UU-studenten helpen koloniaal verleden in Lombok ontvouwen

De herkenbare pins van de Bitterzoete wandelroute. Foto's DUB

Tegenover café Kopi Susu op de hoek van de J.P Coenstraat glinstert tussen de klinkers een metalen pin met daarop het logo van de bitterzoete route in de wijk Lombok. Het is punt 6 op de bitterzoete route die leidt door verschillende straten met namen die herinneren aan het koloniale verleden van Nederland. Behalve deze pin bij het café met de Indonesische naam dat naar het Nederlands vertaald koffie met melk heet, zijn er nog elf van deze herkenningspunten.

Historicus Rens Bleijenberg (23) was voor zijn afstuderen betrokken bij het onderzoek naar de straatnamen en het optuigen van de website die hoort bij de wandeling. Ook geeft hij op aanvraag rondleidingen aan groepen. Na noeste arbeid werd eind oktober de website en de wandelroute officieel gelanceerd. “We proberen mensen te informeren, de bewustwording te vergroten en het gesprek over onze koloniale geschiedenis op gang te brengen met dit initiatief.”

Rens deed samen met twee andere studenten het archiefonderzoek voor de website en schreef de teksten. Zo is te lezen dat Jan Pieterszoon Coen als gouverneur-generaal in dienst van de Verenigde Oostindische Compagnie Batavia (het huidige Jakarta) stichtte. Hij werd door Nederland lang gezien als held. Inmiddels waait er een andere wind en leggen historici ook de nadruk op de misdaden die Coen pleegde tegen de plaatselijke bevolking van de Banda-eilanden. “Coen wilde het monopolie op de specerijhandel waarvoor uiteindelijk 15.000 bewoners zijn gestorven. Vervolgens ontstonden daar onder zijn auspiciën feitelijk de eerste slavenplantages met de komst van de planters van nootmuskaatbomen, de zogeheten perkeniers”, vertelt gids Rens bij de pin.

Nationalisme
Toen de wijk Lombok eind 19de eeuw werd gebouwd vierde het nationalisme hoogtij en vereerde Nederland zijn koloniale verleden, legt Rens wandelend uit. In heel veel steden in Nederland vind je dan ook Indische buurten waar de straatnamen verwijzen naar de archipel. Rens wijst halverwege de J.P. Coenstraat naar het borstbeeld van de naamgever net onder de nok van het dak op de helft van twee huizen. “Wat grappig is, is dat veel bewoners uit deze buurt het borstbeeld niet kennen. Die gevels van de twee woningen waar het borstbeeld op prijkt, zijn afwijkend van de rest van de huizen. Dat komt omdat daar officieren uit het leger mochten wonen”, vertelt Rens.

De activistische groep de Grauwe Eeuw deed de discussie over het koloniale verleden en het aanpassen van de straatnamen die daarnaar verwijzen opnieuw oplaaien. De gemeente Utrecht gaf al snel aan dat een naamswijziging van straten in Lombok geen optie is, maar zette wel een onderzoek in gang. “Zo kwam het maatschappelijk uitzendbureau voor studenten de Academie van de Stad bij mij terecht”, zegt Britta Schilling, universitair docent Cultural History. “Dit omdat ik een cursus Colonial Memory and Postcolonial Heritage geef binnen het masterprogramma waaraan ook Rens deelnam.”

Onderzoek van studenten
Haar masterstudenten deden vervolgens onderzoek naar tien straatnamen in Lombok die de gemeente Utrecht selecteerde. “Ik adviseerde ze onder meer over hoe geschikt primair bronnenmateriaal te vinden is, bijvoorbeeld in het Utrechts Archief. Ik heb vooral geprobeerd de studenten te laten nadenken over bepaalde woordkeuzes die een historisch verhaal kunnen beïnvloeden en hoe we als historici bronnen kunnen vinden die ons een meer genuanceerd begrip van het verleden tonen, wat de verschillen zijn tussen een nationaal verhaal over het koloniaal verleden en lokale verhalen.” Het eindproduct waren tien leesbare teksten die geschikt zijn voor een breder publiek.

