Jozef Waanders winnaar columnprijsvraag Nacht van Descartes

Rumoerige studenten die tijdens de jaaropening van de opleiding Rechten hun hoogleraar overstemden, wekten de afschuw van Jozef Waanders, masterstudent Geschiedenis en bachelorstudent Rechtsgeleerdheid. In zijn winnende bijdrage aan de columnwedstrijd van het Descartes Centrum voor Wetenschapsgeschiedenis en Wetenschapsfilosofie, Studium Generale en DUB pleit Waanders voor meer ontzag voor het gezag. DUB publiceert de column 'Gebroken Wit'. (Foto: Wieke Eefting)

 Het thema van de Nacht van Descartes donderdag was de afnemende autoriteit van de togaberoepen. Rechters, advocaten en officieren van justitie krijgen het immers hard te verduren in de media en in de publieke opinie. In de Geertekerk kreeg Jozef Waanders donderdagavond te horen dat hij de beste bijdrage over deze problematiek instuurde. Hij mocht 250 euro aan boekenbonnen in ontvangst nemen.

Waanders reageerde donderdagavond verrast. “Ik had niets van de organisatie gehoord, en ik was –omdat ik het druk had- ook bijna niet gekomen. Alleen omdat ik mijn andere werk af had en ik dicht bij de Geertekerk woon, besloot ik toch maar een kijkje te gaan nemen. Het regende nota bene flink. Maar juist omdat ik het niet verwachtte, vind ik dit extra leuk.”

Volgens de student, die ook voorzitter is van de Utrechtse afdeling van het CDjA, komt zijn column voort uit de zorgen die hij zich maakt over ontwikkelingen in de Nederlandse samenleving. “Ik besef dat cultuurpessimisme iets van alle tijden is; er is altijd wel wat aan te merken op, of te zeiken over, de generatie waar je zelf deel van uitmaakt. Maar aan de andere kant vind ik het tanende gezag een reëel probleem. En dan denk ik zeker niet alleen aan straathuftertjes, maar ook aan studenten die niet weten wanneer ze hun mond moeten houden.”

Met de boekenbonnen zegt Waanders wel raad te weten. “Daarvan ga ik in ieder geval het verzamelde werk van Nescio aanschaffen. In feite slechts om de vier pagina’s met zijn door Prediker geïnspireerde ‘Ik zocht een doel’. Het bekendste werk van Nescio heb ik al. Daarnaast heb ik een vriend die ook meedong naar de prijs voor de grap beloofd dat ik een bijbel voor hem zou kopen als ik zou winnen. Dat ga ik nu maar eens doen.”

DUB publiceert de winnende column van Jozef Waanders:

 

 

Gebroken wit

Dinsdag 7 september jongstleden, om 09:30 uur precies, werd in een uitpuilende Janskerk te Utrecht vol natgeregende eerstejaars, het academisch jaar voor de opleiding Rechtsgeleerdheid geopend. Onder hen die tot ons het woord richtten, bevonden zich een professor in de rechtsgeleerdheid en een ervaren advocaat. Ze spraken vanuit hun jarenlange ervaring met het rechtssysteem. ‘Recht is het product van een gebroken samenleving’, werd ons onder andere voorgehouden. Maar niemand luisterde. Het geroezemoes in de kerk was zelfs zo hevig, dat de sprekers vaak amper te verstaan waren. Het fatsoen om een half uur te zwijgen ontbrak. Het gezag van decennialange ervaring werd verworpen.

Gezag. De zwarte toga met contrasterende witte bef, het was jarenlang een gezaghebbend beeld in de rechtspraak. Zwart als symbool voor de afwijzing van ijdelheid, en wit als kleur van de neutraliteit. Maar door een groeiende  politieke beïnvloeding van de rechtsprekende macht, en een toenemende verwerping van gezag in het algemeen, kan met gevoel voor drama worden gesteld dat het wit van de bef inmiddels gebroken is. Dat de enige ijdelheid die nog door het zwart afgewezen wordt de gedachte betreft dat rechtvaardigheid van deze wereld is.

Natuurlijk hebben gerechtelijke dwalingen, zoals bij de Schiedammer parkmoord en Lucia de B, bijgedragen aan de afkalving van dit gezag. Maar als de geschiedenis, waar het gezag haar wortels heeft liggen, ons één inzicht aanreikt, dan betreft dat de feilbaarheid van de mens. Een feilbaarheid die veel verder reikt dan alleen op moreel gebied. Ook het rechtssysteem, hetgeen tenslotte een product is van de menselijke geest, weet zich hieraan niet te onttrekken. En epistemologische feilbaarheid maakt dat we ook op de wetenschap nooit blind mogen varen. Tot een daadwerkelijk gewogen oordeel komen we als mens maar zelden.

Toch heeft de mens, en ook daarvan getuigt de (rechts)geschiedenis, zich bewust getoond van deze feilbaarheid. Het is aan deze bewustwording te danken dat wij de erfgenamen zijn van een traditie waarin nagedacht is en getracht is het samenleven ordelijk en ‘leefbaar’ in te richten. Het is het gezag van deze traditie, dat ons de instrumenten verschaft om met onze feilbaarheid om te kunnen gaan. En wij, de erfgenamen, dienen het gezag dat hieruit spreekt te erkennen. Niet omdat we onze menselijke feilbaarheid uit kunnen bannen, maar omdat wij kunnen trachten haar niet allesbepalend te laten zijn.

De verwerping van alle gezag buiten dat van onszelf, is een houding die in de roman Vaders en Zonen van de Russische schrijver Toergenjev voor het eerst ‘nihilisme’ wordt genoemd en treffend gestalte krijgt in de figuur van Jevgeni Bazarov. Het is een houding die tegenwoordig, in een sterk geïndividualiseerde samenleving, enorm lijkt te zijn toegenomen. Zij was op die ochtend van 7 september ook onder de eerstejaars in de Janskerk aanwezig. En dat terwijl juist zij hopen de komende jaren kennis op te doen, die ze te danken zullen hebben aan het gezag van anderen.

Met kritische, mondige burgers is niks mis. Klakkeloze acceptatie van gezag of aanname van ideeën, is minstens zo gevaarlijk als een gebrek aan respect voor al het gezag dat niet in onszelf haar oorsprong vindt. Maar op de realisatie van onze feilbaarheid, én op het inzicht dat oordelen een balanskunst blijft tussen nihilisme en dat wat de dictatuur voorschrijft, rust de erkenning van het gezag. Ook van het gezag van de toga. Feilbaar weliswaar, maar het beste dat we hebben.


 

Advertentie