Diergeneeskunde haalt broekriem aan: banen verdwijnen en onderwijs wordt vernieuwd

Het dierenziekenhuis moet efficiënter gaan werken, foto Ivar Pel

Diergeneeskunde geeft de laatste jaren meer uit dan er binnenkomt. De faculteit is al een aantal jaren bezig de financiën bij te sturen om stap voor stap de begroting rond te krijgen. Een paar jaar geleden kwam de faculteit in de rode cijfers terecht. De afgelopen jaren kon de faculteit hier nog mee uit de voeten door haar reserves aan te spreken, maar nu komt de bodem van de spaarpot in zicht. Daarbovenop kwamen een paar tegenvallers van enkele tonnen waardoor sneller ingrijpen noodzakelijk is.

Een bezuiniging is het inkrimpen van het personeel met 40 fulltime plaatsen, zegt decaan Wouter Dhert. Op dit moment telt de faculteit 753 fulltime-eenheden (fte). Dit is de rekeneenheid van het aantal fulltimebanen die alle werknemers samen bekleden. Ongeveer een derde (242 fte) betreft een tijdelijk dienstverband. In 2020 wil de faculteit het aantal fte met 25 terugbrengen en in 2021 met nog eens 15. “Dat gaan we doen door niet alle tijdelijke contracten te verlengen. Ook zullen we niet alle vacatures die ontstaan doordat medewerkers met pensioen gaan of een andere baan krijgen, gaan vervangen. Daardoor zijn gedwongen ontslagen niet nodig.”

Welke posities niet meer worden ingevuld, is nog niet duidelijk. “Binnen de departementen moet gekeken worden, welke verlengingen noodzakelijk zijn en welke posities bij natuurlijk verloop weer moeten worden opgevuld”, zei Dhert dinsdagmiddag toen het personeel van de faculteit werd ingelicht over de plannen.

Onderwijsbezuinigingen: minder vol curriculum en meer werken met e-learning
De faculteit denkt verder kosten te kunnen besparen op het onderwijs door dit minder intensief te maken en nieuwe onderwijsvormen in te voeren.  Dan zou er met minder docenten hetzelfde werk verzet kunnen worden. “Ons onderwijs is van hoge kwaliteit en dat willen we zo houden. Ons onderwijsmodel is wel heel intensief en de afgelopen jaren nauwelijks in vorm veranderd. In feite hebben we het hier ook over een moderniseringsslag. Zo bestaan sommige cursussen uit twaalf colleges waarvoor negen keer een vergelijkbaar werkcollege gegeven moet worden. Dat zou toch anders moeten kunnen. Ook zijn er steeds meer keuzevakken bijgekomen in het curriculum. Wat we willen is vereenvoudiging van dit intensieve en complexe onderwijspakket en nieuwe onderwijsvormen invoeren zoals e-learningmodules.” Een andere wens, maar dat is voor de wat langere termijn, is het vullen van de lege studieplekken in de master. “In de bachelor beginnen jaarlijks 225 studenten van wie er gemiddeld 185 doorstromen naar de master. We willen daarom zij-instromers toelaten. Daar zijn we dit jaar voor het eerst mee begonnen. Krijgen we meer studenten, dan krijgen we ook meer financiering.”

Klinieken gaan terug naar de basis
Het dierenziekenhuis – en met name de kliniek van gezelschapsdieren – heeft het al jaren zwaar. Tijdens de recessie daalde het aantal patiënten, de kosten groeien en het dierenziekenhuis krijgt steeds meer concurrentie van andere klinieken in het land, bovendien is de werkdruk hoog. “De klinieken zijn gevoelig voor de conjunctuur”, zegt de decaan. “Gaat het financieel goed met Nederland dan geven mensen meer geld uit aan de gezondheid van hun dieren. Tijdens de crisisjaren was dit goed te merken bij de paardenkliniek, maar daar gaat het nu wel weer oké. Als je kijkt naar de kliniek voor gezelschapsdieren dan zie je dat er in het land steeds meer klinieken bijkomen met gespecialiseerde zorg”, zegt de decaan. Mensen hoeven met hun huisdier dus niet meer per se naar Utrecht te komen als de dierenarts hen niet goed genoeg kan helpen. “Nu blijkt dat het aantal patiënten bij ons wel min of meer gelijk blijft, maar de personeelskosten groeien. Dat is niet meer in verhouding met elkaar. We moeten die kosten dus omlaag brengen.”

