Grensoverschrijdend gedrag ook seksueel van aard

Hoogleraar Sociale Wetenschappen accepteert ontslag

hoogleraar ontslag bron shutterstock
Foto: Shutterstock

De Universiteit Utrecht kreeg vorig jaar 17 meldingen over de hoogleraar Klinische Psychologie. Dat is opvallend, omdat de wetenschapper pas op 1 januari 2022 bij de UU in dienst trad. Daarvoor werkte hij bij de Vrije Universiteit en daarvoor bij de Universiteit Maastricht. De meldingen die bij de UU binnen kwamen, betroffen behalve meldingen van de UU ook signalen over de hoogleraar tijdens zijn tijd aan deze twee universiteiten. 

Het universiteitsbestuur wil geen concrete voorbeelden geven van meldingen. Het bestuur zegt alleen dat het om meerdere vormen van grensoverschrijdend gedrag gaat die ernstig genoemd kunnen worden. De universiteit geeft aan dat er, voor zover bekend , geen aangifte tegen de man is gedaan. 

Seksueel overschrijdend gedrag
Na een  rondvraag van DUB en de zusterbladen Ad Valvas (Vrije Universiteit) en Observant (Universiteit Maastricht)  blijkt dat (oud-)medewerkers heel voorzichtig en terughoudend zijn om over hun ervaringen met de hoogleraar te spreken. Slechts een beperkt aantal studenten en medewerkers was bereid om anoniem hun ervaringen te delen. 

Seksueel grensoverschrijdend gedrag speelt een grote rol, zo blijkt uit de gesprekken die we hadden met medewerkers van verschillende universiteiten. De universiteit wil niet bevestigen dat dat ook blijkt uit de meldingen. Een hoogleraar van de VU vertelt dat hij in de beginperiode een klacht bij zijn leidinggevende heeft ingediend. “Wij waren beide nieuw op de VU en gingen wat drinken met ook een jonge promovenda erbij. Ik stond werkelijk met mijn oren te klapperen van het expliciete seksuele taalgebruik in ons bijzijn. Dat kon echt niet. Ik heb teruggekregen dat met de persoon is gesproken en dat hij had beloofd het niet meer te doen. Maar nu blijkt dat, gezien de meldingen, toch niet waar te zijn.”

Ook zou hij in contact met promovendi of docenten voorstellen hebben gedaan voor een seksuele relatie. “Binnen het departement had hij de reputatie vaak privé met mensen op stap te gaan”, bevestigt de VU-hoogleraar. 

Anoniem melden explicieter in nieuwe regeling
De Universiteit Utrecht besloot in maart de hoogleraar te ontslaan. In de loop van 2022 kwamen er bij de vertrouwenspersonen verschillende signalen binnen over mogelijke schendingen van de ‘interpersoonlijke integriteit’. Deze zijn onder de aandacht gebracht van het universiteitsbestuur. In reactie op deze signalen heeft het bestuur de Commissie Interpersoonlijke Integriteit gevraagd nader onderzoek te doen. Voorzitter Jellienke Stamhuis: “Er lag dus geen klacht ten grondslag aan dit onderzoek. Omdat het hier niet om een klachtenonderzoek ging, hebben wij dus geen advies aan het college uitgebracht of de klacht gegrond was en hebben we dus ook geen uitspraak gedaan over eventueel te nemen maatregelen. Wel hebben wij inzicht gegeven in de omvang, strekking en ernst van de signalen.”

De meeste melders wilden niet dat hun naam of functie bij de beklaagde of bij het bestuur bekend gemaakt zou worden. Dat de UU in deze casus wel ingreep, heeft deels ook te maken met de nieuwe opzet van de klachtenprocedure. In het verleden konden vertrouwenspersonen ook een casus onder de aandacht van het bestuur brengen, maar in de nieuwe regeling is dat explicieter gemaakt, zodat de drempel om zo’n melding te maken verlaagd is. Het bestuur zelf zegt niet te weten of de nieuwe regeling in dit geval een rol gespeeld heeft.

