Hoe gaan universiteiten met het conflict om?

Het mag knetteren tijdens het college, ook als het over Israël en Palestina gaat

Pro-Palestina demonstratie in UBB. Foto: DUB
Pro-Palestina protest in UBB. Foto: DUB

Je denkt dat je les staat te geven over een oude wetenschapsfilosoof, maar binnen een paar denkstappen hebben je studenten het conflict tussen Israël en Palestina de werkgroep binnengesleept. Met alle emoties van dien.
Vanochtend had ze het nog aan de hand, vertelt docent Noortje Bot van de Universiteit voor Humanistiek. Het leverde een dilemma op. Want was dit wel het moment voor een ongetwijfeld verhitte klassikale discussie? Over een complex onderwerp dat je als docent niet hebt voorbereid en waarvan je zelf ook niet precies weet wat je ervan vindt? “Ik heb het onderwerp ook weleens aan de kant geschoven. Niet alle studenten zitten altijd op een discussie hierover te wachten.”

Ervaren docenten      
De Palestijnse kwestie doorbreekt al weken in heel Nederland de onderwijsorde. Niet alleen met protesten op de campus, maar ook in het leslokaal. Demissionair minister van Onderwijs Dijkgraaf kwam eind oktober naar de Universiteit Leiden om de impact van het conflict in het hoger onderwijs te bespreken. Daar kreeg hij te horen dat ook ervaren docenten het moeilijk vinden om de sterke emoties een plek te geven. Hoe ga je om met de oorlog in het onderwijs? Moet je opborrelende emoties aangrijpen voor een geïmproviseerde dialoog? Of houd je om je studenten te beschermen het nieuws zoveel mogelijk buiten de deur?

Drie docenten uit het Comeniusnetwerk voor onderwijsvernieuwing, die onderzoek doen naar dit soort verhitte verstoringen van de les, zijn het met elkaar eens: je hoeft heus niet bij iedere oprisping je hele les om te gooien. Maar: een heftige opmerking in de klas straal negeren is ook geen goed idee. 

“Stel dat iemand een racistische opmerking maakt en vanuit je eigen ongemak doe je net alsof er niets is gebeurd… Dan geef je het signaal aan studenten dat de klas een onveilige plek is”, zegt Blandine Joret. Ze ontwikkelde aan de Universiteit van Amsterdam een methode en workshops voor docenten die willen leren omgaan met ‘verhitte, aanstootgevende en gespannen momenten’ in de klas. Joret: “In de literatuur heten ze HOT-moments: heated, offensive en tense. Ons advies is om er in ieder geval altijd aandacht aan te besteden.”

Die aandacht kan bestaan uit een kort moment waarop je laat zien dat je de opmerking van een student hebt gehoord. Of misschien moet je normeren: dit kan niet. Of het kan wel, maar dan graag een andere keer.

Afkoelen  
Begin november publiceerde de stichting TerInfo van terrorisme-expert Beatrice de Graaf een lesbrief over het Israëlisch-Palestijns conflict. Daarin staan ook waarschuwingen: wijs studenten of leerlingen erop dat ze terrorisme niet moeten verheerlijken. Dat kan strafbaar zijn. En: “Soms is het verstandig om het conflict eerst te laten ‘afkoelen’ voor je het bespreekt in de klas.” 

Sowieso hoeft het gesprek niet per se in de les plaats te vinden. Zeker wanneer het gaat om grote conflicten zoals tussen Israël en Hamas, waar vrijwel iedereen iets van meekrijgt, zouden hogeronderwijsinstellingen eigenlijk ook buiten de lessen om gesprekken moeten organiseren, vindt Caroline Suransky van de Universiteit voor Humanistiek. “In het hoger onderwijs leren we studenten reflecteren en argumenteren. En we denken er na over de betekenis van abstracte termen in de praktijk. Wij hebben bij uitstek de verantwoordelijkheid om ruimte te bieden aan een dialoog over maatschappelijke kwesties.”
Suransky is leider van Comeniusproject ‘Woke en weerstand’, waarin studenten en docenten onderzoeken hoe partijen die lijnrecht tegenover elkaar staan een vruchtbaar gesprek kunnen voeren. “Iedereen is geraakt en heeft een mening over dit soort ingrijpende kwesties. Zeggen dat je je afzijdig wilt houden is ook een standpunt. Je moet geen debat voeren met winnaars en verliezers, maar een dialoog, waarin mensen naar elkaar luisteren”, denkt Suransky.

