Oproep studentenorganisaties voor meer toegankelijke introductieprogramma’s

Mentoren lopen niet warm voor begeleiding UIT-deelnemers met hulpvraag

UIT-toegankelijk foto DUB
Hein (rechts) in gesprek met iemand van ViaKunst. Foto DUB

Bij de verenigingsmarkt doet Hein mee aan een activiteit van de vereniging ViaKunst om pijltjes te gooien naar ballonnen met verf erin om zo een kunstwerk te maken. Hein gaat Geschiedenis studeren en doet mee aan de UIT vanuit zijn rolstoel. “Tot nu toe gaat dat prima”, zegt hij. “Ik kan naar de activiteiten die ik wil en heb het goed naar mijn zin.”

Het enige nadeel is dat Hein deel uitmaakt van een grote mentorgroep van 27 studenten van wie vijf deelnemers minder valide zijn en twee extra begeleiding nodig hebben vanwege autisme. De mentor vindt het leuk om deze groep te begeleiden, maar zegt dat de groep eigenlijk te groot is. Volgens haar komt dat omdat te weinig Utrechtse mentoren bereid zijn studenten met een hulpvraag te begeleiden.

Acht tips
Vorige week riepen studentenorganisaties als ISO, LSVb en het Expertisecentrum inclusief onderwijs op om de introductie voor deze studenten meer toegankelijk te maken. Ze hadden signalen gekregen dat het voor deze studenten lastig is om de introductie te volgen. Bijvoorbeeld door ontoegankelijke gebouwen, een te intensief programma of sociale drempels zoals onbegrip.

Ze noemen het wel belangrijk dat juist deze studenten de kans krijgen om tijdens de introductie vrienden te maken. “Voor aankomende studenten is de introductieweek een belangrijk moment om nieuwe vrienden te maken en de campus te leren kennen”, zegt het expertisecentrum. “Uit onderzoek is bekend dat de eerste honderd dagen essentieel zijn voor de latere studievoortgang, het gevoel van ‘sense of belonging’ en daarmee studentenwelzijn”, zegt Jorgen Blom van ISO. Met acht tips helpen het expertisecentrum en de studentenorganisaties om de toegankelijkheid van introductieweken te vergroten.

Eén tip is om te kiezen voor studenten in een rolstoel toegankelijke locaties en evenementen of rekening te houden met studenten met een visuele beperking. Maar dit kan ook door een prikkelarme ruimte in te richten. Een andere tip is om duidelijk te communiceren: welke voorbereiding kan je treffen of waar kan je terecht als je extra hulp nodig hebt.

Extra begeleiding
“De oproep van de organisaties kwam vrij laat”, constateert Olivia de Gans, woordvoerder van de UIT. “Maar gelukkig doen wij zelf al heel veel om de toegankelijkheid te vergroten.” Zo kunnen de studenten aangeven welke extra begeleiding ze nodig hebben, is het programma divers met rustige en drukke evenementen, zijn de locaties ook voor minder valide studenten toegankelijk, wordt er samengewerkt met Solgu, het stedelijk overleg gehandicapten Utrecht en krijgen de mentoren die studenten met een hulpvraag begeleiden een extra training.

Speciale prikkelarme ruimtes kent de UIT niet en ook is er geen aparte communicatie met deze groep studenten. “Voor vragen kunnen ze wel altijd terecht bij de centrale post.”

Olivia erkent dat het lastig is om Utrechtse mentoren te interesseren om studenten met een hulpvraag te begeleiden. “We bieden ze al extra zaken zoals meer muntjes en een toegevoegde training. Maar helaas is de interesse laag en daardoor kan het zijn dat groepjes wat groter zijn.”

Hein bezoekt niet alle onderdelen van de introductie, zegt hij. “Ik pik de meest interessante evenementen eruit. De verenigingsmarkt stond hoog op mijn lijstje. Ik wil wel bij een vereniging. Zo ben ik gaan kijken bij de debatclub en bij SIB, de Studentenvereniging voor Internationale Betrekkingen. Dat lijken mij wel leuke organisaties.”

Advertentie