 

Klacht versus melding
Er is een verschil tussen een klacht en een (anonieme) melding. Normaal kan er alleen een onderzoek gestart worden bij een klacht. Bij een klacht  zal de identiteit van de klager niet alleen bij de commissie en het bestuur bekend zijn, maar ook bij de beklaagde. Meldingen kunnen – anders dan klachten- ook op anonieme basis gedaan worden. Daarbij is het mogelijk dat de naam van de melder uitsluitend bekend is bij de commissie en niet bij de beklaagde en het bestuur, of dat de naam van de melder bij alle partijen onbekend is. Een anonieme melding leidt in de regel niet tot een onderzoek. Het universiteitsbestuur kan echter besluiten om in uitzonderlijke gevallen wél een onderzoek te starten wanneer er over één persoon meerdere (anonieme) meldingen en/of signalen komen bij de Commissie Interpersoonlijke Integriteit of bij de vertrouwenspersonen. Jellienke Stamhuis, onafhankelijk voorzitter van de Commissie Interpersoonlijke Integriteit: “Er moet dan sprake zijn van een zwaarwegend belang om de kwestie te onderzoeken, waarbij de te onderzoeken kwestie een potentieel risico vormt voor de sociale veiligheid binnen de UU. Wij kunnen zo’n signaal of melding onder de aandacht brengen van het College van Bestuur en die kan ons opdracht geven om verder onderzoek te doen.”

Zorgplicht voor veilige omgeving
Bij aanvang van het onderzoek hebben melders aangegeven enkel met de commissie te willen spreken als hun anonimiteit (richting betrokkene) werd gewaarborgd en verslaglegging niet naar hen herleidbaar zou zijn. De namen van de melders waren wél bij de commissie bekend. Op een zeker moment heeft het College van Bestuur melders gevraagd of zij bereid waren uit de anonimiteit te treden. Dit verzoek kwam voort uit de wens van het bestuur om de beschreven signalen concreter te maken. Uiteindelijk hebben de meeste melders besloten op het verzoek van het universiteitsbestuur in te gaan. Zij zijn (gedeeltelijk) uit de anonimiteit getreden door toestemming te geven om de beschreven signalen nader uit te werken in de eindrapportage. Daarbij heeft een aantal melders ervoor gekozen om met naam in het rapport te worden genoemd, een aantal met functie en een aantal met pseudoniem.

Het College van Bestuur vond de genoemde zaken in het onderzoek dusdanig ernstig dat er actie op volgde. Na een wederhoorgesprek met de hoogleraar nadat de commissie haar onderzoekrapport had gedeeld, werd een ontbindingsprocedure in werking gesteld. Collegevoorzitter Anton Pijpers zegt dat er sprake was verschillende ernstige vormen van grensoverschrijdend gedrag. “Wij hebben een zorgplicht voor onze medewerkers en studenten. Zij moeten in een veilige omgeving kunnen werken en studeren.”

Bij een ontbinding van een arbeidsrelatie – werkgever ontslaat werknemer- wordt de zaak in de regel voorgelegd aan een rechter. Nog voor de UU de papieren had verstuurd, kwam van de advocaat van de hoogleraar een verzoek om tot een ontslagovereenkomst te komen. Volgens de hoogleraar is het treffen van een dergelijke regeling standaard, omdat het in niemands belang is - ook niet voor andere betrokkenen - de zaak verder op de spits te drijven met een gang naar de rechter. Daarmee accepteert hij de hoogleraar het ontslag en voorkomt zo dat de zaak in het openbaar voor de rechter komt.

De universiteit is daar om verschillende redenen mee akkoord gegaan. Volgens de universiteit zou een ontbindingsprocedure, inclusief de mogelijkheid tot hoger beroep, heel lang kunnen lopen en daarmee voor grote onzekerheid zorgen bij onder andere de melders en de huidige collega’s van de hoogleraar. Bovendien heeft de universiteit laten meewegen dat de hoogleraar oud-collega’s zou kunnen oproepen bij de zitting. Dat wilde het bestuur voorkomen om melders te beschermen. Daarnaast was via deze overeenkomst zeker dat de hoogleraar niet meer zou terugkeren naar de werkplek. Dat was  voor de universiteit belangrijk, omdat een terugkeer naar de werkplek in de optiek van de UU met het oog op een veilig werk- en studeerklimaat ondenkbaar was.  Voorwaarde van de UU was dat er geen ontslagvergoeding betaald zou worden en dat de universiteit er wel -in beperkte mate- over zou mogen communiceren.

