Buitenlandse studenten maken weinig Nederlandse vrienden

Buitenlandse studenten in Nederland gaan vooral met elkaar om en komen weinig in contact met hun Nederlandse medestudenten. Het blijkt moeilijk om die ‘international bubble’ te doorbreken. “Ik heb niks gemeen met Nederlanders.”

“Nederlanders zijn niet de besten in het contact leggen met internationale studenten. Maar ik praat zelf ook makkelijker met internationale studenten dan met de Nederlanders hier.” Zelfs op de UCU-campus waar Nederlandse en buitenlandse studenten samenleven, merkt de Zuid-Koreaanse studente Jungyun Lee (20) een tweedeling.

Niet verwonderlijk. Volgens een rapport van de Landelijke Studentenvakbond uit 2013 (pdf) geven buitenlandse studenten een 5.5 voor de mate waarin zij zich geïntegreerd voelen in hun Nederlandse omgeving.

Uit cijfers van de Internationale Studentenbarometer, een wereldwijd tevredenheidsonderzoek onder internationale studenten, blijkt dat studenten over het algemeen tevreden zijn over hun verblijf in Nederland. Maar wanneer het gaat om het maken van Nederlandse vrienden liggen de tevredenheidscijfers een stuk lager. In Utrecht is 63,8% van de internationale studenten te spreken over de vriendschappen met Nederlanders die ze hebben opgebouwd. Daarmee scoort Utrecht slechter dan andere studentensteden.

In sommige gevallen kan het buitenlandse studenten behoorlijk dwars komen te zitten dat ze maar weinig contact hebben met hun Nederlandse medestudenten. Jungyun: “Ik ken een Chinees meisje dat in Amsterdam studeert. Ze vond maar geen aansluiting bij andere mensen en werd depressief. Ze houdt nu echt niet meer van Nederlanders.”

Het is belangrijk dat internationale studenten zich hier thuis voelen. En niet alleen voor henzelf. Als buitenlandse studenten hier een goede tijd hebben, behouden ze na hun studietijd een band met Nederland. Die band kan bijdragen aan de Nederlandse kenniseconomie staat in het SER-rapport Make it in the Netherlands dat anderhalf jaar geleden verscheen. 

International bubble
Ruim tweeduizend buitenlandse studenten vestigen zich jaarlijks in Utrecht. Femke van der Geest van het International Office hoort geregeld dat ze moeilijk in contact komen met Nederlanders. Ze komen met andere internationale studenten als vanzelf terecht in een international bubble. “Het is niet zo dat Nederlanders niet openstaan voor studenten uit andere landen, maar op de een of andere manier lijken ze zich weinig bewust van de aanwezigheid van de internationale studenten om hen heen.”

De Bulgaar Simeon Georgiev (22) die in januari zijn bacheloropleiding Economics and Business Economics afrondde na 3,5 jaar In Utrecht te hebben gestudeerd, herkent dat beeld wel. “Toch heb ik zelf een stuk of 5, 6, goede Nederlandse vrienden met wie ik nog steeds contact heb, ook nu ik terug ben verhuisd naar Sofia. Ik ontmoette mijn Nederlandse vrienden vaak op feestjes. Nederlanders zijn extraverte mensen en daardoor heb je op feestjes makkelijk aanspraak.”

Voor Jungyun uit Zuid-Korea vormt de liefde van Nederlanders voor feestjes eerder een obstakel. “Nederlanders houden van feestjes en borrels, dit zijn belangrijke sociale gelegenheden. Ik houd er zelf niet zo van, dus dan is het moeilijker om Nederlanders te leren kennen.”

Liever geen stapels afwas
Een belangrijk obstakel voor buitenlandse studenten om in contact te komen met Nederlandse medestudenten vormt hun huisvestingssituatie. Sophie Harmelink, bestuurslid van het Utrechtse stichting Buddy go Dutch die Nederlandse en buitenlandse studenten koppelt, vertelt: “Ik sprak onlangs een Franse studente die aangaf weinig Nederlanders te kennen, omdat ze in een flat woont met alleen internationale studenten. Het blijkt vaak onmogelijk voor buitenlandse studenten om met Nederlanders samen te wonen, doordat op sites als kamernet vaak de eis wordt gesteld dat iemand Nederlands is.”

Universiteiten reserveren vaak delen van studentencomplexen exclusief voor buitenlandse studenten. Deels noodgedwongen. “We mogen geen kamers reserveren voor buitenlandse studenten, behalve als het om short stay kamers gaat die in speciale units bij elkaar zitten”, zegt Van der Geest.

Maar daarnaast hebben internationale studenten volgens haar ook een andere standaard voor de kwaliteit van hun kamer dan de Nederlanders. “We kregen in het verleden vaak klachten van buitenlandse studenten over de kwaliteit van de studentenhuizen die ze deelden met Nederlandse huisgenoten. Er was bijvoorbeeld eens een Zuid-Koreaans meisje dat schrok van de stapels afwas op het aanrecht.”

