Leerstoel Keltisch driekwart eeuw in Utrecht

De leerstoel Keltisch bestaat dit jaar 75 jaar en isdaarmee een van de oudere van de faculteit Letteren. Eenopmerkelijk wapenfeit van een vakgebied dat altijd in deverdrukking heeft gezeten. Hoewel de thematiek immer tot deverbeelding heeft gesproken moest keer op keer het gevecht omerkenning worden aangegaan. Waarom in godesnaam Keltisch gaanstuderen?

Wie met hoogleraar Keltisch mw. dr. Doris Edel spreekt merkt alsnel dat de schatten van het Keltische culturele erfgoed haar naaan het hart liggen. Gedreven verhaalt Edel over hetcultureel-historisch belang van de `Runderroof van Cooley', hetcentrale werk van de Ierse epische traditie. Aan het gesteggel overgeld en bezuinigingen waar een kleine studie als Keltischvoortdurend mee te maken heeft wenst de hoogleraar minder woordenvuil te maken. "Zelfs in het begin van de jaren zeventig, dezogeheten jaren van overvloed, werd er tegenover Keltisch met denoodzaak tot bezuinigen geschermd. Ik ben inmiddels niet andersgewend. Niet dat ik zo naïef ben te geloven dat alles vanzelfwel goed komt. We moeten natuurlijk bedacht zijn op gevaren en voorhet vak opkomen. En we mogen best laten zien iets aantrekkelijks inhuis te hebben, want dat hebben we."

Vanaf 1982, toen Edel in Utrecht als hoogleraar werd aangesteld,heeft ze gevochten voor de studie. Het was de tijd dat de kleineletteren in de verdomhoek zaten. Eind jaren tachtig werd Keltischeen specialisatie bij de faculteit Letteren. Iedere student konnaast zijn hoofdvak anderhalf jaar van zijn studie vullen met zo'nspecialisatie. Een `oneigenlijke specialisatie', vond Edel. "Het istoch een beetje raar dat studenten zich specialiseren in iets datze nog nooit gehad hadden. Dan zou een jurist net zo goed kunnenproberen zich tot keel- neus en oorarts te ontwikkelen."

Na jaren leuren en keer op keer nul op het rekest te hebbengekregen werd Keltisch in 1995 zomaar, out of the blue, eenhoofdvak. De van oorsprong Zwitserse Edel lijkt vier jaar later nogniet van verbazing bekomen. "Na al dat vechten was dat een heleprettige gewaarwording." Naar de beweegredenen achter hetverrassende besluit van de universiteit kan ze slechts gissen. "In1993 hadden we naast een twee-daags internationaal colloquium met125 deelnemers een tentoonstelling over de Kelten in hetUniversiteitsmuseum. Dat werd de best bezochte expositie die daarooit was vertoond. Gemiddeld 1000 bezoekers per week over eenperiode van drie maanden. Het was zelfs een uit-tip in De Kampioen.Toen heeft men misschien gemeend dat ertoch wel enigmaatschappelijk draagvlak moet zijn."

Clannad

Zo gek was die gedachte van de universiteit natuurlijk niet. DeKeltische traditie wist zich toen al verzekerd van een alsmaargroeiende populariteit. Niet alleen werd Ierland ontdekt alsvakantiebestemming, maar ook de moderne Ierse popmuziek enliteratuur kent vele jonge liefhebbers. "Het is allang niet meerdat armoedige landje dat net is bekomen van de Great Famine",concludeert Edel.

Aan de studentenaantallen van de studie is de opleving van depublieke belangstelling voor het Keltisch erfgoed niet echt temerken. De jaarlijkse instroom schommelt rond de tien. Er is nu eenkleine opleving nadat de studie de afgelopen jaren zelfs een dipjevertoonde. Waarom zou de rekenende student van de jaren negentigvoor een studie Keltisch kiezen?

Roeland Looman combineert Keltisch met Geschiedenis. Hij ontkentniet dat een cliché-matig `Clannad-beeld' van Ierland een rolheeft gespeeld bij zijn beslissing Keltisch te gaan studeren. Maarer was meer. "De rijke Keltische cultuur waarover ik in boeken lasfascineerde me. Dat zo'n ontzettend oude taal nog steeds op sommigeplaatsen weliswaar met de nodige aanpassingen wordt gesproken heeftvoor mij een ongekende charme. Een documentaire van de Schotse BBCdie ik in 5 VWO zag heeft mij toen waarschijnlijk het laatsteduwtje gegeven."

