Vijf Utrechtse disputen: over toetjes, bier, oud-Nederlands, gelijkwaardigheid en karaoke

De tafel met 'zooi' van Bitondispuut Olkadekk

UMTC’s Panna Cotta: ‘We zijn opgericht als reactie op het haantjesgedrag’

Opgericht: 12 oktober 2018
Leden: 13, allen actief
Borrel: twee keer in de maand, bij iemand thuis of op sociëteit Borghaerts van UMTC
Zinspreuk: ‘Een kilootje meer’
Drankje: ‘Panna shotta’; 1/5 Bacardi Limón, 2/5 Licor 43, 2/5 rode Sourz
Proost: ‘In dulci jubilo’, Italiaans voor ‘In zoete vreugde’

Oprichters Sanne (26 jaar, net klaar met de master Psychologie) en Tessa (24 jaar, Geneeskunde) hebben vorig jaar met zes andere meisjes het dispuut Panna Cotta opgericht. Sanne: “Als reactie op het haantjesgedrag. We wilden een dispuut waar het er niet om gaat dat we hard kunnen schreeuwen, maar waar we ook best lief mogen zijn.” Tessa: “Het is een lang en moeilijk proces geweest om officieel een dispuut te mogen worden. Je moet binnen de vereniging aantonen dat je van toegevoegde waarde bent. Niemand dacht dat het ons zou lukken."

Wat karakteriseert jullie?
Sanne: “Onze kernwaarden zijn lief, ambitieus en maatschappelijk betrokken. We wilden een dispuut zijn op basis van gelijkwaardigheid. We hebben dus geen ontgroenend karakter en geen machtsverhoudingen binnen het dispuut. Onze aspiranten - die noemen we hangopjes -  moeten een vriendenboekje bijhouden om iedereen in het dispuut te leren kennen.”

Hangopjes?!
“Ja! Alles en iedereen draagt de naam van een toetje. Onze vergaderingen heten grand desserts, de preses heet dame blanche, de vicepreses
eton mess, de fiscus muntijsje en de secretaris chocoladeletter.”

Jullie dispuut draait dus niet volledig om de Italiaanse pudding?
Sanne: “Nee, maar het is wel een dierbaar symbool. We wilden gewoon iets luchtigs oprichten, we houden van lekker eten en van toetjes, dus ja: panna cotta. We hebben één lid dat niet van toetjes houdt, dat is lastig.” Tessa: “We hadden onszelf voor de grap Panna Cotta genoemd. Het was een voorlopige naam, maar toen we ons in het toetje gingen verdiepen, vonden we die wel bij ons passen.”

Wat doen jullie precies als dispuut?
“We maken altijd wel een panna cotta. Die kun je met verschillende toppings bedekken, dus die is steeds weer anders. We houden jaarlijks een bakwedstrijd genaamd ‘Heel UMTC bakt’ en we houden ons bezig met maatschappelijke activiteiten. We helpen veel bij een kinderboerderij in Overvecht en via
Stichting Present schilderen we huizen en ruimen tuinen op.”


Onafhankelijk herendispuut Semper Excelsius: 'Wij zijn vrijblijvender dan grote verenigingen'

Opgericht: 9 mei 2006
Leden: 21 actieve leden, ongeveer 30 reünisten
Borrel: elke dinsdagavond in Café Rex aan de Nobelstraat
Drankje: Grolsch Kanon
Zinspreuk/proost: ‘Nunc est bibendum’: ‘Nu is het tijd om te drinken’

Foto: De dame op de foto is een date van één van de leden

Een herendispuut dat niet bij een studentenvereniging hoort, maar geheel op zichzelf staat. Dat is het bijzondere aan Semper Excelsius. Aan fiscus Thomas Mol (22 jaar, Informatiekunde), die dit jaar samen met twee andere heren het bestuur vormt, de vraag hoe dit dispuut ontstaan is. “Wij zijn opgericht in 2006. Vier jongens die vaak in hetzelfde huis kwamen, hadden een goede klik, dronken regelmatig een biertje met elkaar en wilden daar een naam aan geven. Wat begon als grap, groeide uit tot een mooie club. We zitten nu in ons 14de jaar. De oprichters zijn nu in de dertig, getrouwd en hebben kinderen. Ze komen af en toe nog wel langs. Vooral voor de jongerejaars is het leuk om die gasten een keer te ontmoeten.”

En hoe komen studenten bij jullie terecht?
“Via via maar vooral via de Utrechtse Introductie Tijd. We bieden tijdens de UIT slaapplaatsen aan en we staan op de website en de verenigingsmarkt van de UIT. Na de UIT hebben we nog drie kennismakingsborrels. Vrouwen vragen ons ook weleens of ze lid kunnen worden, maar dan verliezen we onze identiteit als herendispuut, dus dat willen we niet.”

