Nieuwe gedragscode taal: meeste bacheloropleidingen blijven Nederlandstalig

Bachelorstudenten doen een Nederlandstalige opleiding, maar moeten zich wel voorbereiden op Engelstalige masters

In de nieuwe gedragscode wordt een onderscheid gemaakt tussen de bachelor- en de masteropleidingen. Waar in de masterfase de voertaal vaak Engels zal zijn, wordt voor de bacheloropleidingen het Nederlands als meest voor de hand liggende taal gezien. De gedragscode wordt volgende maand ter instemming voorgelegd aan de universiteitsraad.

Het uitgangspunt betekent overigens niet dat bacheloropleidingen geen Engelstalige vakken met Engelstalige toetsen mogen aanbieden. Ook wordt het bachelorstudies niet verboden om toch voor het Engels te kiezen. Opleidingen die dat willen moeten aantonen dat het Engels “functioneel” is, bijvoorbeeld omdat het om een internationale discipline gaat of omdat de arbeidsmarkt waarvoor wordt opgeleid, internationaal is.

Op dit moment heeft de UU negen Engelstalige bacheloropleidingen. In het laatste Strategisch Plan wordt de verwachting uitgesproken dat dit aantal zal groeien.

De gedragscode stelt dat Nederlandstalige bacheloropleidingen ook aandacht aan het Engels van hun studenten moeten besteden. Het taalvaardigheidsniveau moet na drie jaar voldoende zijn om zonder problemen een Engelstalige master te kunnen volgen. Hoe bacheloropleidingen die taak gaan vervullen, mogen ze zelf weten, laat de universitaire beleidsafdeling weten. Te denken valt aan het aanbieden van Engelstalige minoren of meer Engelstalige vakken in latere jaren.

Een universitaire gedragscode voor taal wordt verplicht gesteld door de hogeronderwijswet. De huidige UU-gedragscode dateert uit 2004 en wordt door velen als achterhaald beschouwd. Door de maatschappelijke discussie over de gevolgen van Engelstaligheid in het hoger onderwijs en de zorgen over de kwaliteit van Engels onderwijs, staan universiteiten onder toenemende druk om een duidelijk beleid en een heldere visie te formuleren.

De nieuwe Utrechtse tekst is grotendeels gebaseerd op een rapport van een adviescommissie onder leiding van inmiddels emeritus hoogleraar Rob van der Vaart. Deze kwam vorig jaar met enkele aanbevelingen voor het universitaire taalbeleid. Een deel daarvan leidde eerder al tot meer aandacht in het universitaire beleid voor de Engelse taalvaardigheid van studenten en docenten.

De gedragscode tracht te verduidelijken welke overwegingen een rol kunnen spelen bij de keuze voor een onderwijstaal. Ook moet de code studenten en medewerkers meer transparantie bieden over de talen die binnen een specifieke opleiding en specifieke cursussen gehanteerd worden. De officiële taal van een opleiding moet volgens de nieuwe tekst worden vastgelegd in het opleidingenregister en in het Onderwijs- en Examenreglement. Daarnaast moet de taal van het onderwijs en van de toetsen binnen specifieke cursussen worden vermeld in de Universitaire Onderwijscatalogus.

 

Advertentie