DUB-panel verdeeld over streng optreden tegen laatkomers

Te laat voor college? De deur gaat op slot. Of toch niet?

DUBpanel. Foto: DUB
Foto: DUB

In haar hilarische column Jij komt er niet meer in beschreef student Taal- & Cultuurstudies Ize van Gils hoe een hoogleraar tijdens een college nerveus verkondigde dat studenten die te laat kwamen voor hun colleges voortaan buiten moesten blijven staan. 

Het leidde tot grote verontwaardiging bij de aanwezige studenten, temeer omdat het om een verplicht college ging. “M-maar, wat als ik de trein nou heb gemist?”, vroeg een van hen ontdaan.

Naar aanleiding van de column en de reacties daarop besloten we het DUB-panel een stelling voor te leggen. Die luidt: 
‘Docenten moeten studenten die te laat komen, de toegang tot de collegezaal kunnen weigeren.’


“Ja, er is genoeg gepamperd”, zegt research analist Mies van Steenbergen resoluut. Hij geeft zelf geen onderwijs, maar hoort docenten veel klagen over de “zoete inval” in het eerste kwartier van hun colleges. Veel studenten kiezen er volgens hem voor om op het laatste moment te vertrekken richting hun college. “Als er ook maar iets misgaat, zijn ze te laat.” 

Milieufilosoof Floris van den Berg is ook een voorstander van “een deur-dicht- policy”. Volgens hem komen zeker bij het eerste college van een blok veel studenten te laat. Een docent die daar iets van zegt en een late student naar buiten stuurt, kan bovendien rekenen op groot onbegrip. 

Van den Berg wijst erop dat de universiteit ook een pedagogische rol heeft. Wie onverwacht te laat is, kan wat hem betreft na de pauze aanschuiven. “Als je de trein mist, dan moet je wachten op de volgende trein. Wie bij de schouwburg te laat is, komt er ook niet meer in.”

 “Laatkomers verstoren de les”, zegt ook geneeskundestudent Thomas Visser. “Leren om niet te laat te komen is een stukje professionele vorming.” 

Hij stelt wel een voorwaarde aan een strikt deurbeleid. Studenten moeten de beschikking kunnen krijgen over het lesmateriaal dat behandeld wordt tijdens het gemiste college, bijvoorbeeld over een opname daarvan. Anders zouden studenten met een geldige reden (“neem treinpech of een lekke band”) wel erg gedupeerd worden.

'Als je de trein mist, moet je ook wachten'

Student Sociale Geografie & Planologie Quintijn de Leng noemt het daarentegen “volstrekt onacceptabel” om studenten de toegang te weigeren. 

Hij vindt het belangrijk dat docenten uitgaan van vertrouwen. “Om zomaar te zeggen dat studenten beter moeten plannen en dat het hun eigen fout is dat ze te laat komen, vind ik een overhaaste conclusie en niet in lijn met de waarden die een instituut van hoger onderwijs zou moeten hebben.”

Quintijn maakt bovendien maar zelden mee dat een laatkomer voor overlast zorgt. “De norm is: stil en snel binnenkomen, en rustig gaan zitten. Niemand wil te laat komen, laten we het niet vervelender maken dan het is.”

 “Mijn ervaring is dat studenten hun best doen om op tijd aanwezig te zijn, maar dat dat niet altijd lukt”, mailt ook onderwijswetenschapper Casper Hulshof

“Het OV is al jaren niet meer te vertrouwen. Meer studenten dan voorheen wonen thuis vanwege kosten en gebrek aan woonruimte. Ze betalen een flink bedrag om überhaupt colleges te mogen volgen.” 

Hulshof wil als docent studenten best vragen om op tijd te komen, maar niet “de veredelde boa uithangen”. “Laat staan dat ik erover in discussie ga tijdens een college. Mijn enige voorwaarde is: kom stilletjes binnen en ga rustig zitten.”

‘Overmacht bestaat’

Veel panelleden zijn minder uitgesproken en vinden dat docenten zelf moeten kunnen bepalen of een student na aanvang van het college nog naar binnen mag of niet.

Student Psychologie Levi Bierhuizen is een van hen. Daarbij moet de docent er volgens hem ook begrip voor op kunnen brengen dat er onvoorziene omstandigheden kunnen zijn. “Iedereen mist wel eens een bus of slaapt door zijn wekker heen.”

Filosoof Brandt van der Gaast zou er “zelf niet snel voor kiezen” om studenten buiten te laten staan. “Op tijd komen is een kwestie van goede manieren, en goede manieren kun je niet afdwingen. Sommige docenten onderbreken hun college eventjes of maken een kwinkslag over de laatkomers die binnen komen strompelen. Maar als niets van dit alles werkt, dan zou de deur dichtdoen de enige overblijvende optie kunnen zijn.”

Ook pedagoog Kirsten Buist wijst erop dat studenten een verantwoordelijkheid hebben om op tijd van huis te vertrekken. Tegelijkertijd kunnen er nu eenmaal situaties van overmacht zijn waardoor studenten te laat komen, weet ze. 

“Een student vertelde mij onlangs dat er in het collegerooster maar 15 minuten is ingeruimd om je van de Bolognalaan naar de Daltonlaan te verplaatsen. Zonder fiets wordt dat erg lastig. Zoiets hebben studenten niet zelf in de hand.”

Maar wanneer studenten herhaaldelijk en zonder duidelijke reden te laat komen, dan is het volgens Buist redelijk dat een docent maatregelen treft. “Bijvoorbeeld studenten die te laat komen gezamenlijk na 15 minuten binnen laten komen, zoals in de DUB-column wordt beschreven.” 

Ook masterstudent Life Sciences Sterre van Wierst voelt wel wat voor de 15-minuten-regel. Docenten zouden wat haar betreft ook best wat vaker mogen zeggen dat ze het vervelend vinden. “De gêne daarover zorgt er misschien voor dat ze de volgende keer een trein eerder pakken.” 

Maar de toegang helemaal weigeren gaat haar te ver. “Dat vind ik zelfs een beetje zielig voor die vele studenten die bijna twee uur met het OV reizen om vervolgens op het strafstoeltje gezet te worden. Overmacht bestaat.”

‘Studenten zijn net mensen, net als docenten’

Rik Vangangelt, beleidsmedewerker bij het Centre for Academic Teaching & Learning en promovendus, stelt ten slotte dat docenten met de inhoud en de vorm van het college studenten kunnen verleiden op tijd te komen. Aan het begin van een college wordt de opzet van het college toegelicht, de context van de lesstof behandeld en wordt aan verwachtingenmanagement gedaan. “Juist dan zou een docent moeten proberen aan te haken bij de belevingswereld van studenten.”

Maar Vangangelt snapt ook dat er zelfs dan altijd een groep studenten te laat zal blijven komen. Hij raadt docenten die daarover vallen aan om eerst even in de spiegel te kijken. Hij merkt dat docenten soms gedrag vertonen dat opmerkelijk veel lijkt op dat van hun studenten. Als hij workshops geeft zijn de UU-docenten zijn studenten, en ze laten niet zelden verstek gaan zonder zich af te melden. “Studenten zijn, net als docenten, net mensen.”

Advertentie