Is er meer vraag dan aanbod?
“De laatste vijf, zes jaar moeten we een stuk of drie jongens afwijzen. We vinden 21 actieve leden een mooi aantal. Elk jaar vertrekken er een paar leden en zij worden door nieuwe leden vervangen. We willen het dispuut klein houden, zodat je iedereen goed leert kennen. We zijn een hechte vriendengroep en willen geen groepjes binnen de groep.”

Waar selecteren jullie op?
“Of je goed bij de groep past, of je bij de kennismakingsborrels bent geweest en echt interesse hebt getoond. We zijn wat vrijblijvender dan de grote studentengezelligheidsverenigingen, dus je hebt geen verplichtingen of een hiërarchie. Onze ontgroening  bestaat eigenlijk alleen uit een dropping en een quiz. We hebben wel een das en een hemd met ons logo erop, maar die zijn voor speciale gelegenheden. Op een normale borrel draagt iedereen gewoon wat hij wil.”

Wat betekent Semper Excelsius?
“Altijd hoger, altijd beter.”

En wat doen jullie?
“Elk jaar hebben we een groot kerstdiner waar alle leden, ook oud-leden, welkom zijn. En we borrelen elke dinsdagavond vanaf twee voor negen, omdat we op een dinsdag om twee voor negen zijn opgericht. We hebben ook twee dispuutweekenden, lustrumreizen en een diesweek en doen dingen samen met andere disputen van studie- of studentenverenigingen.”

En mag je ook dubbel lid zijn? Bij jullie én bij een andere vereniging?
“Nee, niet bij een andere gezelligheidsvereniging.”


SSR-NU’s co.CO.cu.: ‘Nieuwe leden moeten niet proberen te zijn zoals wij'


Opgericht: 19 november 1931
Leden: 9 actieve leden plus 4 aspirant-leden (‘tirones’)
Borrel: Twee keer per week op sociëteit Nisata, plus twee keer per maand dispuutsavond
Zinspreuk: ‘Robure Fidei Subnixum’: ‘Steunend op de kracht van het geloof’
Drankje: rode wijn (‘de traditionele studentendrank’)
Proost: ‘Ianus!’

Het Uniek Dispuut co.CO.cu. was het allereerste gemengde dispuut van Nederland, weet Guusje Bron (20 jaar, student Humanistiek). Dit jaar is ze Proconsula (secretaris) in het driekoppige bestuur van het dispuut, dat onderdeel is van gezelligheidsverenging SSR-NU. “Bij de oprichting in 1931 waren al twee vrouwen aanwezig. We waren progressief, omdat we mannen en vrouwen als gelijk behandelden. In die tijd mochten vrouwen van SSR-NU maar tot middernacht bij borrels blijven, zodat de mannen nog even de ruimte hadden.”

Waarom zijn jullie gemengd?
“We vinden diversiteit in het dispuut heel belangrijk, omdat iedereen andere dingen inbrengt en dat voor de meest interessante discussies zorgt. We willen om dezelfde reden ook leden van allerlei verschillende faculteiten.”

Discussiëren is kenmerkend voor jullie?
“Ja, dat kun je wel zo stellen. We vinden het belangrijk dat we altijd extremen opzoeken in discussies en dan geleidelijk naar een nuance toewerken, zodat we alles van twee kanten kunnen zien.”

En wanneer doen jullie dat dan?
“We hebben jaarlijks een symposium.”

Doen jullie nog meer?
“Eens per maand vergaderen we en hebben we een activiteit buiten onze comfort zone zoals bijlwerpen, karten of het bezoeken van een poëzieavond.”

Jullie noemen jezelf ‘Het Uniek Dispuut’, waarom?
“Omdat we het belangrijk vinden dat iedereen gewoon heel erg zichzelf is en bijdraagt wat hij of zij bij wil, of kan dragen. Iedereen is anders. We willen ook niet dat iedereen van het dispuut op elkaar gaat lijken.”

Als je lekker jezelf mag zijn, heb je dan geen verplichte outfits?
“Niet echt. Over het algemeen kleed je je netjes en mag je zelf invullen wat dat dan is zolang de kleuren zwart en donkerblauw er in terugkomen. Die kleuren zijn belangrijk voor het dispuut.”

Wat is nog meer typisch?
“Ianus (spreek uit Janus, red) is onze beschermheer. Daar proosten we op. Hij is een Romeinse god met twee gezichten die kijkt naar het verleden en de toekomst. Hij staat symbool voor onze wens om altijd twee kanten van een zaak te willen zien en die kanten samen te willen brengen.”

