'Ook Erdogan-aanhangers hebben recht op vrijheid van meningsuiting'

Als je de vrijheid van meningsuiting serieus neemt, dan moet iedereen daar gebruik van kunnen maken. Hoogleraar mensenrechten Tom Zwart vindt dat in Nederland vaak met twee maten gemeten wordt. “Je hoeft het niet met de ander eens te zijn, maar beide partijen moeten respect tonen en openstaan voor het gesprek.”

Zijn opiniestuk in NRC Handelsblad deed veel stof opwaaien. Hij schreef dat de Turkse leider Erdogan in Nederland negatief geframed wordt. Erdogan wordt volgens Tom Zwart op voorhand veroordeeld, terwijl hij in het verleden een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de Turkse democratie en rechtsstaat. Niet het gesprek met Erdogan, maar de confrontatie wordt gezocht. En wie het in Nederland durft voor de Turkse president op te nemen, wordt rigoureus aangepakt. Als voorbeeld noemt hij de GroenLinkser Ilhan Tekir die uit zijn fractie werd gezet in de gemeenteraad van Gorinchem.

Het artikel van Zwart leidde tot veel debat. De Turkse journalist Abraham beth Arsan schreef een kritische reactie in het Katholiek Nieuwsblad. Journalist Peter Edel, die een boek schreef over de Turkse politiek, uitte zijn ongenoegen over het stuk onder meer op de site Joop. Door dit artikel van Edel liep de mailbox van Zwart aardig vol.

DUB zocht de hoogleraar, die directeur is van de landelijke School of Human Rights Research, op en vroeg in hoeverre zijn uitspraken passen in zijn visie op mensenrechten en welke rol hij hoopt te spelen in het publieke debat.

Waarom zijn de reacties op Erdogan in Nederland zo fel?
“Wat ik zie is dat wij in Nederland steeds meer overtuigd zijn van onze eigen waarden en normen en tegelijk moeite hebben om de normen en waarden van anderen te begrijpen en te respecteren. Ik zeg niet dat ik het met Erdogan eens ben. Ik sta ook voor onze liberale democratische waarden. Maar als iemand daar anders over denkt, moet je niet meteen de deur dichtgooien. Het is veel beter om met iemand in gesprek te gaan vanuit je eigen waarden.

"Ik zeg ook helemaal niet dat Erdogan in Turkije geweldig bezig is. Maar ik plaats wel kanttekeningen bij de manier waarop wij opeens alles van die man op voorhand veroordelen. Een andere mening is niet toegestaan. Hoe in Nederland mensen de mond gesnoerd zijn omdat ze op vrij genuanceerde wijze vraagtekens zetten bij de publieke veroordeling van Erdogan, gaat in tegen de vrijheid van meningsuiting.

"Ik vind dat iedereen recht heeft op vrijheid van meningsuiting. Daarom had Rutte met zijn ‘pleurt op’ volgens mij ongelijk. Deze Turkse Nederlanders kwamen juist voor hun mening uit. Aan de andere kant vind ik een proces tegen Wilders net zo onterecht. Ook hij heeft recht op vrijheid van meningsuiting. Zelfs diegenen die hun steun uitspreken voor het gedachtegoed van IS hebben dat, zolang ze binnen de wet blijven en niet oproepen tot geweld.”

Maar mensen zeggen dan dat de islam zelf anti-democratisch is en als de conservatieve islamieten aan de macht komen, de mensenrechten zullen schenden.
“Dat beeld is volgens mij onjuist. Onderzoek wijst juist uit dat moslims zich in principe willen aansluiten bij de lokale samenleving. Ze willen zich aanpassen aan de samenleving zonder andere mensen hun geloof op te leggen. Ze willen wel hun eigen geloof kunnen belijden. Op het moment dat een samenleving roept: ‘uw waarden kloppen niet’ dan kunnen mensen gefrustreerd en  geradicaliseerd raken.”