Speelde al op de VU
DUB heeft van twee medewerkers gehoord dat er eerder klachten zijn ingediend bij de VU. Voor het gevoel van de medewerkers is daar niet zoveel meegedaan. De hoogleraar zelf zegt dat er nooit een formele klacht is ingediend en dat de eerder genoemde klacht van de VU-collega informeel bij het afdelingshoofd is gemeld. De VU-collega vindt het jammer dat er niet meer klachten zijn ingediend. “Dan waren de signalen sterker geweest. En dan was het wellicht mogelijk geweest om de hoogleraar eerder bij te sturen. Mogelijk had dit ontslag dan voorkomen kunnen worden.”

Hij vindt het ook jammer dat de meldingen in eerste instantie anoniem gedaan zijn. “Ik snap dat je als jonge wetenschapper een drempel over moet. Mijn klacht stond alleen en heeft niet het juiste effect gehad, maar mijn rol als klokkenluider heeft evenmin mijn carrière belemmerd. Ik ben later wel benoemd tot hoogleraar.”

In een reactie zegt een woordvoerder van de VU het bijzonder pijnlijk te vinden dat (oud) medewerkers grensoverschrijdend gedrag hebben ervaren en zich niet gehoord of gezien hebben gevoeld. Zij hebben de medewerkers van de afdeling geïnformeerd over de situatie, ondersteuning geboden en gewezen op de mogelijkheid om ervaringen - ook uit het verleden -  te melden. (zie kader voor volledige reactie)
 

Verantwoording artikel
DUB heeft voor dit artikel samengewerkt met de zusterbladen Ad Valvas (Vrije Universiteit)  en Observant (Universiteit Maastricht). We hebben mensen benaderd die in het verleden met de hoogleraar samengewerkt hebben. Er bestond grote terughoudendheid om publiekelijk ervaringen te delen. DUB heeft het artikel voor publicatie naar de hoogleraar gestuurd. Hij wees op een aantal onjuistheden en die zijn in het artikel verwerkt. Zijn statement staat in een apart kader. Wij hebben ervoor gekozen om alle namen, ook van de hoogleraar, niet te noemen. Dat heeft te maken dat we er niet aan willen bijdragen dat de namen in de toekomst bij Google zullen opduiken.

Ethisch dilemma
De universiteit heeft in maart op intranet bekend gemaakt dat het de arbeidsovereenkomst met een hoogleraar van Sociale Wetenschappen te zullen ontbinden. De universiteit wil vanwege privacyredenen niet zeggen om wie het gaat. Wel heeft de faculteit de medewerkers van het departement geïnformeerd en zijn recent de melders op de hoogte gesteld van de voortgang van het proces. 

Verder heeft de universiteit de voormalige werkgevers via de rector en de decaan geïnformeerd en zijn organisaties waar de hoogleraar werkte via de UU op de hoogte gebracht. De UU zegt met andere universiteiten in overleg te willen gaan over hoe je in de toekomst dit soort zaken zou kunnen  voorkomen. Anton Pijpers reageert: “Dit soort situaties zijn echt een dilemma. Enerzijds verdienen mensen een tweede kans. Anderzijds voel ik als collegevoorzitter ook een zorgplicht die verder reikt dan mijn eigen universiteit. Je wil voorkomen dat iemand van de ene naar de andere universiteit hopt en ongewenst gedrag op die manier lange tijd kan voortduren binnen de academische gemeenschap. We willen graag in landelijk verband bespreken hoe je dat zou kunnen voorkomen en of er manieren zijn om elkaar hierover transparant te informeren bij sollicitatieprocedures.”