Internationale studenten nemen bovendien weinig deel aan activiteiten van studenten-, sport- of culturele verenigingen aan de universiteit of hogeschool. Dat is een andere reden waarom er niet veel gemixt wordt. Volgens de cijfers van de LSVb zou slechts eenvijfde van de buitenlandse studenten binnen zo’n vereniging actief zijn. De bond ziet dat veel verenigingen weinig openstaan voor studenten van over de grenzen.

Een van de actiepunten in het SER-rapport is dat studentenverenigingen zich meer moeten gaan richten op internationale studenten, door bijvoorbeeld activiteiten in het Engels te organiseren. Rosanne Broekhuizen van studentenbond ISO zegt dat dit in de praktijk altijd erg lastig blijkt: “Voor het openstellen van studentenverenigingen is een te grote cultuurverandering nodig.”

Condooms op de campus
Ook taal- en culturele verschillen vormen een belemmering. Jungyun: “Ik heb niks gemeen met Nederlanders. Ik wist niks van de cultuur toen ik hier kwam, alles was nieuw voor me. Dan praat je makkelijker met andere internationale studenten die zich over dezelfde dingen verbazen. Ik was bijvoorbeeld verbaasd over hoe condooms open en bloot worden verkocht op de campus.”

Het lezen van boeken kan helpen om culturele verschillen te overbruggen, merkte ze: “Nederlanders zijn erg direct. Het is normaal voor Nederlanders om persoonlijke vragen te stellen, maar ze bedoelen dit niet onbeleefd. Ik had het wel prettig gevonden als iemand me dit eerder had kunnen uitleggen. Nu ben ik erachter gekomen door boeken te lezen over Nederlanders zoals ‘Stuff Dutch People Like’ en ‘The Undutchables’.”

In het SER-rapport wordt erop aangedrongen buitenlandse studenten de kans te geven Nederlands te leren. Dit zou het wederzijds begrip kunnen verbeteren. Simeon kon zich bijvoorbeeld ergeren wanneer zijn vrienden overgingen op het Nederlands. “Als ik in de kroeg zat met wat Nederlanders werd er soms ineens besloten om ergens anders heen. Dan moest ik maar volgen zonder dat er met mij overlegd was.”

Bijna tweederde van de studenten die de LSVb ondervroeg, zei geïnteresseerd te zijn in een Nederlandse taalcursus. De organisatie voor internationalisering van het hoger onderwijs in Nederland, de Nuffic, komt binnenkort met een serious game om internationale studenten te helpen bij het leren van de taal.

Studenten in het LSVb-onderzoek bleken maar matig tevreden over de kennismakingsbijeenkomsten die ze bijwoonden. Ze gaven daarvoor het cijfer 6.5. Een belangrijk bezwaar was voor veel studenten dat ze in aparte groepjes met andere buitenlandse studenten terechtkwamen. Dat is in Utrecht vooralsnog vrijwel overal het geval. Van der Geest: “Bij de graduate school of life sciences richt het introductieprogramma zich op alle studenten. Er is geen aparte introductie voor de buitenlandse studenten. Ik verwacht dat dit navolging zal krijgen bij andere faculteiten.”

Het ligt ook aan je houding
Simeon vindt niet dat Nederlanders de buitenlandse student proberen te isoleren. “Er zijn altijd wat barrières te doorbreken als je als buitenlander contact wil leggen, maar dat geldt voor ieder land. Of het je lukt vrienden te worden met Nederlanders ligt vooral aan je eigen houding.”

Dat vindt Sophie van Buddy go Dutch ook. “De houding van de internationals is heel belangrijk. Als zij graag in contact willen komen met Nederlandse studenten hebben zij de mogelijkheid daartoe. Maar sommige buitenlandse studenten hebben daar geen behoefte aan. Ze zijn hier vaak maar voor een halfjaar. Om dezelfde reden trekken ook Nederlanders minder snel naar buitenlandse studenten toe. Het is in die korte tijd niet mogelijk om goede vriendschappen op te bouwen.”

Met Buddy go Dutch proberen Sophie en haar medebestuursgenoten te voorkomen dat internationale studenten geïsoleerd raken in de bubbel. “Door ze 1 op 1 contact te laten leggen met Nederlandse studenten leren ze het beste kennis te maken met de Nederlandse cultuur en samenleving. Bovendien onderhouden veel buitenlandse studenten die in het verleden hier een buddy hadden nog steeds contact daarmee.”

Simeon wil de Nederlandse studenten graag het volgende verzoeken: “Nederlanders doen veel in groepen, en niet zo snel iets alleen. Als groep zijn ze vaak erg gesloten; ze zouden een meer open houding kunnen aannemen. Ik ben zelf absoluut niet verlegen, maar voor andere studenten blijkt het vaak lastig om tijdens een borrel of in de pauze van een college te mengen met andere studenten.”

Enkele dagen na het verschijnen van dit artikel presenteerde EP-Nuffic de taal-app voor buitenlandse studenten.

Advertentie