Protest tegen leenstelsel lijkt mosterd na de maaltijd

Vrijdag doen jongeren in Den Haag een uiterste poging om de basisbeurs te redden: ze gaan op het Malieveld protesteren tegen het nieuwe leenstelsel. Maar komen ze niet te laat?

Het is een beetje vreemd: dinsdag wordt de wet aangenomen waarin de basisbeurs wordt afgeschaft, maar de boze jongeren houden pas vrijdag hun spandoeken omhoog. Dat is drie dagen later.

Dinsdag zullen ten minste vier fracties hun goedkeuring geven aan het ‘studievoorschot’: regeringspartijen VVD en PvdA en oppositiepartijen D66 en GroenLinks. Die hebben voor de zomervakantie samen een akkoord gesloten en vormen sindsdien een blok. In een hoog tempo hebben ze de wet door de Tweede Kamer gejaagd. Het ging zo snel, dat het landelijke protest te laat komt.

Ze zijn helemaal niet te laat, vinden de demonstranten zelf. Ze richten zich op de Eerste Kamer, zeggen ze. Die moet wetsvoorstellen tenslotte kritisch tegen het licht houden en een eigen afweging maken.

Zullen de protesterende jongeren de senatoren kunnen vermurwen? VVD en PvdA hebben het akkoord met D66 en GroenLinks juist gesloten om zich van steun in de Eerste Kamer te verzekeren. Samen hebben de regeringspartijen dertig zetels, dus ze hebben telkens minstens acht oppositiestemmers nodig om hun wetsvoorstellen erdoor te krijgen. D66 en GroenLinks hebben elk vijf senaatszetels.

Er moet heel wat gebeuren, wil het wetsvoorstel alsnog sneuvelen. Dan moeten minstens drie senatoren van de ‘leenstelselcoalitie’ hun handen er vanaf trekken.

Tijdens het debat van vorige week hoopte de PVV dat D66-senator Thom de Graaf tegen het leenstelsel zou stemmen. Hij is immers voorzitter van de Vereniging Hogescholen en in die hoedanigheid tegenstander. Maar De Graaf heeft al eerder laten weten dat hij zich neerlegt bij de mening van zijn collega’s. “Het fractiestandpunt negeren kun je alleen doen in kwesties van leven en dood”, zei hij vorig jaar.

Bovendien heeft De Graaf niet langer de sleutel in handen, nu GroenLinks erbij is. Twee jaar geleden was de steun van GroenLinks nog moeilijk voorstelbaar. Het kabinet kon alleen met behulp van enkele kleine fracties een nipte meerderheid van 38 zetels behalen, maar dan moest alles meezitten. Eén enkele dissidente stem, zoals de stem van De Graaf, kon het wetsvoorstel tegenhouden.

Maar dankzij GroenLinks kan het kabinet rustig slapen. Het ergste wat er kan gebeuren, is een opstand binnen de partij. De jongeren van GroenLinks zijn immers tegen. Maar die opstand komt er waarschijnlijk niet. DWARS, de jongerenorganisatie van GroenLinks, heeft zijn naam niet aan het protest willen verbinden.

De onderhandelingen over het leenstelsel kwamen dit voorjaar in een stroomversnelling, omdat volgend jaar de verkiezingen voor de Provinciale Staten zijn, en dus indirect voor de Eerste Kamer. GroenLinks kon toen nog invloed uitoefenen, maar misschien zou dat na die verkiezingen anders zijn. Dan kwam er misschien een harder leenstelsel.

Ook de andere partijen hadden haast. Je weet immers maar nooit hoe lang een kabinet blijft zitten. Als er tussentijds nieuwe verkiezingen komen, kan een omstreden plan als het leenstelsel zomaar weer in de prullenmand verdwijnen. Dat is in 2012 ook met de langstudeerboete gebeurd.

Politiek lijkt alles dus in kannen en kruiken. Bovendien blijkt de volkswoede mee te vallen. Studeren wordt weliswaar duizenden euro’s duurder, maar studenten krijgen twintig jaar langer de tijd om hun schuld terug te betalen en de aanvullende beurs gaat met honderd euro omhoog.

Universiteiten en hogescholen gaan de strijd ook niet aan. De universiteiten zijn ronduit voor het leenstelsel, omdat ze graag extra geld willen krijgen. De hogescholen zijn wat minder overtuigd, maar roeren zich ook nauwelijks meer. Een enkele hogeschool (zoals Fontys) steunt het protest met een symbolische gift, maar tentamens en lessen gaan gewoon door: studenten en docenten krijgen geen vrij.

Vrijdag gaan jongeren met ludieke spandoeken en spitsvondige slogans een dagje protesteren. Maar er moet een politiek wonder geschieden, willen ze het leenstelsel nog kunnen ‘stoppen’.

Advertentie