Media- en cultuuropleidingen willen samen met Parnassos naar één locatie

Het pand aan de Kruisstraat of ergens anders? De UU onderzoekt waar cultuurcentrum Parnassos en universitair onderzoekers op één plek kunnen worden samengebracht. Foto: Marieke Wijntjes

Het universitaire onderzoek naar media- en cultuur komt mogelijk onder één dak met de culturele activiteiten van studenten en medewerkers. Utrechtse media- en cultuurwetenschappers en cultureel centrum Parnassos bekijken de mogelijkheid van gezamenlijke huisvesting. Onzeker is af het huidige Parnassos-pand aan de Kruisstraat geschikt is voor de plannen.

“We vinden dat we veel meer een eigen smoel moeten krijgen”, zegt Eugene van Erven, voorzitter van het departement Media- en Cultuurwetenschappen (MCW) van de faculteit Geesteswetenschappen.

De media- en cultuuronderzoekers spraken twee jaar geleden de ambitie uit om de banden met partners van buiten de universiteit aan te halen en onderzoeksvragen vanuit de samenleving centraal te stellen. Daar hoort volgens Van Erven een nieuw representatief onderkomen bij. “We willen meer naar buiten treden, maar dan moeten mensen ons wel kunnen vinden. En als we mensen uitnodigen dan moeten we die wel een aantrekkelijke omgeving kunnen bieden.”

De voorzitter vindt de huidige kantoren van zijn medewerkers in de verouderde herenhuizen aan de Muntstraat en Kromme Nieuwegracht niet passen bij de dynamiek die zijn departement wil uitstralen. “Hier zit iedereen verstopt in een kamertje, dan is het moeilijk de gemeenschapszin te ontwikkelen die we graag zien.”

Van Erven voert sinds enige tijd gesprekken met Parnassos. Het universitaire cultuurcentrum is volgens hem een zeer aantrekkelijke partner in de zoektocht naar nieuwe huisvesting. Sinds het sluiten van het eigen theater van de faculteit Geesteswetenschappen twee jaar geleden is er al sprake van een prettige samenwerking.

“Voorzieningen als een café, muziek-, dans- en theaterzalen en eigen onderwijsruimten zijn voor ons eigenlijk essentieel", zegt Van Erven. "Voor experimentele onderwijs- en onderzoeksprojecten, maar zeker ook voor openbare presentaties, hebben we die faciliteiten nodig. We willen graag de deuren naar de samenleving openzetten.”

Parnassos zelf denkt dat de komst van de media- en cultuurwetenschappers kan leiden tot een efficiëntere benutting van de faciliteiten. Nu is er vooral ’s avonds veel levendigheid, overdag minder. Daarnaast is er de hoop dat er een kruisbestuiving kan plaatsvinden tussen de activiteiten op het gebied van theater- , film- en dans die Parnassos biedt en het onderzoek en onderwijs van het departement MCW.

Beide partijen hopen op de vorming van een nieuw Utrechts centrum voor culturele activiteiten waarin het onderzoek en het onderwijs op het gebied van theater-, film-, media- en gaming een prominente plek krijgt. De universiteit onderzoekt op dit moment of de plannen van de twee universitaire onderdelen verwezenlijkt kunnen worden.

Het is bijvoorbeeld onzeker of het huidige gebouw van Parnassos aan de Kruisstraat geschikt is. Dat pand is op dit moment te klein voor alle wensen die er zijn. Bovendien is het aan groot onderhoud toe. Om die redenen wordt ook naar alternatieve locaties gekeken. Welke dat zijn, is niet bekend.

Een gezamenlijke locatie moet niet alleen ruimte bieden aan de bezoekers van Parnassos, de 3000 cursisten, en de 350 leden van muziekgezelschappen die er wekelijks oefenen. Er zouden ook meer dan honderd onderzoekers en docenten van MCW komen te werken. Tegelijkertijd moet het de thuishaven worden voor de zeshonderd studenten die er gebruik komen maken van de voorzieningen.

“We willen graag een broedplaats waar onderzoekers, studenten en vertegenwoordigers van instellingen en organisaties van buiten de universiteit samenwerken en van elkaar leren”, zegt Van Erven.

Volgens Van Erven komen de ontwikkelingen niet uit de lucht vallen. De culturele sector is de afgelopen jaren zwaar getroffen door bezuinigingen. De druk op subsidievragers om verantwoording af te leggen over hun maatschappelijk belang is bovendien enorm toegenomen. Van Erven ziet daarom steeds meer “partners in het veld” naar de universiteit toekomen met onderzoeksvragen.

“Binnen de geesteswetenschappen hebben we de laatste jaren ook vele discussies gevoerd over hoe we ons moesten verhouden tot de samenleving. Nu is het tijd om de stap naar buiten te zetten en de banden met festivals, mediabedrijven, musea, etcetera aan te halen.”

Als voorbeelden van projecten die al tot stand zijn gebracht noemt hij de samenwerking met het Utrechtse Springfestival binnen een Europees onderzoeksproject naar de relatie tussen kunst en activisme en de Utrecht Data School, waarin studenten data, bijvoorbeeld van sociale media, analyseren voor opdrachtgevers.

Voor studenten openen zich volgens de departementsvoorzitter ook veel nieuwe mogelijkheden. “In het verleden kregen we wel eens de klacht dat we te theoretisch waren en te ver van de praktijk stonden. Studenten komen nu veel eerder in contact met het werkveld; ze worden bijvoorbeeld nauw betrokken bij de onderzoeksprojecten die we samen met onze partners uitvoeren. Dit moet ertoe leiden dat studenten ook beter voorbereid worden op de arbeidsmarkt.”

Advertentie