Niet persoonlijk, wel spannend 
Studenten zien hun docenten soms als representant van de gevestigde orde, als de vertegenwoordiger van een grotemensenwereld die er weer eens een ‘totale bende’ van heeft gemaakt. Een ontregelende opmerking hoeft daarom niet per se bedoeld te zijn als een persoonlijke aanval, benadrukt UvA-docent Blandine Joret. Ze raadt docenten aan om uit een ontregelende opmerking een achterliggend maatschappelijk thema te destilleren als voer voor discussie. Daarmee depersonaliseer je het conflict en zit er minder spanning op de discussie.  

Dat wil niet zeggen dat je altijd alle spanning eraf kunt halen, zegt Noortje Bot, die ook betrokken is bij het Woke en Weerstandproject. “Ik ben geen expert in dit conflict. Stel dat ik iets verkeerd zeg? Daar ben ik weleens bang voor. Maar het helpt als ik dat expliciet maak. Het helpt om tegen mijn studenten te zeggen dat ik het niet alleen kan, dat ik niet boven ze sta of de waarheid in pacht heb. Of dat een opmerking mij ook raakt.

Routine 
Omdat een ontregelende opmerking ‘ontregelt’, is het handig om een standaard-aanpak paraat te hebben, denkt Bot. Die van haar bestaat grofweg uit drie stappen. Eerst sta je stil bij wat er gezegd wordt. Dan controleer je bij andere studenten of zij het ook bespreekbaar willen maken. Of juist niet? Bot: “Die alternatieve stem moet je ook ruimte geven.” Als derde stap geef je duidelijkheid over je eigen positie als docent. Wel of geen discussie voeren is namelijk geen neutrale keuze. “En als ik besluit het gesprek wel aan te gaan, dan maak ik ook duidelijk dat we beperkte kennis hebben over dit conflict en dat we beperkte tijd hebben om het te behandelen.”

UvA-docent Joret adviseert om de gespreksregels te bespreken. Elkaar uit laten praten, niet op de man spelen, noem maar op. Liefst heb je die al vastgesteld voordat de bom barst, bijvoorbeeld aan het begin van de cursus. Dan heb je iets om op terug te vallen. Bovendien: “Als je studenten een rol geeft in het vaststellen van de gespreksregels draagt dat ook bij aan een veilige leeromgeving”, zegt Joret.

Moet je, voor diezelfde veilige leeromgeving, zulke discussies misschien helemaal buiten de deur houden? Absoluut niet, denkt Joret. “Het zou voor het onderwijs heel slecht zijn als de wereld wordt buitengesloten. Dat kan ook niet, want studenten nemen die wereld mee naar binnen. Een veilige leeromgeving is niet een soort neutrale safe space. Hij is wel sociaal veilig, maar niet intellectueel veilig.”

Botsen 
Standpunten waarvan je zeker was, kunnen onzekerder worden. En met ruimte voor onzekerheid komt ook veel vrijheid, denkt Joret. “Het is daarom juist heel stimulerend als denkbeelden botsen.” 

Onzekerheid is een cruciaal element in de aanpak van Noortje Bot. Als de oorlog ineens ter sprake komt in haar les, doet ze er alles aan om ruimte voor onzekerheid te creëren. “Het is risicovol, complex en er komt veel emotie bij kijken. Maar door mijn eigen positie te delen en anderen om die van hun te vragen, ontstaat er ruimte om standpunten te verkennen zonder dat studenten daarop vastgepind worden. Zo help je ze over de drempel heen. Maar het blijft hoe dan ook heel erg gevoelig.”

Advertentie