“Het dierenziekenhuis moet efficiënter werken”, zegt de decaan. “Afgelopen jaar hebben we verschillende toekomstscenario’s in kaart gebracht, onder meer met hulp van externe deskundigen. Zij zullen ons nu ook helpen om de werkprocessen in de kliniekenefficiënter in te richten en het College van Bestuur stelt daar extra budget voor ter beschikking.”

Ook moet het aantal specialismen worden teruggebracht. Voor de zomer is al een begin gemaakt met het opnieuw profileren van de klinieken. Conclusie: de kliniek moet terug naar de basis. Daarvoor zijn slechts vijf basisspecialismen in voorzien. “Dit zijn de vijf belangrijkste die je ook als dierenarts het meest tegenkomt in je praktijk.” Daarmee wordt het werk van de kliniek voor een groot deel teruggebracht tot wat een dierenarts in opleiding moet leren. Sommige kleinere specialisaties kunnen nog wel behouden blijven, zegt Dhert, maar dan moeten die op zijn minst kostendekkend werken.

Vijf grote veranderingen in de strategie van Diergeneeskunde
De reacties uit de zaal waren dinsdag mild van toon. Alleen het feit dat er blijkbaar een aantal zaken over het hoofd zijn gezien, kon op kritische opmerkingen rekenen. Want dat de inkomsten en uitgaven niet in balans zijn, was geen nieuws. “Onze faculteit heeft al een aantal veranderingen in gang gezet die Diergeneeskunde er financieel weer bovenop moeten helpen, maar die gaan gezien de huidige tegenvallers niet snel genoeg verbetering brengen”, zegt Dhert.

Hij doelt hiermee op de “vijf grote bewegingen”, zoals hij die noemt. Deze zijn terug te vinden in het Strategisch Plan dat in 2017 werd aangenomen. De eerste ‘beweging’ betreft “de focus op onderzoek”. Diergeneeskunde moest aan de bak om meer onderzoeksgeld binnen te halen. De faculteit heeft gekozen voor drie speerpunten (One Health, One Medicine en Veterinary Biomedicine). Dhert: “Op dit vlak is er echt een stijgende lijn zichtbaar. We doen het nu eigenlijk heel goed ten opzichte van onze omgeving. We zijn de afgelopen twee jaar zeer succesvol geweest met het verwerven van Europese beurzen en recent is een zwaartekrachtsubsidie toegekend waarvan de coördinatie door één van onze hoogleraren wordt gevoerd. Het financiële effect daarvan zal pas later merkbaar zijn, onder meer omdat we nu weer promovendi kunnen aantrekken.”

De tweede beweging is de reorganisatie wat binnen de faculteit bekend staat als Lead. Diergeneeskunde heeft nu acht departementen die flink in grootte van elkaar verschillen. Door deze terug te brengen naar drie min of meer even grote departementen wordt er op overhead gespaard en moet er efficiënter kunnen worden gewerkt. Vanaf 1 januari gaat de faculteit via het nieuwe organisatiemodel werken.

De derde beweging gaat over de nieuwe huisvesting. De huidige gebouwen kosten Diergeneeskunde veel geld omdat de panden weinig duurzaam zijn en er daardoor een hoge energierekening is. Na jaren van plannen bedenken, is onlangs duidelijk geworden dat er een nieuw gebouw komt op de plaats van het M.G. de Bruingebouw en dat het Androclusgebouw tegen de vlakte gaat. De decaan verwacht over vijf jaar in het nieuwe gebouw te zitten.

De vierde en vijfde beweging zijn de onderwijsvernieuwing en de stroomlijning van de dierklinieken. Deze moeten nu vanwege de bezuinigingen versneld worden uitgevoerd.

Universiteitsbestuur springt bij
Het College van Bestuur heeft in overleg met de Universiteitsraad Diergeneeskunde 3,5 miljoen euro gegeven. Hierdoor kan de faculteit versneld financieel gezond worden, zegt decaan Wouter Dhert. “Zonder die bijdrage zou onze reserve binnen één à twee jaar de verplichte ondergrens bereiken. Elke faculteit moet 2,5 procent van de omzet in reserve te houden om calamiteiten op te vangen.” Door de bijdrage van het College van Bestuur zakt de reserve nu niet onder die 2,5 procent. Voorwaarde voor deze extra bijdrage was een stevig en helder herstelplan.

Advertentie