Ook studente Algemene Letteren Yvette Koopmans werd al op demiddelbare school 'als door een magneet' aangetrokken door alleswat met Keltisch te maken heeft. Zij volgt Keltisch nu alsspecialisatie. "De verhalen over King Arthur vond ik echtfantastisch. Het klinkt misschien vaag, maar ik had er gewoon ietsmee."

Beide studenten zeggen niets te merken van een zwaar NewAge-stempel dat op de studie Keltisch zou drukken. Dat beeldbestaat volgens hen alleen bij de buitenwacht. Koopmans: "Danvragen ze bijvoorbeeld of ik nu runen-tekens kan lezen." VolgensRoeland Looman zouden studenten die zich aanmelden in de hoophogere sferen te bereiken van een koude kermis thuiskomen. Erworden hier geen cursussen druïde-leer gegeven of zo. We zijnook absoluut geen stelletje zwevers die zich verschuilen achter eenvakgroepje. Integendeel, de opleiding is juist heelwetenschappelijk en taai."

Dat een studie Keltisch geen makkie is staat voor allebetrokkenen vast. Het zwaartepunt van het programma ligt op hetvertalen van oude teksten. En wie iets wil begrijpen van de Ierselofdichten of wetteksten dient een grote mate van concentratie endoorzettingsvermogen op te kunnen brengen. Yvette Koopmans spreektuit eigen ervaring: "De talenoud-Iers en Welsh zijn echt heelanders dan de moderne talen die je gewend bent. Het duurt een poosvoordat je de grammatica onder de knie hebt en weet waarbijvoorbeeld de zelfstandige naamwoorden staan. Dan pas kun jeregel voor regel dieper de tekst in."

Onderzoek

'De ideale student Keltisch', moet volgens Edel dan ook zeerzelfstandig kunnen werken. Niet alleen vergt het vertalen veelzelfstudie, maar de student is in feite nog steeds een pionier inhet eigen vakgebied. Vele bij andere studies vanzelfsprekendehulpmiddelen ontbreken nog bij Keltisch. "Handboeken zijn er nogveel te weinig", meent Edel. "Een goed overzichtswerk van deliteratuurgeschiedenis hebben we bijvoorbeeld niet. Daar ligt dusnog een groot terrein braak. Aan de ene kant is dat jammer, aan deandere kant wordt de studenten niets voorgekauwd."

Het is waarschijnlijk niet verwonderlijk dat de meeste studentenKeltisch hopen op een carrière in de wetenschap. MariskaCosteris studeerde in september af en probeert nu eenonderzoeksvoorstel op te stellen om in aanmerking te komen als AIObij Keltisch of misschien Mediëvistiek. Een beurs voor TrinityCollege in Dublin of Oxford lijkt haar ook wel iets. "Als jeKeltisch hebt gestudeerd ligt het voor de hand om het onderzoek inte gaan. Dat is ook wat ik altijd heb gewild. Het lijkt me nietslim om aan deze studie te beginnen zonder een idee te hebben welkekant je opwilt." Voorlopig heeft Costeris zich eerst maar eensaangemeld bij uitzendbureau Randstad. Daar keken ze verschrikt opvan haar doctorandus-titel Keltisch.

Ook Yvette Koopmans wil graag het onderzoek in. Maar ze weet datde onderzoeksplaatsen niet voor het oprapen liggen. Daarom volgt zetevens de specialisatie literatuurwetenschap. "Met alleen Keltischleg je je wel erg vast." Op dit moment loopt Koopman stage bij hetIers verkeersbureau. Daar kan ze haar kennis volop inzetten. "Alsmensen bellen, heb ik zoiets van vraag maar raak."

Hoogleraar Edel beseft dat de letterenfaculteit haar mensentegenwoordig vooral opleidt voor de arbeidsmarkt. "Het lijkt me datKeltisch net zo'n goede voorbereiding is op al die brede functiesals Engels of Duits. Het gaat toch om algemene academischevaardigheden. Dat blijkt ook, want studenten komen overal terecht.Tot op ministeries aan toe."

In 2001 gaat Edel met emeritaat. Haar grote wens is dat de enigeleerstoel Keltisch van de Benelux en de staf die nu bestaat uitdrie mensen in tact blijft. "Er is een groeiend aantalveelbelovende Keltologen en ik hoop dat de faculteit daar gebruikvan gaat maken. Liever veel vakken met een kleine bemensing danenkele vakken met eengrote concentratie. Wanneer de kleinerestudies met huid en haar worden uitgeroeid ontstaat er wel een heelarmoedige en kwetsbare faculteit."