Bij mensenrechten gaat het vaak om de vraag of waarden universeel zijn. Als je mensen martelt, of zoals IS, oproept tot geweld, moet je dan wel met die mensen in gesprek gaan?
“Mensenrechten zijn universeel en daar mag je niet aan tornen. Er zijn bepaalde waarden waar iedereen het mee eens mee zal moeten zijn. Dat je niet mag martelen bijvoorbeeld. Maar hoe geef je daar nationaal uitvoering aan?  Wij doen dat met behulp van wetten, dat komt uit de tijd van de Verlichting. Dat zijn westerse concepten. In wat wij 'het globale zuiden' noemen, kijkt men daar anders tegenaan, daar worden mensenrechten vooral via de cultuur beschermd.  

"Als hoogleraar mensenrechten probeer ik het palet in beeld te brengen. Als je tegen bepaalde groepen in Afrika zegt dat polygamie niet mag, en vindt dat ze homoseksualiteit als mensenrecht moeten accepteren, werkt het niet om dat wettelijk vast te leggen. Je moet dat via de band van de cultuur spelen. Dus niet op de manier waaropde Wereldbank met een dure campagne het HIV/aids virus wil terugdringen door van bovenaf op te roepen dat iedereen maar één partner mag hebben en altijd een condoom moet gebruiken. Dit soort opgelegde maatregelen die tegen de cultuur ingaan werken niet. Je kunt beter een lokaal project ondersteunen, zoals dat in Malawi is gebeurd. Hier stimuleren lokale vrouwen elkaar om het gesprek aan te gaan met hun mannen over de ziektes en de gevaren van HIV/aids. Die methode werkt veel effectiever.

“Tegen China wordt altijd gezegd dat ze de mensenrechten schenden, terwijl in China de afgelopen decennia ook enorme sprongen gemaakt zijn, bijvoorbeeld op het terrein van de armoedebestrijding. Op het terrein van de godsdienstvrijheid zie je dat mensen in de verschillende regio's letterlijk worden uitgenodigd hun geloof te belijden. Ik zeg altijd tegen de Chinezen dat ik hun waarden vanuit mijn traditie niet op alle fronten deel, maar ik heb wel begrip voor de traditie waarin ze staan en de manier waarop ze met die rechten bezig zijn.

“Wij hebben een zogenaamde receptortheorie uitgewerkt. Volgens die theorie maak je meer kans op progressie wanneer je altijd in gesprek blijft met een land waar de mensenrechten geschonden worden. Dat is effectiever dan het zoeken van de harde confrontatie. Dit blijkt ook uit onafhankelijk onderzoek. Het is die boodschap die ik wil brengen in het maatschappelijke debat.”

Maar als je altijd het gesprek blijft opzoeken, loop je dan niet het gevaar voor het karretje van het regime gespannen te worden?
“Daar moet je altijd voor waken. Maar ik geloof er heilig in dat we door het vergaren van meer kennis van de culturen beter snappen waarom een maatschappij de waarden heeft die ze heeft. Vandaaruit kun je in gesprek gaan. Je neemt daarbij je eigen waarden mee en stelt die er tegenover. Zo probeer je stappen verder te komen. In China schrijf ik als een van de weinige westerlingen opiniestukken in de Chinese editie van de People's Daily, de officiële Partijkrant, en geef ik les op Chinese universiteiten. Daarbij laat ik een kritisch geluid horen, maar wel een met respect.”

Het kopje thee van Cohen dus.
“Ik denk dat Cohen dat goed heeft aangevoeld. In China ga je met mensen waar je het niet mee eens bent een kopje thee drinken. Als je gaat onderhandelen, dan komt er een maaltijd op tafel. Een goed Nederlands voorbeeld is de geciviliseerde manier waarop in de Tweede Kamer Wilders van de PVV en Kuzu van DENK met elkaar in debat gaan en ook wederzijds respect voor elkaar tonen. Daar ben ik dan weer trots op.” 

Advertentie