Wetenschappers zijn net mensen

Veranderingen in de wetenschap bereik je niet door restricties of extra regels op te leggen, maar door wetenschappers te belonen voor goed gedrag, stelt experimenteel psycholoog Stefan van der Stigchel.

Beloon winnaars in de sportwereld, en sommige sporters zullen de grenzen van het menselijke opzoeken om de beste te zijn. Beloon succes in de bankenwereld, en sommige bankiers zullen enorme risico's nemen om bonussen binnen te slepen. Beloon succes in de wetenschap, en sommige wetenschappers zullen alles doen om dit succes binnen te halen. Wetenschappers zijn net mensen.

Het is te simpel om te denken dat er binnen de wetenschap andere problemen spelen dan in de rest van de samenleving: elke samenleving krijgt immers de wetenschap die zij verdient. Dit is wat mij betreft absoluut geen pessimistische gedachte, maar simpelweg een constatering dat de wetenschap een afspiegeling is van de huidige samenleving waarin succes nu eenmaal beloond wordt. Omdat we binnen de wetenschap de beste en slimste mensen willen, ontwikkelt zich daarmee een wetenschappelijk systeem met hypergemotiveerde en enthousiaste mensen die niet alleen gedreven worden door nieuwsgierigheid, maar ook op zoek zijn naar beloning en erkenning.

Dit is een goede zaak: door deze motivatie jagen we de wetenschap immers naar grote hoogtes. Beloning is daarbij het beste middel om mensen te motiveren: creëer een wetenschap waarin succes niet meer beloond wordt, en de ambitie is weg en de beste mensen zullen een andere omgeving kiezen waarin nieuwsgierigheid een vereiste is, maar succes wel beloond wordt. Het weghalen van de prikkel om te presteren zal de wetenschap daarom geen goed doen.

De beste manier om zaken te veranderen is dan ook om de criteria voor beloning te veranderen, niet het wegnemen van de beloning zelf. Dit zie je al gebeuren rond de utilisatiekwestie. De samenleving gaat op dit moment zuinig met belastinggeld om, het onderzoeksgeld wordt niet zomaar uitgedeeld. De heersende opinie is dat het geld dat aan wetenschap wordt besteed, besteed moet worden aan onderzoek dat een directe of indirecte nut heeft. Dit wordt bevorderd door het meewegen van de verwachte maatschappelijke opbrengst van een onderzoeksvoorstel tijdens het beoordelen van subsidieaanvragen.

De gevolgen van dit systeem zie je direct: aangezien het binnenhalen van onderzoekssubsidies leidt tot grote beloning, richten vele wetenschappers zich massaal op implementatie van het onderzoek. Er wordt samenwerking met het bedrijfsleven gezocht tijdens netwerkbijeenkomsten en zelfs de meest verstokte fundamentele wetenschapper denkt ineens na over mogelijke toepassingen van zijn of haar onderzoek.

Ik begin natuurlijk niet voor niks met verwijzingen naar de sport en de bankensector. Van beide sectoren weten we dat er regels zijn overtreden, net als in de wetenschap. Maar laten we de wetenschap niet lamleggen met nog meer regels om uitwassen te voorkomen. Laten we de hang naar beloning in onze samenleving gebruiken om veranderingen in de wetenschap te bereiken. Een andere oplossing leidt immers tot een wetenschap die zich buiten de samenleving plaatst en daardoor het contact met deze samenleving verliest.

Die manier van denken lost veel problemen op. Bijna iedereen is het er mee eens dat er te veel artikelen gepubliceerd worden. Dit moet je niet oplossen door mensen de vrijheid te ontnemen om veel te publiceren, maar door dit gedrag niet langer te belonen. Op het moment dat je bij een subsidieaanvraag alleen nog maar een beperkt aantal artikelen mag vernoemen, zal dit direct de focus van ambitieuze wetenschappers veranderen.

Fraude binnen de wetenschap? In plaats van het besteden van onnodig geld aan commissies en papierwerk om al het onderzoek te controleren, beloon je simpelweg de mensen die op de best mogelijke manier inzicht geven in hun data en analysetechnieken. Maak openheid van data een criterium van de subsidieprocedures en iedereen gaat morgen aan de slag om zoveel mogelijk data beschikbaar te stellen.

O ja. Eén van de redenen waarom ik dit stuk schrijf, is omdat mijn afdeling het waardeert als medewerkers zich mengen in het maatschappelijke debat. Ik ben immers ook maar een mens.

Advertentie