Hoeveel andere disputen heeft jullie vereniging eigenlijk?
“Acht, zeggen wij. Als je het iemand buiten co.CO.cu. zou vragen, zou je horen dat het er negen zijn. Vijftien jaar geleden is dit negende dispuut ten onder gegaan, maar veel leden van SSR leven nog in ontkenning van dit feit.”

En waar staat co.CO.cu. voor?
“Dat mag ik niet vertellen. Als je meer wilt weten, kun je tiro worden.”


Bitons Olkadekk: ‘Wij houden alleen spelling uit 1909 aan’

Opgericht: 24 november 1909
Leden: 113, waarvan 30 actief
Borrel: maandelijks, in het pand van ‘Een Zekere Moedervereniging’
Zinspreuk: ‘Dispar vulgo’: ‘Afwijkend van de massa/het gepeupel’
Drankje: rode dranken, zoals rode wijn (bij voorkeur Mooi Kaap), cola en jus d’orange
Proost: Op de nagedachtenis van Hare Majesteit, Koningin-Prinses Juliana, op de nagedachtenis van ae. Couvée, op hol

Het traditionele Olkadekk is, binnen de niet-traditionele vereniging Biton een eigenaardig verschijnsel. Finn den Boeft (21 jaar, student Media & Cultuur) is dit jaar de preses en wil wel enige uitleg geven.

Jullie noemen jezelf ‘Het Oudste Dispuut’. Hoe oud precies?
Slaakt een diepe zucht: “Bijna 110 jaar. Tijd vliegt wanneer je plezier hebt.”

Hoe komt het dat jullie dispuut traditioneel is en Biton niet?
“Daarvoor moeten we ver de geschiedenis induiken. Olkadekk is een dispuut van SSRU, de vereniging waaruit Biton en SSR-NU zijn voortgekomen. Wij zijn dus nu gelieerd aan Biton, maar noemen Biton altijd Een Zekere Moedervereniging (ZMV). ZMV faciliteert vooral praktische zaken.”

Olkadekk is dus ouder dan Biton?!
“Jazeker. Afgelopen jaar is het bestuur van Biton zelfs voor het eerst op belet (een traditie waarbij een jonger verband vraagt om bestaansrecht bij een ouder verband, red.) gekomen bij ons.”

En met welk gedachtegoed is het dispuut opgericht?
“Concreet: ter lering ende vermaak. Dat zeggen we nu weleens grappend, maar dat is en was wel waar het om draait.”

Zie je dat ook terug in jullie activiteiten?
“Ja. We vergaderen maandelijks op de sociëteit van ZMV en die vergaderingen hebben een vaste opbouw, waaronder een lezing. Daarna wordt gediscussieerd. Disputeren is natuurlijk ook gewoon een ander woord voor beargumenteren of redetwisten. Deze bijeenkomsten hebben ook een ludiek aspect. Onlangs hadden we een lezing over de geboorte en dood van sterren in het heelal. Compleet met krachtpuntpresentatie.”

Krachtpuntpresentatie?
“We gebruiken geen Engelse woorden. Engelse begrippen vertalen we naar het Nederlands, zoals ‘krachtpuntpresentatie’.” Hoe noem je een computer dan? “Een rekenaar.” En een smartphone?
“Een zakrekenaar.” Een e-mail? “Een elektronisch postbericht.” En memes? “Cobips: collectieve binnenpretjes.”

En wie toch buitenlandse woorden gebruikt?
"Wie geen Nederlandse en Latijnse woorden gebruikt, krijgt
een guldenkwartje (11 eurocent, red.) boete. Je krijgt ook een boete als je vloekt, iemand onderbreekt of niet netjes bent. Vijftien boetes in één vergadering is vrij gemiddeld. De opbrengst van die boetes schenken we aan Amnestie Internationaal.”

Waarom guldens? Zijn jullie blijven hangen in het verleden?
“Een beetje. We houden bijvoorbeeld de spelling aan uit ons oprichtingsjaar 1909. Als iemand een woord gebruikt waarvan we twijfelen of het in 1909 al gebruikt werd, zoeken we het op in een woordenboek uit die periode.”

Behalve het woordenboek zie ik ook allerlei zooi op de bestuurstafel liggen.
“Zooi? Dit zijn essentialia, zonder deze voorwerpen kan Het Oudste Dispuut niet vergaderen. Het zijn geschenken van nieuwe leden en oud-senatoren.”

