Acht bètamedewerkers ontslagbedreigd

De faculteit Bètawetenschappen moet mogelijk zo’n acht medewerkers ontslaan. Dat blijkt uit de reorganisatieplannen die de faculteitsraad maandag kreeg voorgelegd. De komende jaren blijft er bovendien een vacaturestop van kracht.

De bespreking met de raad over het concept reorganisatieplan vormt het sluitstuk van een fors bezuinigingspakket. Uit het plan blijkt dat het faculteitsbestuur er de afgelopen maanden in is geslaagd de pijnlijke effecten voor medewerkers te beperken. Toch is er voor 7.6 fte geen plek te vinden in de nieuwe organisatie. “Dit is het negatiefste stuk van een lang, maar toch succesvol traject”, verwoordde decaan Van Meer zijn gemengde gevoelens maandag.

De Bètafaculteit beloofde het universiteitsbestuur twee jaar geleden de personele lasten per 2015 met 6 miljoen euro te verlagen. Liefst 100 voltijdsbanen moesten worden geschrapt. Het nieuwe profiel voor de faculteit dat in oktober 2011 werd vastgesteld, maakte duidelijk op welke plekken de klappen zouden vallen.

Onderzoeksgroepen die niet pasten in de herziene koers van de faculteit zijn inmiddels geheel of gedeeltelijk herplaatst. Enkele groepen zijn ondergebracht bij de Utrechtse geofaculteit, andere hebben elders onderdak gevonden. Ook het openstellen van een vrijwillig vertrekregeling leidt tot een personeelsreductie. Een aantal medewerkers mag blijven doorwerken tot hun pensioen, hoewel hun functie vervalt.

Raadsvoorzitter Johan van de Leur prees het faculteitsbestuur maandag om het feit dat het aantal ontslagbedreigden uiteindelijk beperkt is gebleven. Maar hij herhaalde de eerder geuite kritiek van de raad dat de bezuinigingsvoorstellen inhoudelijk matig onderbouwd zijn. Hoe de reorganisatie de faculteit een betere toekomst gaat bieden, blijft volgens Van Leur schimmig. “Er is geen positief einddoel.”

De raad stelde vooral vragen over de consequenties van de selectieve vacaturestop. Deze zou nieuw onderzoekselan in de faculteit in de weg kunnen staan. Uitermate verbolgen reageerden enkele raadsleden over de expliciete beleidslijn van het faculteitsbestuur om de komende jaren slechts 1 op de 3 obp’ers die de universiteit verlaten, te vervangen. “Er is toch al een selectieve vacaturestop? Uit deze formulering spreekt weinig waardering voor het ondersteunend personeel”, vond raadslid Gert Folkers.

Decaan Van Meer benadrukte dat er geen sprake was van onderwaardering van het huidige obp. Hij stelde dat er wordt gestudeerd op een efficiëntere bedrijfsvoering in enkele ondersteunende diensten. Die moet de reductie van medewerkers mogelijk gaan maken.

Als reactie op de vragen van de raad over de blijvende vacaturestop, waarschuwde de decaan dat hij geen beloften kon doen over investeringen met facultair geld. Naast de teruglopende financiering uit Den Haag, baart vooral de invoering van het nieuwe universitaire verdeelmodel hem zorgen. Dat zou kunnen leiden tot een verschuiving van universitaire gelden naar andere faculteiten.

De faculteitsraad moet zich voor 3 september uitspreken over het conceptplan. Als het plan wordt aangenomen eindigen de dienstverbanden van de ontslagbedreigde medewerkers met ingang van 1 januari 2014. De faculteit heeft 2 miljoen gereserveerd voor de kosten van de reorganisatie.

 

Advertentie