Is 'woke' een bedreiging voor de academische vrijheid? (Deel 1)

Foto: Shutterstock

In januari werd de website van Observant, het onafhankelijke blad van de Universiteit Maastricht offline gehaald na een cyberaanval van anonieme activisten.  De aanval kwam na een waarschuwing van een activistische studentengroep die het magazine racistisch en transfoob noemde. Feministen van Maastricht kondigde aan dat ze hun “gemeenschap zouden mobiliseren” als het blad in een artikel de term “vrouwen die menstrueren” niet zou vervangen door “mensen die menstrueren”.

Een paar maanden eerder opende Geert ten Dam, voorzitter van het College van Bestuur van de Universiteit van Amsterdam, het academische jaar met een speech die onder andere ging over haar angst dat studenten niet langer geconfronteerd willen worden met “afwijkende meningen en onwelgevallige perspectieven”.

Ten Dams speech volgt een internationale trend. In 2020 tekenden tientallen Amerikaanse academici (waaronder bekende linkse activisten Noam Chomsky en Gloria Steinem) een manifest waarin stond dat de roep om sociale rechtvaardigheid en gelijkheid ook “een nieuwe set aan morele houdingen en politieke toewijdingen met zich meebrengt die onze normen van openbaar debat en tolerantie van verschillen neigen te verzwakken. Daardoor, schrijven ze, worden redacteuren ontslagen, boeken teruggetrokken, onderzoeken ingesteld naar professoren die bepaalde teksten citeren in hun colleges, en onderzoekers ontslagen voor het circuleren van peer-reviewed artikelen.

Foto: Shutterstock

Velen gebruiken het woord “woke” om dit fenomeen aan te duiden. Floris van den Berg, universitair docent Milieufilosofie aan de UU, haalde in april de krantenkoppen met zijn boek Wokabulary¸ een “kritisch woordenboek” over de veelgebruikte termen in de “woke beweging”. Woke is als “het doden van een vlieg met een bazooka”, vertelde hij tegen De Telegraaf. Tegen DUB zegt hij dat hij niet per se tegen de doelen van woke is, maar eerder tegen de “buitenproportionele middelen”.

“Ik weet dat meer mensen hier kritisch over zijn, maar die kritiek komt niet verder dan de gesprekken bij de koffieautomaat. Als je je uitspreekt loop je het risico dat je geassocieerd wordt met extreem-rechts”, zucht Van den Berg.

Dat is wat Henk Kummeling, rector van de UU, vorig jaar augustus overkwam na een interview met NPO Radio 1. Toen hij gevraagd werd de woke-beweging in het hoger onderwijs te becommentariëren, stelde hij dat hij het eens is met het diversifiëren van de studenten- en docentenpopulatie en van het curriculum, maar dat sommige mensen in de woke-beweging te ver gaan. Hij zei ook dat het cancellen niet te vereenzelvigen is met de academische vrijheid. Fragmenten van het twee uur durende interview werden vervolgens uit hun context gehaald en geplaatst op conservatieve (en soms extreemrechtse) pagina’s, waar de rector als held werd binnengehaald.

Kummeling: “Als rector moet ik de academische vrijheid hoog houden, en de vraag was of woke daar een bedreiging voor is. Ik zei toen: ‘nou, als het leidt tot het cancellen van bepaalde meningen en personen, ja’. Maar ik zei ook expliciet dat het vergroten van diversiteit en inclusiviteit bij universiteiten extreem belangrijk is. Mijn politieke hart heeft altijd meer links geklopt. Ik ben in dat opzicht erg ver verwijderd van extreemrechtse meningen”. Kummeling publiceerde later een opiniestuk om zijn gedachten verder uit te leggen.

Rector Henk Kummeling. Foto: Universiteit Utrecht 

Volgens de leden van Work in Progress, een initiatief van studenten en alumni van University College Utrecht, overdrijven de criticasters. Zo “bestaat een verenigde woke-beweging niet eens”, zegt projectmanager Vicky Keulers, een masterstudent Culturele Antropologie. In april organiseerde de groep een actieweek genaamd de Week van Institutionele Verandering om te discussiëren over de plek van activisme in de academie en de concepten van academische vrijheid en vrijheid van meningsuiting.

