Studente organiseert kamp voor jongeren met eetproblemen

Lef, een zomerkamp voor jongeren met een eetprobleem

Een zomerkamp organiseren voor jonge mensen met een eetprobleem. Vera (19) doet het tussen de colleges door. De student Pedagogische Wetenschappen denkt dat het kamp de jongeren positiever naar zichzelf laat kijken.

Het is hartje juli, 2013. In het Overijsselse Summerkamp Heino komen 42 jonge meiden aan. Wat ze gemeen hebben, is dat ze kampen met een eetprobleem en toe zijn aan een vrolijke uitdaging. Bij binnenkomst krijgen deelnemers een ‘positiviteitsboekje’ om het kamp met een lach te beginnen en kunnen ze relaxen in de gezamenlijke ruimte, waar een flap-over staat met positieve spreuken erop.

Vera ziet het al helemaal voor zich. Ze is de bedenker van het Motivation Camp dat ze samen met zeven vrijwilligers de komende zomer laat draaien. De vakantie duurt een week waarin de gasten tussen de 14 en 24 jaar, uit activiteiten kunnen kiezen als dansen, yoga, bodypainten, survivalen, karaoke, zwemmen en film kijken. Aan het eind van elke dag worden de Lef- en Trots-awards uitgereikt aan degene die bijvoorbeeld een kroketje heeft gegeten.

Vera bedacht het kamp nadat ze zelf haar eetstoornis had overwonnen. “Ik was 14, vrij onzeker en vond het leven maar ingewikkeld; het eten begon mijn leven te beheersen. Eten, niet eten, aankomen, afvallen; daar dacht ik aldoor aan. Het putte me uit en ik begon een zoektocht naar genezing. Eerst deed ik dat in mijn eentje, maar na een tijdje kwam ik erachter dat ik toch niet zonder de steun van familie, vrienden en professionals kon. Ik klopte aan bij een gespecialiseerde instelling. Daar bleek dat ik een eetstoornis had; geen anorexia of boulimia, maar wel een hardnekkig probleem met eten.

Een halfjaar lang ging ze elke week naar een groep waar ook andere jongeren met een eetstoornis kwamen. “Hier vertelden we elkaar waar we trots op waren, welke stappen we hadden gezet en hadden het ook over andere onderwerpen die voor ons van belang waren, zoals positief over jezelf denken. Daarnaast kreeg ik ook Psychomotorische Therapie waarbij ik door middel van opdrachten, spelletjes en oefeningen steeds meer zelfinzicht kreeg. Ik leerde dat ik mij niet uit hoefde te sloven om geaccepteerd te worden, hoe ik mijn grenzen aan moet geven en hoe ik het moeilijke woord  ‘nee’ moet uitspreken. Bovendien leerde ik steeds meer om mijzelf en mijn lichaam te accepteren. Sinds mijn achttiende, na drie jaar, ben ik echt ‘genezen’ en gelukkiger dan ooit. Dat wilde ik zo graag met andere jongeren delen; laten zien hoe mooi het leven is, hoe fijn en hoeveel kansen en mogelijkheden er wel niet zijn. Hierdoor kwam ik op het idee van het Motivation Camp.”

Impulsief maakte ze een website. “De pagina had binnen een dag 2000 views en binnen een paar dagen kreeg ik van alle kanten sollicitatiebrieven van mensen die het team wilden aanvullen.” Het idee werd pas echt serieus toen Vera erachter kwam dat ze een officiële stichting moest zijn om het kamp te mogen organiseren. Ze sms’te haar moeder: “Mam! Ik ben mijn eigen bedrijf gestart.”

Haar ouders vinden het mooi dat hun dochter haar moeilijke verleden gebruikt om anderen te helpen. En haar studie lijdt er volgens Vera niet onder. “Ik haal nog voldoendes. De stichting helpt me juist me pedagogisch te ontwikkelen, voor mijn stichting verdiep ik me in pedagogische kennis zoals behandelmethoden.”

Vera’s stichting richt zich op tieners en studenten. “Op de universiteit zijn naar mijn idee veel studenten met een eetprobleem. Misschien komt dit doordat deze mensen graag willen presteren en perfectionistisch zijn, dit zijn eigenschappen die het risico op een eetprobleem vergroten. Bovendien is de jonge volwassenheid de periode waarin de kans op het ontwikkelen van een eetprobleem groter is dan in andere leeftijdsfasen.”

Wie mee wil op kamp moet wel aan een belangrijke voorwaarde voldoen: je moet een gezond gewicht hebben, anders is het kamp te gevaarlijk. Enkele jongeren hebben zich na hun inschrijving inmiddels weer afgemeld, omdat ze weer te dun zijn waren geworden. De deelnemers die zijn overgebleven, kijken uit naar de zomer. Mira (16): “Ik denk dat ik er veel lol ga hebben, maar dat ik er ook steun heb wanneer ik een lastig moment ervaar. Daarnaast hoop ik dat ik er vrienden maak.” Myrthe (19) vult aan: “Het kamp staat niet in het teken van die stomme eetstoornis, maar richt zich op positief denken en doorzetten.” Kelly (22), student Psychologie: “Zelf wil ik grenzen verleggen en angsten overwinnen. Op kamp hoop ik hiervoor een extra dosis motivatie te krijgen.”

Een therapiekamp is het niet, maar er zijn wel momenten om problemen te bespreken met de begeleiders. Vera: “Wij kunnen goed helpen, omdat alle begeleiders zelf een eetprobleem hebben gehad en tevens een sociale studie volgen of hebben gevolgd.” Is ‘eten’ op kamp eigenlijk een verboden woord? Vera: “Juist niet. De deelnemers moeten al zodanig genezen zijn dat ze minimaal drie maaltijden op een dag willen eten. In de praktijk gaan we uit van de eigen verantwoordelijkheid en we gluren niet bij deelnemers op het bord.”

Wie niet kan wachten tot de zomer, kan nu al op de (besloten) Facebook-groep voor kamp-deelnemers terecht voor plezier en uitdaging. Zo post Vera daar challenges, met als doel de deelnemers het vechten tegen de ziekte wat meer als spel te zien. “Vind jij het nog eng naar de snackbar te gaan? Maar hield je voordat je een eetstoornis kreeg wel van patat? Daag jezelf voor deze Challenge dan uit dit weekend iets ‘slechts’ te eten en stuur ons een foto!”

De Challenge heeft effect. op de facebookpagina staan diverse kiekjes van kroketten en foto’s van frikadellen. Een meisje (16) schrijft: “Kijk, ik bestelde er mayo bij. Het was doodeng, maar wel lekker.” Een andere deelnemer prijst haar: “Topper! Dat is pas lef hebben. Fijn dat je hebt genoten. Ik ga het ook doen.”

Advertentie