door Aeolus wil ik misschien psychiater worden. Ik heb geleerd iedereen begripvol te benaderen en besef nu dat eigenlijk niemand van zichzelf slecht is. Elk mens is goed. Elk boos kind heeft er een reden voor dat hij boos is. Dat kan een bepaalde voorgeschiedenis zijn of een missend stofje in zijn hoofd. Bij moeilijk gedrag moet je proberen niet meteen te oordelen. Mensen op deze manier bekijken geeft een bepaalde rust. Hierdoor krijg ik ook de kans een goede dokter te worden.”

"Als iedereen rustig slaapt, doen ook wij onze ogen dicht in de grote staftent. Morgen gaat de wekker om half acht weer. Zo herhaalt de dag zich tot vrijdag. Die dag zijn we al ’s middags bij de aanlegplaats en nemen afscheid van de vermoeide, uitgelaten en vooral tevreden jongeren.”

Wil je meer weten over Aeolus-kampen, ga dan naar www.meerdanzeilen.nl

Advertentie