Xander Bronkhorst


Vrouwen

Aanstaande zaterdag vindt ter gelegenheid van het 75-jarigbestaan van de Utrechtse leerstoel Keltisch het colloquium `Womenin the Celtic World, Ideology and Reality' plaats. Keltologen enmediëvisten uit binnen- en buitenland zullen dan hun visiegeven op de positie van vrouwen in de verschillende domeinen van deKeltische wereld: recht, religie, literatuur en geschiedenis. Metde keuze voor juist dit thema wil prof.dr. Doris Edel enkele mythester discussie stellen die naar haar mening een verlammendeuitwerking hebben op de interpretatie van Keltische teksten.

"De vrouwen die in de oude Ierse teksten voorkomen worden doorveel Keltologen steevast afgeschilderd als een sovereignty figure,dus als een symbool voor de heerschappij over Ierland. Dezezienswijze komt voort uit een oud literair thema dat ook wel bekendis uit andere tradities. De vorst gaat hierin een sacraal huwelijkaan met een vrouw die het land representeert. Wanneer de juistekoning aan de macht is, is het land vruchtbaar, regent het alleen`s nachts en waait het in de zomer zo zachtjes dat dekoeienstaarten slechts zachtjes op en neer gaan, lees je dan. Maarom nu alle vrouwfiguren in alle teksten in dit literaire keurslijfte duwen en de Ierse samenleving uitsluitend in patriarchale termente interpreteren is de dood in de pot voor het literatuuronderzoek.Ze worden van elke dynamiek ontdaan. Dat moet een keer afgelopenzijn."

Het colloquium begint zaterdag om 9.15 uur op deDrift 21. Toegang 40 gulden (studenten 25 gulden)


Onderzoek naar Keltische lofdichten als serieuzebronnen

Sterk gekleurde teksten met soms stevige kritiek op devorst

Esther Feer is de enige Nederlandse AIO die zichbezig houd met het Keltische literaire erfgoed. Zij concentreertzich op een aantal dertiende-eeuwse lofdichten. Historici hebbendeze gedichten tot nu toe erg eclectisch gebruikt. Feer pasthiervoor. "Ik wil niet alleen in het oog springende detailsbestuderen, maar de gedichten in hun geheel bekijken."

"Ik ben in 1984 begonnen met de studie Engels en ben na heteerste jaar mediëvistiek gaan doen. Bij die studie moest jetwee richtingen kiezen en ik heb toen voor Keltische talen enmiddeleeuwse geschiedenis gekozen. Ik wilde deze twee richtingen opeen bepaalde manier combineren. Bij Keltisch lag de nadruk opliteraire teksten, maar ik wilde zelf iets meer in de geschiedenisduiken. Ik heb altijd geprobeerd de literaire en historischebenaderingen een beetje bij elkaar te brengen. Mijn scriptie lagook al in die lijn.

"Uiteindelijk gaat mijn onderzoek over lofdichten op eendertiende-eeuwse Welshe vorst, Llywelyn ab Iorwerth. Daar komen dietwee zaken ook mooi bij elkaar. Aan de ene kant heb je literairethema's en motieven en aan de ander kant zie je ook dat diegedichten een duidelijke politieke functie hebben. Dat dubbele trokmij aan. De gedichten zijn natuurlijk al wel eerder door historicigebruikt, maar zij gingen er tot nu toe heel erg eclectisch mee om.Ze gebruikten wat ze nodig hadden, zo van 'die zei dit en die zeidat', maar hebben zo'n gedicht nooit echt in zijn geheel beschouwd.Mijn doel is deze lofdichten als serieuze bronnen naar voren telaten komen, om dus niet alleen te kijken naar de in het oogspringende details. Ze zijn altijd een beetje afgedaan als saai enstereotiep. Alle vorsten die bezongen werden zouden sterk envrijgevig zijn. Ik hoop dat ik via deze zogenaamde bijzaken ietsmeer kan zeggen over de visie van een bepaalde dichter of over welkdoel hij voor ogen had.

"Dat is niet gemakkelijk want het is voor een groot deel nog eenonontgonnen terrein. Kort voordat ik mijn scriptie schreef kwam iker achter dat er net een hele serie van die lofdichten uitgegevenwas. Tot dan toe waren ze eigenlijk vrij ontoegankelijk. Naaraanleiding van die editie is er wat meer onderzoek op gang gekomen.Het blijft echter moeilijke materie want het is een heel specifiekebron waarin verwezen wordt naar allerlei Welshe verhaaltradities,namen en plaatsen. Het vereist dus toch nog wel wat studie voordatje een beetje vertrouwd raakt met de tijd, de thematiek en deverwijzingen. Het is moeilijk omdat je een heleboel zelf moetuitzoeken, maar daar staat tegenover dat je je niet op eenplatgetreden pad begeeft.