Wat betekent woke?
De uitdrukking woke wordt al sinds het begin van de twintigste  eeuw gebruikt door de zwarte gemeenschap in de Verenigde Staten, maar werd pas echt populair in 2014. Toen gingen zwarte Amerikanen de straat op in Ferguson, Missouri, om te protesteren tegen de dood van Michael Brown. Ze drongen er bij elkaar op aan om woke (zich bewust) te blijven van politiegeweld. Sindsdien is “woke” een verzamelterm geworden van alle linkse bewegingen die bewustzijn kweken over structurele ongelijkheid. Rechtse politici zoals Donald Trump of Geert Wilders omarmden de term, vaak zodat ze feminisme, de LGBTQI+ beweging, Black Lives Matter, milieuactiviteiten en andere onderwerpen konden kleineren.

Veel linkse activisten zeggen dat het woord veelvuldig wordt misbruikt en gekarikaturiseerd. Daardoor gebruiken ze het label zelf niet meer. Vicky Keulers, van Work in Progress: “Ik ken niemand die zichzelf zo noemt. Het woord is nu een hondenfluitje dat gebruikt wordt om iedereen die zich durft uit te spreken tegen de status quo te bespotten en te ontkrachten””.

Vicky denkt dat de term misleidend is, omdat deze al lang zijn positieve associaties heeft verloren. Daarnaast worden verschillende bewegingen bij elkaar onder een paraplu geplaatst, alsof er geen verschillen bestaan.

“Maar welk woord moet ik dan wel gebruiken?”, reageert Kummeling. “Met de term woke begrijpen mensen meteen wat ik bedoel. Zou ik mezelf moeten beperken in het gebruik van een normaal woord alleen omdat sommige maatschappelijke groepen het gebruiken?” De rector zegt dat in zijn beleving woke het bewustzijn betekent dat er iets fout is, maar dat ‘bewustzijn’ een te brede term is. “Als je met woke de meest extreme, heftige intersectionalisten bedoelt, dan kunnen we discussiëren over of dat de correcte manier om het woord te gebruiken is”

Floris van den Berg, universitair docent milieufilosofie.

Voor Floris van den Berg is dat precies wat woke betekent. “Niet alle feministen zijn woke, niet alle milieuactivisten zijn woke. Woke staat voor een bepaalde manier om deze problemen aan te pakken. Een strategie. Het is nuttig om daar een woord voor te hebben.” Volgens Van den Berg is woke een “onliberale, radicale linkse ideologie”. Het komt door die extremisten dat woke een slechte naam heeft gekregen.

Is de vrijheid van meningsuiting in gevaar?
Maar woke is niet het enige woord dat ter discussie staat. In dit debat staan meerdere woorden centraal. De woke-beweging problematiseert termen die historisch gemarginaliseerde groepen stereotyperen, buiten sluiten of beledigen, terwijl criticasters zeggen dat dit een aanval is op de vrijheid van meningsuiting.

“Sommige mensen reageren overdreven op bepaalde woorden, zoals op ‘dames en heren’. Soms zijn de reacties schokkend, vooral op social media. Ik denk niet dat het heel constructief is”, denkt Van den Berg. Een student diende ooit een officiële klacht tegen hem in omdat hij in een college orthodoxe christenen citeerde die zeggen ‘God hates fags’. “Ik moest daar met de decaan over gaan praten. Het is een mijnenveld, omdat de woorden die taboe zijn voortdurend veranderen”.

Van den Berg denkt dat woke “de dekmantel van inclusiviteit gebruikt om een gevaarlijk intolerante ideologie te promoten” die ons uiteindelijk de vrijheid van meningsuiting, de academische vrijheid en de liberale democratie kan kosten.

Hij is ook bezorgd over de verschuiving in de machtsbalans tussen docenten en studenten. “Nu moeten de docenten vrees hebben voor de studenten om hun baan te behouden. En het lijkt erop dat universiteiten veel te makkelijk naar de studenten luisteren.”

Volgens Van den Berg is woke een nieuwe trend die nu ook merkbaar is in de collegezaal. Hij noemt zijn eigen vak als voorbeeld. “Ik geef al jaren hetzelfde vak, maar pas drie jaar geleden begonnen studenten me van racisme te beschuldigen. Maar mijn lessen zijn niet veranderd, de studenten en hun feedback wel.”

