Rolstoel of autisme is extra beperking bij vinden van kamer

Toen Soete (21) Utrecht had uitgekozen als stad om te gaan wonen en te studeren, hield ze haar hart vast. Een kamer, hoe moest ze daar aan komen? “Zes maanden voordat ik begon struinde ik de site van studentenhuisvester SSH en Kamernet af.” De SSH verwees haar naar een speciale gelijkvloerse rolstoelwoning, maar dat was niets voor Soete. “De deuren waren zó zwaar, die kreeg ik met geen mogelijkheid vanuit mijn rolstoel open.” Bovendien was het een zelfstandige studio. “En als je in een rolstoel zit, is het juist fijn om soms andere mensen om je heen te hebben, omdat je soms best wat hulp kan gebruiken.”

Soete heeft een spieraandoening waardoor ze een deel van haar spierweefsel in haar benen mist. Lopen kan ze alleen maar kleine stukjes, heel langzaam, en daarna is ze doodop. Over De Uithof gebruikt ze een rolstoel, en de langere stukken legt ze af met een elektrische fiets of automatische auto. “Het is heel moeilijk om aan mensen die gewoon kunnen lopen, uit te leggen wat voor impact dit heeft op je leven”, vertelt ze. “Het is klote om te studeren terwijl je in een rolstoel zit. Ik kan lang niet naar zo veel feestjes, etentjes en colleges als ik zou willen. Ik moet mijn energie echt verdelen.” Trappen zijn zo ongeveer haar ergste vijand. “Bijna elk studentenhuis heeft ze”, verzucht de biologiestudent. Het is de reden dat ze een half jaar moest zoeken naar een kamer. “Ik verkeerde echt in een crisis.”

Ongemakkelijke gesprekken
Richard Horenberg van het Platform Onbeperkt Studeren stelt dat het voor studenten met een functiebeperking soms een crime kan zijn om een geschikte kamer te vinden. “Ik heb geen cijfers, maar we krijgen vooral klachten van mensen die een autisme-stoornis hebben of in een rolstoel zitten.” Voor studenten met autisme kan het hospiteren vooral lastig zijn: “Zij maken geen schijn van kans. In tien minuten moet je jezelf verkopen als iemand die heel gezellig en sociaal is, met wie je de beste vrienden kan worden. Autistische studenten hebben daar juist moeite mee.” Bij studenten in een rolstoel is het vooral de praktische kant: vind maar eens een huurwoning waar alles gelijkvloers is. “Bijna niet te doen”, aldus Horenberg.

Maar ook hospiteren in een rolstoel is vaak niet echt een garantie op succes. Soete: “Op zo’n hospiteeravond zitten dan heel veel meiden die zichzelf op hun allerbest presteren, heel uitbundig, en dan kom ik met zo’n serieus verhaal aan. Dat sluit niet aan bij de belevingswereld van de gemiddelde student. Mensen worden er ongemakkelijk van.” Ook Denise (25), student Diergeneeskunde, vindt hospiteren ‘een drama’. “Daar ben ik niet eens aan begonnen. Ik zou nooit worden uitgekozen.” Ze kampt met een depressie – ‘die soms in meer of mindere mate aanwezig is’ – en heeft een angststoornis. “Ik heb veel last van overprikkeling en geluiden. Het werd me heel snel duidelijk dat een studentenhuis niets zou worden voor mij. De IBB zou ik niet hebben overleefd: veel te veel geluiden. Ik moet me kunnen terugtrekken en er zijn momenten waarop ik me héél somber en verdrietig voel. Daar moeten huisgenoten wel mee om kunnen gaan.” De SSH heeft veertig speciale prikkelarme woningen voor mensen met autisme, maar daar is wel een diagnose voor nodig – die Denise niet heeft. Bovendien zijn het allemaal begeleid-wonenprojecten. “Dat heb ik niet nodig”, zegt Denise.