Gwynedd

"Llywelyn ab Iorwerth was een vrij belangrijke figuur omdat hijals eerste vorst na de Normandische veroveringen probeerde om machtte verkrijgen over heel Wales. Voordat hij aan de macht kwam had jeenorme twisten. Zijn grootvader was ook een krachtig heerser diezijn macht over het grootste deel van Noord-West Wales wist uit tebereiden. Hij had echter een groot aantal zonen dieallemaalprobeerden aan de macht te komen wat tot een periode van groteonrust leidde.

"Uiteindelijk komt in 1194 Llywelyn op de proppen. Al op jongeleeftijd schuift hij zijn twistende ooms aan de kant en weet hijhet grootste deel van Gwynedd, het Noord-Westelijke deelrijk, aanzich te binden. Daarna zien we eigenlijk alleen een stijgende lijn.Stapje voor stapje spreidt hij zijn invloed over grote delen vanWales. Dat ging soms met strijd gepaard, maar vaak ook metdiplomatie. Hij ontpopte zich als een goede onderhandelaar die viaallianties zijn macht steeds verder weet te vergroten. Hij heeftook heel bewust een huwelijk met een onechte dochter van de Engelsekoning bewerkstelligd. Dat vergrote zijn contacten met het Engelsehof dat hem uiteindelijk als serieuze gesprekspartner is gaanzien.

"Na zijn dood in 1240 is Gwynedd eigenlijk altijd het centrumvan de macht gebleven. Dat heeft ook geografische oorzaken: hetligt ver weg van Engeland, is redelijk beschermd door een aantalontoegankelijke bergketens en is erg vruchtbaar. De twee zoons vanLlywelyn redden het niet, maar al vrij snel herstelt zijnkleinzoon, die ook weer Llywelyn heet, de dominantie van Gwynedd enweet hij vrijwel alle andere vorsten van Wales aan zich te binden.Hij is de eerste geweest die officieel 'prince of Wales' heette.Uiteindelijk wordt Wales eind 1282 door Edward I onder de voetgelopen en deze gaf Llywelyn's titel aan de Engelse troonopvolger.Vandaar dat Prince Charles nog steeds deze titel draagt.

Ambassadeur

"Je kunt niet heel concreet zeggen wat nu precies de invloed vande lofdichters is geweest. Een duidelijk voorbeeld van debetrekkelijkheid van hun invloed is de kwestie rond Llywelyn'stroonopvolger. Llywelyn had twee zoons waarvan de oudste van eenbijvrouw was. Deze was duidelijk favoriet bij de dichters, maartoch schuift Llywelyn zijn legitieme zoon naar voren.

"Aan de hand van dit voorval kun je zien dat de dichtersredelijk onafhankelijk waren, al bekleedden sommigen ook hogefuncties aan het hof en kregen zij soms land toegewezen wat hennatuurlijk weer aan een bepaalde vorst bond. Desondanks zijn erbehoorlijk sterk gekleurde teksten waarin soms stevige kritiekgeleverd werd op de vorst. In die zin waren de dichters de mediavan die tijd. Het was dus zaak voor een koning om een aantal goededichters aan zich te binden door hen te onderhouden met gullegiften.

"Uiteindelijk speelden de dichters een belangrijke rol bij hetverwerven van aanhang voor een vorst. Het ging zelfs wel eens zover dat een dichter via zijn gedichten loyaliteit voor zijn vorstaan een naburig hofwist te bewerkstelligen. Hij had dan eigenlijkeen soort ambassadeurs-functie.

"De lofdichten zijn dus belangrijke bronnen die nauwkeurigebestudering verdienen. Gelukkig is dat de laatste tijd een beetjeop gang gekomen. Er waren al wel wat vertalingen, maar die warenvan het middel-Welsh naar het modern-Welsh, en dat blijft vrijmoeilijk. Ik ben de gedichten aan het vertalen naar het Engels,waardoor ze een stuk toegankelijker worden. Daardoor zullen ookhistorici met het werk aan de slag kunnen. En dan maar hopen dat zedat op een meer serieuze manier doen dan tot nu toe."

Raymond van de Wiel