Deze geluksvogels mogen het lab van de UU weer in

Enrico Verpalen (28) gaat zitten op de kruk bij ‘zijn’ zuurkast. Dit is op donderdagen en vrijdagen de werkplek van de promovendus, op maandagen gebruikt hij een andere. Na twee maanden thuiswerken hervat hij zijn onderzoek naar moleculen. “Met de juiste combinatie van verschillende moleculen werken vaccins effectiever en ik probeer te ontdekken wat die mix is. Die vaccins zijn voor bijvoorbeeld de griep, maar ook voor het coronavirus. Daarom mag en wil ik zo snel mogelijk weer door met mijn onderzoek.”

Hij is blij dat hij weer terecht kan op de universiteit om te werken. “Soms voelde ik me schuldig omdat ik thuis minder nuttig bezig kon zijn, maar daar had iedereen in het team van Molecular Pharmacy last van. We zitten immers allemaal in hetzelfde schuitje. Thuis ging ik rond lunchtijd vaak een rondje hardlopen om toch iets zinvols te doen.”

Een luchtje scheppen tijdens de pauze zit er voor Verpalen niet in als hij op de universiteit is. Drie dagen per week is hij te vinden in het David de Wiedgebouw en dan is hij de hele dag druk totdat de deuren op slot gaan. “De hoofdonderzoekers hebben een rooster gemaakt voor degenen die weer op de universiteit werken en mijn dagen wil ik zo nuttig mogelijk invullen. We werken nu met twintig mensen in dit gebouw in plaats van zestig en er mag nog maar een persoon in dezelfde rij zuurkasten werken. We wassen onze handen vaker sinds de coronacrisis en iedereen heeft nu meer eigen spullen. De voorwerpen die we nog wel delen moeten na elk gebruik worden schoongemaakt.”

De eerste stap
Nadat de universiteitsgebouwen half maart op slot gingen, is de eerste stap naar het heropenen van de universiteit in gang gezet. Op maandag 18 mei gingen de deuren open voor de eerste promovendi en postdocs die geen proefpersonen nodig hebben voor hun onderzoek. Alle gebouwen die nu open zijn mogen maar voor 30 procent bezet zijn. De faculteiten bepaalden zelf welke onderzoekers als eerste aan de slag mochten.

De labs van Bètawetenschappen en Diergeneeskunde zijn alweer in gebruik, bij Geowetenschappen waren labhoofden iets langer bezig met het opstarten van hun labs, zegt woordvoerder Stephan van Meulebrouck. Vanaf vandaag gaan daar de eerste onderzoekers weer aan de slag op de universiteit.

Labtijd reserveren
Promovendus Bo Yu (29) van Diergeneeskunde is blij dat hij halverwege mei weer in de labs van het Jeanette Donker-Voetgebouw kan werken. Want zijn onderzoek met koeienembryo’s kan hij moeilijk thuis voortzetten. “Voor het onderzoek hebben we microscopen, koelcellen en andere machines nodig, die heb ik thuis niet. En dit is mijn laatste jaar als PhD-student.”

Hij bestudeert embryo’s van koeien om beter te begrijpen hoe een bevruchte eicel uitgroeit tot kalf, zodat ook duidelijker wordt hoe dit proces bij mensen precies gaat. Sinds een week is hij weer in De Uithof te vinden. “Er mogen nog maar drie mensen tegelijk in het lab, alle acht onderzoekers die weer op de universiteit mogen werken, moeten een plek in het lab reserveren. Nu ben ik elke dag op de universiteit. Als het lab bezet is, werk ik in mijn kantoor. Die deel ik met twee anderen, maar die moeten nog thuis werken.”

Leegte
De vele lege werkruimtes van het Jeanette Donker-Voetgebouw eind mei maken duidelijk dat nog weinig UU’ers op de universiteit werken. Iedereen die wel in een van de gebouwen aanwezig is, moet zich sinds de coronacrisis in- en uitschrijven bij de hoofdingang. Af en toe komt Yu een collega tegen in de wandelgangen en in het lab is hij bijna de hele ochtend de enige onderzoeker. Tegen het einde van de ochtend komt een collega van Yu binnen om er ook aan de slag te gaan. Ze loopt naar een van de onderzoekstafels die een rij verderop staan.

Naast dat er minder mensen tegelijk in het lab mogen werken, zijn er meer coronamaatregelen getroffen. Yu pakt een papieren doekje en een sprayfles met alcohol. Hij spuit wat alcohol op zijn onderzoekstafel en veegt het uit met de papieren doek. “Voordat we iets aanraken moeten we onze handen wassen met zeep en de onderzoekstafels moeten we voor en na elk gebruik schoonmaken. We mogen niet aan dezelfde rij tafels zitten, zodat we anderhalve meter afstand van elkaar kunnen houden”.

Productiever door coronamaatregelen
Enrico Verpalen van Farmacie had geen moeite met opstarten na twee maanden thuis werken. “Ik heb er veel over nagedacht: wat ga ik precies op de universiteit doen als ik weer terug ben? Daardoor kon ik sneller opstarten, beter dan dat ik na weekenden doe.”

Bij Bo Yu was er wel een technisch opstartprobleempje. “De camera waarmee ik foto’s maak van de koeienembryo’s was niet meer verbonden met mijn computer toen ik terug kwam na de lockdown, waardoor ik de foto’s niet kon zien. Maar dat was gelukkig snel opgelost.”

Verpalen vindt dat hij productiever werkt dan voor de coronacrisis. “Ik kan beter werken met minder onderzoekers om me heen”, zegt hij. “Je praat minder met anderen tussendoor. Daarnaast hebben we  van sommige machines in het lab maar twee stuks en nu hoef ik niet te wachten op iemand anders voordat ik die apparaten kan gebruiken.”

Hij is niet de enige, ook Yu praat minder met zijn collega-onderzoekers omdat ze niet meer naast elkaar mogen werken. “Maar soms mis ik het wel om even iets aan ze te vragen of aan iemand te vertellen wat me op dat moment frustreert.”

Goed kunnen opschieten met je collega’s kan ook een nadeel zijn, zegt Verpalen. “Sommige onderzoekers leven de coronamaatregelen minder streng na dan anderen. Zelf vind ik het soms ook lastig om me er aan te houden. Met sommige collega’s heb ik een hechtere band en dan komen we al snel dichter bij elkaar dan anderhalve meter.”

Advertentie