Deskundige wetenschapper
Vrij vlot na de bekendmaking in maart, werd ook voor een kleine groep mensen wel duidelijk om wie het ging. Zo kwam er ‘in goed overleg’  een einde aan zijn voorzitterschap van het College van de Federatie van Gezondheidszorgpsychologen en psychotherapeuten. Dit college adviseert en oordeelt over de specialisme in het vakgebied van zorgpsychologen en psychotherapeuten.

De hoogleraar is een klinisch psycholoog. Hij studeerde in Amsterdam en Utrecht. Hij promoveerde in Maastricht en vertrok 2012 naar de Vrije Universiteit en werd daar aangesteld als hoogleraar. In januari 2022 keert hij terug naar de Universiteit Utrecht. Zijn onderzoeksprogramma richt zich op de effectiviteit van psychotherapie voor depressie, suïcidaliteit en persoonlijkheidsstoornissen. Hij heeft een indrukwekkende staat van dienst als het gaat om publicaties. Daarnaast werkt hij ook bij het NPI in Amsterdam als psychotherapeut, dit is een centrum gespecialiseerd in behandeling van mensen met persoonlijkheidsproblemen.

Een hoogleraar in hetzelfde vakgebied die aan een andere universiteit verbonden is, heeft de carrière van de Utrechtse hoogleraar op afstand gevolgd. Hij noemt hem een zeer deskundig wetenschapper en een harde werker. Hij verstond volgens hem de kunst om met gezag lastige kwesties in het veld van de psychotherapeuten goed op te lossen. Hij had het vertrek niet zien aankomen en noemt het  voor de persoon een tragische en ingrijpende ontwikkeling. Verschillende medewerkers binnen de Universiteit Utrecht zijn geschokt door de ernst van de incidenten en steunen het besluit van het bestuur om actie te ondernemen. Zij vinden het belangrijk dat er nu duidelijkheid is over het vertrek van de hoogleraar en hopen dat het besluit bijdraagt tot meer aandacht voor sociale veiligheid op de werkplek.    

Reacties op het artikel 

De ontslagen hoogleraar:
 “Ik bevestig dat het College van Bestuur van de Universiteit Utrecht na kennisneming van het rapport van de Commissie Interpersoonlijke Integriteit (CII) naar signalen van grensoverschrijdend gedrag heeft besloten de arbeidsovereenkomst met mij te beëindigen. Hoewel ik me niet herken in de volledige inhoud van het rapport is met de universiteit een regeling getroffen tot beëindiging van mijn arbeidsovereenkomst waarbij mijn wettelijke rechten en aanspraken in acht zijn genomen maar er dus geen ontslagbovenwettelijke vergoedingen worden betaald. Ik zal geen werkzaamheden meer verrichten voor de UU. Ik betreur de situatie die is ontstaan. Het is nooit mijn bedoeling geweest om mensen een ongemakkelijk gevoel te geven.”

De Vrije Universiteit
“Wij vinden het bijzonder pijnlijk dat (oud) medewerkers grensoverschrijdend gedrag hebben ervaren en zich niet gehoord of gezien hebben gevoeld. Wij hebben de medewerkers van de afdeling geïnformeerd over de situatie, ondersteuning geboden en gewezen op de mogelijkheid om ervaringen - ook uit het verleden -  te melden.
"We betreuren het enorm dat wij niet de precieze details van de melding die in 2012 hierover is gedaan, hebben kunnen achterhalen.  We hopen in gesprek te komen met (oud) medewerkers. Ook om hiervan te leren en te bespreken wat we beter kunnen doen. 
"We blijven kijken naar waar het beter kan en blijven onze studenten en medewerkers attenderen op de mogelijkheden voor het melden van ongewenst gedrag. We begrijpen dat het melden van ongewenst gedrag lastig kan zijn, helemaal als het gaat om mensen waarvan je afhankelijk bent zoals een begeleider of medewerker. De vertrouwenspersonen ongewenst gedrag kunnen melders ondersteunen en meedenken bij welke eventuele vervolgstappen er genomen kunnen worden. We willen benadrukken dat het altijd goed is om over grensoverschrijdend gedrag te praten en dat dit gedrag binnen de VU niet getolereerd wordt.”

Advertentie