Afhankelijk van sociale kamermarkt
“Op de particuliere markt zijn niet zo veel oplossingen voor studenten met een functiebeperking”, stelt Lies Buddingh, SSH-woordvoerder. “Daarom bieden wij zelf vierhonderd kamers in Utrecht aan voor een bijzondere doelgroep.” Zo zijn er twaalf studenten die in twee huizen wonen, van wie de helft doof is en de andere helft gebarentaal studeert. Ook zijn er ongeveer 25 mindervalidewoningen. “Dat is voor zover wij qua aanvragen binnenkrijgen, voldoende. We hebben het gevoel dat vraag en aanbod wel in balans zijn. En heel soms is het zelfs lastig om een bewoner te vinden als er een mindervalidewoning vrijkomt.” SSH heeft verder de regel dat na twintig keer hospiteren een student automatisch een kamer aangewezen krijgt. “Dat geldt ook voor studenten met autisme.” Een andere optie is wachten op een zelfstandige woning, maar Buddingh beaamt: in je eerste jaar sta je vaak nog niet lang genoeg ingeschreven.

De meeste aangepaste studentenwoningen van SSH staan in of rond De Uithof. Voor Soete was dat geen optie.  “Dat is voor een student in een rolstoel the middle of nowhere. De eerste beste betaalbare supermarkt is een half uur fietsen, en als ik naar de stad wil – waar al mijn vrienden wonen – moet ik met de auto, want mijn rolstoel meenemen in de bus is al helemaal geen doen.”

Richard Horenberg denkt dat er meer studio’s zouden moeten komen. “Bovendien is het ook goed om studentenhuizen aan te bieden zónder hospiteeravonden. Als je één negatief puntje hebt, begin je al met 1-0-achterstand. Met name bij zichtbare functiebeperkingen.” Hij pleit voor een puntensysteem. Daarnaast moeten de Universiteit Utrecht en de Hogeschool Utrecht meer druk uitoefenen op de gemeente om woonruimte te creëren. “Er liggen best veel grote stukken braak, er staan kantoorgebouwen leeg. Zet er een studentenflat neer, denk vooraf na over de toegankelijkheid van die flat.”

Huizen op maat
Denise en Soete zouden allebei graag meer willen zien dat de gemeente en SSH studentenhuizen op maat aanbieden. Dus ook prikkelarme woningen voor mensen zonder autisme, bijvoorbeeld. “Mensen die fysiek en mentaal gezond zijn, hebben geen idee hoe lastig het is om een kamer te vinden voor ons”, zegt Soete. Denise: “Ik denk dat er heel veel studenten zijn die nu niet op kamers gaan, of zelfs niet gaan studeren, omdat de hospiteeravond al een hoge drempel is. Er is veel leed dat we niet zien.”

Denise en Soete zijn inmiddels onder dak.  Soete ‘een lot uit de loterij’: ze heeft een gelijkvloerse woning gevonden in Tuindorp. Ideaal, en al helemaal vergeleken met de kamer waar ze eerst zat: in Kanaleneiland woonde ze op vijf hoog. “Ik heb zo vaak afspraken moeten cancellen en colleges moeten missen omdat de lift het weer eens niet deed…”

Ook Denise heeft een oplossing gevonden. “Ik ben gaan samenwonen met mijn vriend in een huis in Vianen. Minder prikkels, een huisgenoot die mijn problemen kent. Maar ik heb dit huis wel zelf moeten vinden, er was niemand die me erbij hielp.”

Nooit gekozen
Het Stedelijk Overleg Lichamelijk Gehandicapten Utrecht (SOLGU) stelt dat er weinig opties zijn voor studenten met een lichamelijke beperking als het om huisvesting gaat. “Ze krijgen bij de gemeente geen urgentie. Wel zijn er woonprojecten met speciale woonruimtes, maar dat biedt geen oplossing voor álle studenten met een fysieke beperking of chronische ziekte”, stelt een woordvoerder. “De wachttijd voor een huurwoning duurt soms langer dan de studieduur. De enige mogelijkheid is op de particuliere markt een woonruimte vinden. Dat betekent hospiteren. Een student met een beperking wordt dan nooit gekozen.”

 

Advertentie