Architect Van Velsen betrokken bij plannen verbouwing Universiteitsmuseum

Doorkijkje vanaf de Lange Nieuwstraat naar de Oude Hortus van het Universiteitsmuseum, foto DUB

Hoewel al aan de tekeningen wordt gewerkt, was van de nieuwe plannen tijdens het Stadsgesprek op 3 juli nog niets te zien. Tijdens deze bijeenkomst stonden in twee zalen van het museum informatiekraampjes. Zo was het architectenbureau De Zwarte Hond er om hun eerdere plannen te laten zien, gaf de gemeente voorlichting over de herinrichtingsplannen van de straat, legden energiedeskundigen van de UU uit dat het huidige pand niet zo duurzaam is (energielabel G) en waren de tegenstanders van de verbouwing er om te vertellen waarom het gebouw van Koen van Velsen dat beloond is met de Rietveldprijs voor architecten, intact moet blijven en een monument moet worden.

Het grote nieuws was dat het architectenbureau en Koen van Velsen zich samen over de verbouwplannen buigen. Op deze manier hoopt de universiteit dat wanneer de prijswinnende architect zijn akkoord geeft aan de plannen, een monumentenstatus voor het pand niet meer nodig is. Een dergelijke status brengt meer en vaak strengere voorwaarden met zich mee om het pand te verbouwen. Tekeningen konden echter nog niet worden getoond; daar was de planvorming nog in een te vroeg stadium voor, aldus de UU.

Tijdens een rondleiding van directeur Paul Voogt door het pand, werd duidelijk dat op deze warme dag de temperatuurverschillen in het pand groot zijn. De ene zaal was lekker koel, de ander voelde als een tropische kas. Ook op de gang langs de glazen gevel was het oncomfortabel warm. Hij liet zien dat veel ruimte onbenut blijft en dus niet niet gebruikt kan worden voor tentoonstellingen door een niet meer zo praktische indeling van het pand. Zo zijn er veel gangen die nooit gebruikt worden. Hoewel het uitzicht vanaf deze gangen op de Lange Nieuwstraat of de Oude Hortus op prijs wordt gesteld.

Bij de entree laat de directeur zien dat de hal te klein is voor de duizenden bezoekers die het museum trekt. Vorig jaar waren dat er 74.000: te weinig ruimte om jassen en tassen op te bergen, te weinig ruimte voor de balie. “Mensen willen eerst hun jas kwijt, een kaartje halen en een plattegrondje en dan naar de wc. Daarvoor moeten ze wel aan de andere kant van het gebouw zijn en eerst de hele gang aflopen.” De plek van de huidige trappen vormt een obstakel voor het uitbreiden van de hal en de museumwinkel.

Eerder was er al een Raadsinformatiemiddag van de gemeente Utrecht. Hier konden voor- en tegenstanders van de verbouwing van het museum zich laten horen ten overstaan van gemeenteraadsleden. De tegenstanders met als woordvoerder oud-UU’er Aryan Sikkema, hebben daar hun bezwaren geuit en toegelicht waarom het pand een monument moet worden. De verschillende alternatieven die hij de afgelopen maanden aandroeg, zoals het verplaatsen van een deel van het museum naar De Uithof of het benutten van andere ruimtes van de Oude Hortus, zijn door de universiteit vrijwel allemaal afgewezen als niet haalbaar.

Om het pand te redden, hebben de tegenstanders een petitie gehouden waar 600 mensen hun handtekening onder hebben gezet, en de gemeente verzocht het pand de monumentenstatus te geven. Omdat de raad deze optie wil onderzoeken, liggen vele processen nu stil. De gemeente kijkt zelfs breder en onderzoekt of het wenselijk is regels te maken voor monumentale gebouwen die vanaf 1960 zijn verrezen. Daarnaast worden dus – en nu samen met de oorspronkelijke architect -  nieuwe bouwplannen gemaakt.

De oude bouwmeester van de UU Sikkema is blij met deze samenwerking en hoopt dat de architecten met een mooi plan komen, maar dat wil niet zeggen dat de tegenstanders daardoor wel akkoord gaan met een verbouwing. “Als Koen zegt ‘het is goed genoeg’ is dat nog geen garantie dat wij ons er ook bij neerleggen:”, zegt Sikkema. “Er zijn allerlei factoren die een rol spelen bij een verbouwing. Bouweisen, praktisch nut, geld. Ik wacht de plannen af en nu Koen erbij betrokken is, ben ik hoopvol gestemd.”

In de tussentijd blijft het museum open. De verhuizing van de museale schatten van het depot aan de Lange Nieuwstraat is bijna voltooid. Een deel van de collectie is naar De Uithof verhuisd, een deel gaat naar een depot in Amersfoort.

Het museum blijft open tot duidelijk is of en zo ja wanneer verbouwd mag worden. “Toen we te horen kregen dat we nog niet konden gaan verbouwen, hebben we een nieuwe tentoonstelling ingericht over bijen, Nederland zoemt, die eigenlijk naar de Botanische Tuinen in De Uithof zou gaan”, zegt woordvoeder van het museum Marieke Verhoeven. “Daarnaast is de tentoonstelling Tot op het bot nog steeds te bezoeken en blijft het Schimmellab open. Het museum blijft in elk geval open tot het einde van de kerstvakantie op 6 januari 2019. We blijven zo lang mogelijk open. Zodra we zicht hebben op een verbouwdatum, beslissen we wanneer we dichtgaan. We hebben ongeveer drie tot vier maanden nodig om de collecties van de huidige tentoonstellingen te verhuizen, dus we zullen eerder sluiten dan de verbouwing begint.”


Het Universiteitsmuseum is elke dag te bezoeken tussen 10 en 17 uur. In de zomervakantie zijn er allerlei extra activiteiten. Bezoekers kunnen onder andere in het TestLab ideeën voor het vernieuwde museum uittesten, ontdekken wat er leeft in de vijver van de Oude Hortus en een bijenhotel maken. Het museum is alleen dicht op Eerste Kerstdag en op 1 januari.

 

Advertentie