Vervolgens ging het clubje studenten waar gids Rens toe behoorde aan de slag met het uitwerken van de tien teksten en het integreren daarvan in de wandelroute. Daarvoor werkten ze samen met de werkgroep Gepeperde Straten, een groep activisten, studenten en politiek actieve leden. En zo kwam de website en wandeling tot stand. Overigens is de site nog niet af. “Er zijn nog kansen om de website verder te verrijken bijvoorbeeld door lokale verhalen toe te voegen, meer primaire bronnen te tonen en de nieuwste literatuur te integreren”, zegt Schilling. “Koloniale geschiedenis is een spannend onderzoeksveld en dit is een dynamisch project, want met de website kun je teksten aanpassen en zaken toevoegen”, vertelt Schilling. Het komende blok gaat ze met een nieuw team van studenten aan de slag om het werk van Rens en zijn collega’s uit te breiden.

Voetstuk
Verderop tijdens de route wijst gids Rens in de Van Heutszstraat op graffiti op een garagedeur. Het woord VOC staat in bloedrode letters met een strop bij de letter O. Van Heutsz speelde een belangrijke rol in één van de langste en bloedigste koloniale oorlogen die Nederland voerde in Nederlands-Indië: de Atjeh oorlog (1873-1912) op het eiland Sumatra. “In de jaren 20 van de vorige eeuw stond deze man op een voetstuk en kreeg hij een staatsbegrafenis. De Grauwe Eeuw vindt hem een moordenaar. Overigens zijn zij zeker niet de eerste club die het beeld over Van Heutsz willen bijstellen. Het monument aan de Apollolaan in Amsterdam voor Van Heutsz is eigenlijk al vanaf de totstandkoming in 1930 een heet hangijzer.”

Britta Schilling is van mening dat historisch werk nooit in een vacuüm gebeurt. “Dat leren onze studenten al in het eerste jaar. Met dit project hadden ze zelf een kans om te ervaren hoe dit in de praktijk gebeurt. Het is een kans voor docenten en studenten om meer te leren over de herinnering aan het koloniale verleden in de eigen lokale omgeving. Als we daarmee extra bewustzijn creëren voor deze geschiedenis dan is dat des te beter.” Gids Rens vond het heel leerzaam om te doen en geeft nog altijd met plezier de rondleiding. “Dit heeft veel meer impact dan een paper van mijn hand.”

In het archief ontdekte Rens dat de Grauwe Eeuw niet de eerste groep is die kritisch is op de straatnamen in Lombok. Begin jaren 80 werd hierover ook al een discussie gevoerd door kritische bewoners. “Ook toen wilde de gemeente er niet aan om de straatnamen aan te passen. De werkgroep kreeg wel voor elkaar dat elk jaar een buurtfeest werd georganiseerd. En er werd een kunstwerk opgehangen aan de zijgevel van een woning aan de Ceramstraat.” Het was een werk van de Indonesische kunstenaar Basuki Resobowo dat de kolonisatie van Indonesië voorstelt. In 1984 werd het kunstwerk, bestaande uit een aantal panelen, opgehangen. Het zou vijf jaar blijven hangen. Maar na vier jaar was het plotseling verdwenen en tot op de dag van vandaag is het spoorloos. Rens kan zelf slechts gissen en vermoedt dat de bewoner het heeft weggehaald omdat kinderen er met een bal tegenaan schoten. “Dat is typisch iets voor andere studenten om uit te zoeken”, zegt hij over het historische onderzoek rondom de wandeling.

Op de plek waar nu Kopi Susu zit, zat in vroeger tijden een winkel waar je koloniale waren zoals peper en kaneel kon kopen, vertelt Rens aan het einde van de wandeling. Hij wijst door het raam op de tegels aan de muur waarop koloniale taferelen staan afgebeeld. “Nog een herinnering aan ons koloniale verleden waar we vaak met de groep napraten onder het genot van een kop koffie of thee.”

Tags: kolonialisme

Advertentie