Receptionist Pieter Reijnen zit weer achter glas

Pieter Reijnen is weer terug in de portiersloge van het Bestuursgebouw in De Uithof. Het is er nog kaal en steriel, maar het is er beter toeven dan in de ‘directiekeet’.

Twee en een halve maand hebben de receptionisten in een houten hokje gezeten in de hal van het Bestuursgebouw omdat hun receptieruimte werd verbouwd. “Ja, dat hok heeft de meest kleurrijke namen gekregen. Koffiehok, zweethok, sauna, friettent, krantenkiosk, directiekeet. Het is fijn om weer in de vertrouwde receptie te zitten.”

Pieter Reijnen is nu een jaar receptionist in het Bestuursgebouw. Daarvoor bekleedde hij voor korte tijd dezelfde functie in het Kruytgebouw. “Ik vind het hier leuker. Je bent echt bezig met het ontvangen en verwijzen van gasten.“

Een ander verschil is dat het Bestuursgebouw geen onderwijslocatie is. In het Kruytgebouw, zegt hij, zijn meer studenten. Die groeten de receptionist lang niet allemaal, medewerkers wel. “In het Kruytgebouw ben je meer een toezichthouder.” Ook de studenten die ’s ochtend van de bushalte, via de hal van het Bestuursgebouw naar het David de Wiedgebouw lopen, groeten vrijwel niet. Daar trekt Reijnen de schouders over op. “Het is een kortere route dan als ze om het gebouw heen moeten lopen.”

Receptionisten van het Bestuursgebouw maken om 7 uur ’s ochtends de deuren open en sluiten ze twaalf uur later. Om 13 uur zit de ochtenddienst erop. Al die tijd mogen ze hun werkplek niet verlaten. Behalve natuurlijk als ze even naar het toilet moeten of een kopje koffie willen halen.

“Als iemand een branddeur opent, gaat er een signaal af en gaat er op mijn dashboard een lichtje branden. Ik mag er dan niet zelf naar toe om de deur te sluiten, dan moet een mobiele surveillant doen die door de meldkamer wordt gestuurd.” Extremere zaken heeft Reijnen nog niet meegemaakt in het Bestuursgebouw.

Vandaag heeft Reijnen de middagshift. “Die vind ik leuker. Om 19 uur sluit het pand en daarna lopen we nog een brand- en sluitroute. Dan lopen we langs alle kantoren om te kijken of de ramen dicht zijn en of bijvoorbeeld de koffiezetapparaten uit staan. Ook lopen we nog een keer buiten om het gebouw heen. Om negen uur ’s avonds zit mijn dienst er dan op.”

Nu de hal van het Bestuursgebouw wordt opgeknapt, er een houten vloer ligt en de banken en vloerkleden klaar staan om op hun plek gelegd of gezet te worden, hoopt Reijnen dat er ook wat meer groen komt in de hal en in zijn portiersloge. “Het is nu nog een beetje steriel allemaal. Mijn collega Jolanda zou ook graag een kunstwerk of iets van de universiteit in de vitrine willen hebben, zodat het hier wat minder kaal is. We zijn benieuwd of de architect daar aan heeft gedacht en of er dus nog wat planten komen waar we op uit kunnen kijken.”

Advertentie