De vraag is of – en zo ja, in hoeverre – dit nieuw is. In de jaren 90 en 00 hoorde je prominente figuren, waaronder oud-president van de Verenigde Staten Donald Trump, vaak zeggen dat “politieke correctheid” een bedreiging was voor de vrijheid van meningsuiting. Nu gebruiken ze woke. Is dit niet simpelweg een nieuwe fase in een veel ouder, continu voortdurend debat?

Het argument dat minderheden een soort tirannie van politieke correctheid opzetten, klinkt behoorlijk absurd voor de studenten van Work in Progress. Hoe zouden ze dat kunnen doen, als ze geen machtsposities innemen (wat in feite precies het probleem is)? Ella Shields, een masterstudent Culturele Antropologie, benadrukt dat het debat ook te maken heeft met generaties, en denkt dat de machtsbalans tussen studenten en docenten niet zo makkelijk kan worden omgedraaid: “We hebben het over witte mannen van middelbare leeftijd die kritiek hebben op 18-jarige antropologiestudenten die alleen proberen de wereld een betere plek te maken, zo goed als ze kunnen – met de kennis, volwassenheid en instrumenten die ze tot hun beschikking hebben. Het is zo’n scheve machtsverhouding!”

Demonstratie op UCU 2021

Medestudent Vicky bij Work in Progress vindt het vreemd dat critici zeggen democratische waarden te verdedigen, maar het tegelijkertijd problematisch te vinden wanneer studenten protesteren, boycotten of eisen stellen aan hun docenten en machtsfiguren. Zorgen dat je stem gehoord wordt, is dat niet waar democratie om draait? “Vrijheid van meningsuiting gaat niet alleen over wat je wil, het gaat ook over dat je altijd een reactie kunt  verwachten omdat andere mensen ook kunnen zeggen wat ze willen”.

Voor rector Henk Kummeling is het probleem niet zo zeer dat studenten hun ontevredenheid kenbaar maken, maar meer dat ze direct naar de decaan of naar hem komen om te klagen over de termen die docenten in hun colleges gebruiken. Het zou beter zijn als ze eerst het gesprek met de docent zelf aangaan. “Het gebeurt niet heel vaak, maar zo nu en dan krijg ik een e-mail, en dan zeg ik ze altijd eerst moeten gaan praten met de docent. Als een gesprek niet mogelijk is, laat het me dan weten. Geef de docent of onderzoeker een eerlijke kans voordat er eisen worden gesteld.”

Andersom benadrukt hij ook dat belangrijk is dat docenten naar hun studenten luisteren. “Als docenten woorden gebruiken die onnodig kwetsend zijn, dan zouden ze hun taalgebruik moeten heroverwegen”. Maar dat betekent niet dat ze bepaalde studieboeken of onderzoeksresultaten achterwege moeten laten. Volgens de rector moet er in de collegezaal ruimte zijn voor alle standpunten, meningen en ideeën, helemaal als ze evidence-based zijn. “Je bent het waarschijnlijk niet eens met sommige van Kants ideeën en uitdrukkingen over de positie van vrouwen. Ze kunnen inderdaad beledigend zijn. Maar dan moeten we discussiëren over waarom het beledigend is”.

Chiara Robbiano, Universitair Hoofddocent Cross-Cultural Philosophy bij het UCU

Chiara Robbiano, universitair hoofddocent Cross-Cultural Philosophy bij University College Utrecht benadrukt ook het belang van luisteren. Ze adviseert andere docenten om niet met angst te reageren. “Ik vind het jammer dat mensen zo snel hun oordeel klaar hebben en voor of tegen iets zijn. Ze delen dan al snel iemand in bij ‘ons’ of ‘hun’. En als het dat laatste is, dan is hun oordeel over die persoon negatief.” Volgens Robbiano is het direct naar elkaar luisteren één van de belangrijkste manieren om de ‘wij’ versus ‘zij’ houding te weerstaan. En net zo belangrijk is het samen zoeken naar suggesties om een bepaald dilemma te tackelen, zodat je probeert raakvlakken te vinden.

Wordt vervolgd…
Lees hier het tweede deel van dit artikel publiceren, waarin het zal gaan over de cancelcultuur, safe spaces en trigger warnings.
 

Tags: woke

Advertentie