Collegevoorzitter: ‘Universiteit moet met voeten in de samenleving staan’

Foto's: Maartje ter Horst

Tijdens de opening van het academisch jaar zal de nieuwe collegevoorzitter Marjan Oudeman zich presenteren. DUB sprak deze zomer al met haar. Ze geeft aan wat haar prioriteiten zijn en reageert op de brieven van studenten en medewerkers die DUB afgelopen voorjaar publiceerde.

“Wat een enorme leuke groep, enthousiaste studenten zijn dat toch.” Marjan Oudeman is net naar de opening van de UIT geweest en was aangenaam verrast door de sfeer. “Daar krijg je energie van.”
Ze heeft de nieuwe studenten voorgehouden dat ze hen een mooie studietijd wenst, maar dat ze ook hun studie serieus moeten nemen. “Het gaat erom studie en studentenleven goed te leren combineren. Dat vergt van de studenten zelfdiscipline. En dat is niet altijd makkelijk als je zo nieuw in een stad als Utrecht komt studeren en ook je weg in sociaal opzicht nog moet zien te vinden.

Thuisvoelen in de stad is heel belangrijk. Als jij je op je gemak voelt in de stad, zit je beter in je vel en presteer je beter.De stad en de universiteit zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden en hebben elkaar veel te bieden, constateert ze. “Ik denk wel dat ieder zijn eigen verantwoordelijkheid heeft.”

Eerst luisteren
Marjan Oudeman (1958) is in juli begonnen als collegevoorzitter van de Universiteit Utrecht. Ze komt uit het bedrijfsleven en kent de universiteitscultuur nog niet zo goed. Daarom neemt ze de tijd om zo veel mogelijk mensen te zien en te spreken. Soms is ze nog wat voorzichtig in haar uitspraken. Oudeman is dan ook niet het type van de olifant in de porseleinkast. Ze wil in de beginperiode goed luisteren, kijken waar de problemen liggen en dan pas met een standpunt komen.

In de gesprekken die ik met haar heb in juli en augustus bespreken we de brieven aan de collegevoorzitter die de afgelopen maanden op de DUB-site hebben gestaan. “Het viel me op dat mensen er de tijd voor genomen hebben. Dat laat voor mij zien dat mensen betrokken zijn bij de universiteit.”

Ruimte voor zelfontplooiing
De inhoud van de brieven is divers. Verschillende studenten vragen om toch vooral ruimte te laten voor zelfontplooiing. Met alleen maar studeren, kom je er niet. “Die ruimte moet er zeker zijn”, zegt Oudeman. “ Ik zie dat de druk op studenten toeneemt. Ik heb een dochter die studeert in Groningen en een zoon die binnenkort gaat studeren, misschien wel in Utrecht. Dus ik zie wat de studenten bezighoudt. Kan ik nog wel bij een vereniging gaan, als ik mijn bindend studieadvies moet halen?

De druk op de ketel lijkt nu hoger dan in mijn studietijd. Maar ook toen was er een spanningsveld tussen studeren en andere zelfontplooiing. Het is de kunst om met zelfdiscipline je studentenleven zo te organiseren dat je naast je studie ook voor andere dingen tijd vrij kunt maken. Dit helpt je ook later, waar je ook terecht komt. We leven nu eenmaal in een veranderlijke wereld waar de druk hoog ligt."

Universiteit is geen koekjesfabriek
In het gesprek maakt Oudeman vaak de vergelijking met het bedrijfsleven. Logisch, want daar heeft ze 31 jaar gewerkt. Eerst bij Hoogovens/Corus, later bij AkzoNobel. Voor veel mensen is die afkomst een zorgpunt, zo bleek uit de brieven. Een bedrijf is iets heel anders dan een universiteit. En zou deze mevrouw onze kennisinstelling gaan leiden als een bedrijf? Dat ze ergens nog zegt dat het voor haar niet uitmaakt een staalbedrijf of een koekjesfabriek te leiden, doen de haren bij enkele briefschrijvers recht overeind staan.

Oudeman zegt daar over. “Natuurlijk is de universiteit geen commercieel bedrijf. De opmerking over de koekjesfabriek die ik jaren geleden maakte ging indertijd over de vraag hoe ik me als vrouw in de mannenwereld van de staal staande kon houden. Toen heb ik die vergelijking gemaakt. Dat is nu een eigen leven gaan leiden. Maar tegelijkertijd zeg ik wel dat er ook veel gemene delers zijn. Een universiteit heeft, net als een bedrijf, een belangrijke doelstelling, een taakopdracht. Die doelstelling is niet zozeer commercieel, maar gericht op het verzorgen van kwalitatief goed onderwijs en onderzoek. Om hieraan te kunnen blijven beantwoorden moet je nadenken over de toekomstrichting, moet je een strategie bedenken om die doelstelling te halen en te toetsen. De dynamiek is anders, maar het strategieproces is vergelijkbaar.”

Overstap vanuit bedrijfsleven
De keuze om van het bedrijfsleven over te stappen naar de universiteit is een bewuste geweest. Dat het salaris minder is, neemt ze voor lief. “Ik ben voor deze functie gevraagd, maar de vraag viel wel in het goede pulletje. De universiteit staat in de samenleving, is maatschappelijk zeer relevant. Hier wordt aan belangwekkend onderzoek en innovatie gewerkt alsmede een nieuwe generatie klaargestoomd voor de toekomst. Dat vind ik belangrijk. Ik ben in een fase in mijn leven dat ik daar meer tijd en aandacht aan wil besteden.”

