Nieuwe kans voor Kruytgebouw

Foto DUB

De universiteit onderzoekt of het Kruytgebouw gerenoveerd kan worden in bewoonde toestand. Vanaf eind mei vinden proefmetingen plaats naar lawaai en trillingen van sloop- en boorwerkzaamheden in de al leegstaande westvleugel. De gedachte is dat de vier vleugels van de UIthof-kolos gestript kunnen worden tot op het betonnen karkas om ze vervolgens weer op te bouwen. Daarnaast moeten de aanbestedingskosten in beeld worden gebracht.

Of twee nieuwe gebouwen?
De stap komt onverwacht. Tot nu toe gingen de meeste bèta’s ervanuit dat het verouderde Kruytgebouw gesloopt wordt of een andere bestemming krijgt. De afgelopen jaren ging de discussie vrijwel uitsluitend over twee nieuwe gebouwen die het Kruytgebouw, het Ornsteingebouw en het Carolien Bleekergebouw zouden vervangen.

Het zou gaan om een nieuw onderkomen voor de lifescience-wetenschappers aan de noordzijde van het David de Wiedgebouw en om een nieuw gebouw voor het Debye Institute for Nanomaterial Science in de Noordwest-hoek van De Uithof, op de locatie van het huidige Bleekergebouw.

De plannen voor die twee gebouwen gingen drie jaar geleden even in de ijskast, toen er onrust ontstond over de hoge huisvestingsuitgaven die de universiteit de komende jaren te wachten staan. Maar nadat het universiteitsbestuur met de U-raad een nieuw huisvestingsplan vaststelde met een plafond voor de maximale bestedingen, leek er langzaam schot in de zaak te komen. De faculteit Bètawetenschappen en de dienst Vastgoed & Campus kregen toestemming om een programma van eisen op te stellen voor beide gebouwen. Dat moet deze zomer klaar zijn.

Optelsom van dingen
In een bericht op intranet (alleen met Solis-id bereikbaar) meldt het College van Bestuur nu het niet verantwoord te vinden om nieuwbouw neer te zetten, zonder de mogelijkheid van herontwikkeling van het Kruuytgebouw serieus te verkennen. Daarbij zouden duurzaamheids- en kostenoverwegingen een belangrijke rol spelen.

Volgens Klaas Druijf, directeur van de faculteit Bètawetenschappen, heeft “een optelsom van dingen” ertoe geleid om het gebouw toch nog eens onder de loep te nemen. Hij wijst daarbij vooral naar de duurzaamheidsambities van de universiteit en op de toegenomen kennis over circulair bouwen. “De kern van het gebouw blijkt nog heel goed en stevig te zijn.”

Dat er nu sinds kort een vleugel leeg staat, maakt het volgens Druijf mogelijk om ook daadwerkelijk te onderzoeken of een stapsgewijze herontwikkeling denkbaar is. “En er is nu nog tijd om dat te bekijken.”

Als op basis van het onderzoek gekozen wordt om het Kruytgebouw tóch te blijven gebruiken, moeten alle bètamedewerkers die nu in één van drie gebouwen werken daar worden gehuisvest. Druijf wil geen inschatting maken over welk scenario de beste kansen heeft.

Hoewel een nieuw gebouw voor lifescience-wetenschappers naast het De Wiedgebouw en tegenover het ziekenhuis en het Hubrecht Instituut leidt tot de door velen gewenste concentratie van de life sciences, spreekt hij ook geen voorkeur uit: “Elk scenario heeft voor- en nadelen. Het gaat erom waar we het best kunnen realiseren wat we nodig hebben.”

Verbazing
In het Kruytgebouw wordt verrast, maar toch ook enigszins gelaten gereageerd op de nieuwe ontwikkelingen. Bioloog Mike Boxem, behalve bewoner van het Kruytgebouw ook faculteitsraadslid, wist niet van het aanstaande onderzoek. “Dit wekt verbazing. Het proces duurt al zo lang. De afgelopen jaren is er bovendien veel geld uitgetrokken voor asbestverwijdering en veiligheidsmaatregelen om het Kruytgebouw nog een paar jaar te kunnen gebruiken. Als er nu weer gedacht wordt over grootschalige herontwikkeling, dan getuigt dat niet van een doordachte langetermijnvisie.”

Boxem vindt het Kruytgebouw desalniettemin nog altijd een fijn gebouw om in te werken. “De vraag is of we er in een nieuw gebouw op vooruit gaan.” Maar het faculteitsraadslid maakt zich zorgen over wat een herontwikkeling van het Kruytgebouw zou kunnen betekenen. “We willen niet jarenlang in een bouwput zitten.”

Ook hoogleraar biophysica Lukas Kapitein spreekt van een onverwacht besluit en vreest mogelijke overlast. “Maar ik heb besloten om me niet meer zo druk te maken over alle plannen. Het plaatje verandert telkens weer.” Kapitein ziet de aantrekkingskracht van een concentratie van lifescience-wetenschappers in een nieuw pand naast het De Wiedgebouw. “Maar het Kruytgebouw is zeker geen verkeerd gebouw. Ik zit hier nog prima.”

Stuk fraaier
Hoogleraar Microbiologie Han Wösten is een uitgesproken voorstander van het nieuwe onderzoek. “Qua duurzaamheid is dit een uitstekend idee. Bij verzekeringsmaatschappij ASR in Rijnsweerd kun je zien hoe een gebouw een nieuw leven kan krijgen. Met een nieuwe gevel kan een gebouw er ook nog een stuk fraaier uit komen te zien. Als dat met het Kruytgebouw ook kan, moedig ik dat aan.”

Maar Wösten maakt een groot voorbehoud: “We moeten wel ons onderzoek kunnen blijven doen. Het kan niet zo zijn dat we acht jaar in de trillingen en het lawaai zitten. Of dat we niet door de hoofdingang naar binnen kunnen.”

De proefwerkzaamheden beginnen eind deze maand. De bevindingen moeten uitwijzen of herontwikkeling kan plaatsvinden zonder dat dat te veel overlast teweeg brengt. De resultaten zullen worden besproken met de betrokken onderzoeksgroepen. Het universiteitsbestuur verwacht eind juni al een keuze te kunnen maken: of twee nieuwe gebouwen of herontwikkeling van het Kruytgebouw.

Advertentie