Hebben jullie nog meer interessante gebruiken?
“We drinken bij Het Oudste Dispuut louter rode dranken. Wijn, vooral. Maar over de jaren heen is daar ook cola onder komen te vallen. En sinaasappelsap. Of een combinatie van die drie. En Spa Rood. Eigenlijk alles wat Het Oudste Dispuut goedkeurt als rode drank is een rode drank. En we proosten altijd op de nagedachtenis van Hare Majesteit Koningin-Prinses Juliana, geboren in 1909, en op de nagedachtenis van amice Couvée, de grootvader van het dispuut. Hij was bij de oprichting en een markant dispuutlid dat later dominee is geworden. Zijn beeltenis gebruiken we overal; een kalige man met een brilletje, een hele grote neus en een snor.”


Interstedelijk vrouwendispuut Hygeia: ‘Je hebt overal wel vriendinnen’

Opgericht: 18 juni 2005
Leden: 51, waarvan 23 actief
Borrel: maandelijks een etentje in Utrecht, Groningen of Leiden
Zinspreuk en proost: ‘Mooi roze is niet vies’
Drankje: roze Trojka, roze gin-tonics, jenever en ‘gewoon’ bier

Hygeia is een vrouwendispuut voor farmaciestudenten en verbonden aan de KNPSV (Koninklijke Nederlandse Pharmaceutische Studenten Vereniging). Naast Utrecht komen de leden uit Groningen en Leiden waar ook farmacieopleidingen zijn, zegt voorzitter Hanne Borgers die al vijf jaar lid is van het dispuut.

Al jullie leden komen uit die drie steden?
“Ja, wij zijn het enige farmaceutische dispuut dat van heel Nederland is. In 2005 is ons dispuut opgericht door zes vrouwen die het heel leuk hadden met elkaar binnen de KNPSV en dat officieel wilden maken. Elk jaar hebben we een kleine lichting van een of twee meiden per stad, afhankelijk van hoeveel mensen in die stad studeren en hoeveel leden we verwachten dat er afstuderen. We kiezen zelf onze leden; meiden die echt bij ons dispuut passen. Daardoor zijn we een heel hechte groep. Ons oudste lid is ondertussen een jaar of 39. Onze leden hebben in totaal al zo’n 15 baby’s.”

Jullie zijn verbonden aan de KNPSV. Waarin uit zich dat?
“Groningen, Leiden en Utrecht hebben elk een studievereniging voor Farmacie die verbonden is aan de landelijke KNPSV. We leggen aan die vereniging verantwoording af. Financieel staan we op eigen benen. We betalen etentjes, verjaardagen, presentjes en een deel van de kosten van onze weekenden van de contributie van onze leden. Die is 10 euro per maand."

Waar staat Hygeia voor?
“Dat is de Griekse godin van de gezondheid. Toepasselijk voor onze studierichting.”

En wat doen jullie verder nog voor activiteiten?
“Twee keer per jaar gaan we een weekendje weg met zo’n 20 tot 25 meiden. We hebben maandelijks een etentje in één van de drie steden. Daar moet soms ver voor worden gereisd en we maken er daarom altijd een feestje van. Je hebt in elke stad een slaapplek. Jaarlijks is er ook een diner voor onze afgestudeerde leden waarbij wel een stuk of veertig mensen aanwezig zijn. Daarnaast hebben we karaokeavonden en doen we ook altijd nog wel iets met een ander faculteitsdispuut.”

En wat karakteriseert jullie?
“Onze dispuutskleur is roze. En met een kleur als roze kan het natuurlijk nooit ongezellig zijn. Onze kennismakingstijd heet de ‘roze tijd’, dus hoe erg kan het zijn? Natuurlijk is het niet alleen maar vrijblijvend want je kiest wel voor zo’n groep, maar het moet vooral leuk blijven. We zingen ook vaak ons lied ‘Mooi roze is niet vies’, waar een inside joke over jenever in zit, omdat farmaciestudenten heel veel jenever drinken. We noemen het ‘Jennifer’. Op onze gala’s heb ik vaak personeel horen zeggen ‘goh, ik heb nog nooit zo veel jonge mensen zo veel jenever zien weghakken’.”


 

Disputen

Een dispuut is in de meeste gevallen een ondervereniging van een studentenvereniging. Het dispuut heeft een eigen bestuur, een eigen Algemene Ledenvergadering en vaak ook eigen statuten en heft ook contributie. Maar er zijn verschillende gradaties van onafhankelijkheid. Dat kan per vereniging en per dispuut anders zijn geregeld.


Er zijn ook disputen die geheel onafhankelijk zijn, zij zijn dus eigenlijk een studentenvereniging.

Per vereniging kan het aantal disputen verschillen, net als de regels voor lidmaatschap van een dispuut. In de ene vereniging mag je maximaal lid zin van één dispuut, terwijl je bij een andere vereniging lid van verschillende disputen mag zijn.

De leden van een dispuut delen een interesse en hoeven, in tegenstelling tot een jaarclub, niet in hetzelfde jaar lid te zijn geworden van de vereniging.

Advertentie