Eigen invulling medezeggenschap
Hoe sta je dan tegenover medezeggenschap? Is daar wel ruimte voor? Eveneens een vraag, onder meer van universiteitsraadvoorzitter Fred Toppen. Oudeman zegt in haar werk bij AkzoNobel en Corus/Hoogovens altijd een eigen invulling aan de medezeggenschap te hebben gegeven. “Je hebt de formele kant, wat wettelijk moet. Daarnaast kun je het zelf invullen hoe je het doet. Ik heb altijd veel waarde gehecht aan medezeggenschap. We hebben thema’s als veiligheid en gezondheid altijd uitgebreid besproken en ik wilde de mensen betrekken bij de strategie. Op de universiteit zijn ook de studenten betrokken bij de medezeggenschap. Ik vind dat logisch.”

Competitieve wereld
Een term die in het gesprek regelmatig terugkeert is excellentie. “Nederlanders vinden het lastig om in superlatieven te praten. Dat helpt ons niet. We leven niet op een eiland en de wereld is veel competitiever geworden.”

Bij Oudeman betekent het niet dat iedere wetenschapper kandidaat voor de Nobelprijs zou moeten zijn en elke student cum laude een honoursclass kan afronden. “Je hebt goede mensen nodig. Zeker, maar niet iedereen kan top zijn. Wat je wilt is wel dat iedereen zoveel mogelijk uit zichzelf haalt. Dat moet ons streven zijn, zowel voor studenten als medewerkers. Zo bieden we voor studenten die dat aankunnen naast de reguliere opleiding ook verbredingsprogramma’s aan.”

Breder onderwijs op basis van kwaliteit en motivatie
Studenten schreven een brief waarin ze waarschuwen dat dit onderwijs niet alleen voor de elite mag worden. Oudeman: “Voor een breder programma, mag je ook meer vragen. Toch zal het daarbij altijd gaan om de kwaliteit en motivatie van de studenten en niet om het inkomen van de ouders. Het gaat mij te snel om te zeggen dat het vragen van hoger collegegeld betekent dat we een universiteit voor ‘rijke’ ouders krijgen.”

Maatschappelijke relevantie universiteiten
Hoe plaats je de universiteit in de samenleving? Dat is een van de prominente taken in haar portefeuille. In de brieven kwam het thema valorisatie regelmatig voor. Zo pleit decaan Frank Miedema voor een brede maatschappelijke functie van de universiteit. Sociaal wetenschapper Ruud Abma wil dat er tijd blijft voor reflectie en niet alleen een gejaagd najagen van maatschappelijk nut. Oudeman begrijpt beide: “Bij ons bij Hoogovens hadden we al het onderscheid tussen toegepast en fundamenteel onderzoek. Je moet ook binnen een bedrijf ruimte bieden voor fundamenteel onderzoek, waarbij je niet verwacht dat het op korte termijn iets oplevert. Dat geldt voor de universiteit des te meer. Dat neemt echter niet weg dat je als universiteit met je voeten in de samenleving moet staan. De universiteit heeft een belangrijke plek in de samenleving van vandaag én morgen en moet dat ook laten zien. Onafhankelijkheid en integriteit zijn daarbij belangrijke kwesties. Het is aan de onderzoeker zelf, daar zorgvuldig mee om te gaan.”

Onderwijs moet zich blijven vernieuwen
Oudeman vindt valorisatie van belang om onderzoek ten goede te laten komen van de samenleving. Ze ziet het als belangrijke uitdaging dat de universiteit daarbij samenwerkt met het bedrijfsleven en de maatschappelijke organisaties. Ook onderwijs moet zich blijven ontwikkelen met de eisen van de omgeving. Ze kan ook al twee voorbeelden noemen die dat laten zien. “Dat we studenten laten kennismaken met China via de Netherlands Asia Honours Summerschool (NAHSS), is zo’n voorbeeld. China is een enorme economische kracht en in dit programma geven we studenten de mogelijkheid die dynamische omgeving te ervaren. Een ander goed voorbeeld is dat we in het onderwijs thema’s als ondernemerschap en persoonlijke ontwikkeling willen integreren. Daar is behoefte aan.”

Internationalisering in portefeuille
Behalve valorisatie, zal ook internationalisering in Oudemans portefeuille een belangrijke plaats innemen. Daar wil ze nu nog niet zoveel over zeggen. In het bedrijfsleven werkte ze in internationaal opererende bedrijven. “Ik ben een groot voorstander van diversiteit. Wij hebben veel met lokale managers gewerkt, zodat je kunt profiteren van mensen die de plaatselijke cultuur kennen. Je moet niet alles willen doen volgens je eigen maatstaven. Luisteren naar anderen, houd je scherp.”

Tijdens de opening van het academisch jaar zal Marjan Oudeman zich formeel presenteren. Ze zal dan ook een toespraak houden. Wat ze precies gaat zeggen? Dat blijft nog even een verrassing. Haar spoedcursus universiteit moet ervoor zorgen dat ze die typische universiteitscultuur snel begrijpt en daar haar eigen plaats inneemt.

Voorzitter Actieteam Crisisaanpak

Marjan Oudeman heeft de komende maanden nog een nevenactiviteit. Ze is door de minister gevraagd om het actieteam crisisbestrijding voor te zitten. “Dit team komt voort uit de afspraken van het Sociaal Akkoord. Het is een actieteam, gericht op stimulering van concrete maatregelen om in tijden van crisis werkgelegenheid te behouden en te streven naar een gezonde arbeidsmarkt in de toekomst. Jongerenwerkeloosheid is een van de speerpunten. Ik denk dat deze tijdelijke rol heel mooi past bij de ambitie van de UU om maatschappelijk een rol van betekenis te spelen.”

 

Advertentie